Een week na de eerste voorronde volgt nu de tweede voorronde van de Roos van Nijmegen. De bezoekers kunnen zich opmaken voor een flinke dosis gitaren met de rockformatie Fruit of the Original Sin, de Nederpunkers DDT en de Duits-Nederlandse hardrockers van At Zero. Het venijn zit hem in de staart. Het duurt lang voordat de avond gaat vlammen.
Het lijkt er niet op dat vanavond DE avond voor Fruit of the Original Sin wordt. Sterker nog, hun zonden winnen het van hun deugden. Ten eerste is het geluid vreselijk. De rock van het kwartet lijkt op een grote grijze massa waar niets subtiels aan is. De enkele elementen zijn nauwelijks duidelijk waar te nemen. Dit heeft waarschijnlijk tot gevolg dat de toetseniste buitenspel gezet wordt. Van de toetsen is werkelijk niets te horen. Dat is jammer want het is wel duidelijk dat de band goed heeft nagedacht over hun liederen. De opbouw is zeer verzorgd. Op de momenten dat er meer ruimte wordt geboden aan de instrumenten, schijnt er iets te vlammen bij de band. Dan hangt er iets spannends en boeiends in de lucht. Fruit of the Original Sin maakt dit echter weer snel ongedaan door hun nummers te abrupt te eindigen; iets wat zij niet verdienen. Afgezien van enkele spaarzame momenten is het optreden van Fruit of the Original Sin vooral saai, omdat de band het publiek niet aan zich weet te binden. De presentatie is stijf en oninspirerend.
Nee, dan DDT. Deze Nederpunkers hebben hun trouwe aanhang meegebracht en die gaan los als een tierelier. Je mag ook niet anders verwachten van fans van een punkband. En daarmee is dan ook weer alles gezegd. DDT is rechttoe rechtaan, het publiek gaat los, het wordt een feestje, iedereen blij. Behalve niet-punkers die zich niet kunnen optrekken aan de muzikale eentonigheid en liedjes die niet langer duren dan tweeënhalve minuut. Het vele gepraat tussendoor neemt de vaart eruit en zal ook punkers niet bekoren. Je vraagt je toch af wat een punkband doet bij een bandjescompetitie waar niet met bier gegooid mag worden. Ondanks het strakke spel en het enthousiasme op het podium lijkt DDT misplaatst te zijn.
Het eerste nummer van At Zero zegt meer over de andere twee bands dan over deze Duits-Nederlandse combinatie. Die is gelijk stukken beter dan wat er in het voorgaande anderhalf uur gepresenteerd werd. Hier staat een geoliede hardrockmachine met een duidelijke rolverdeling. De frontman maakt overdreven maar toch zeer vermakelijke poses. Hij zoekt duidelijk het contact met het publiek en levert een goede show af. Het muzikale brein echter is de bassist/toetsenist/cellist. Hij zorgt voor muzikale verdieping en interessante invalshoeken en geeft At Zero dat zetje wat zij nodig hebben om de stempel ´origineel´ te verkrijgen. Het kwartet toont ook lef door de glamrock uit zijn graf te halen. Minder geslaagd zijn de ballades. Vooral het sterk aan emo leunende Project Suicide is iets te veel van het goede. In dit geval neemt At Zero zichzelf te serieus.