Muzikaal orgasme met God Is An Astronaut en Atlantis

Beide bands overtuigen in Doornroosje

Tekst: Eelco van Eldijk / Foto's: Edwin Niemantsverdriet ,

Twee bands, beiden zonder vocalist, allebei een uitgesmeerde muur van geluid, statisch in podiumpresentatie, maximale muzikale output. Geen fratsen, geen gedoe. Beide bands namen je op een reis naar de donkerste spelonken van het gevoel. Wat wil een mens nog meer?

Beide bands overtuigen in Doornroosje

Het Nederlandse Atlantis heeft vanavond de eer om te mogen openen voor de nieuwe grootmeesters van de psychedelica God Is An Astronaut. De band doet dat met verve. Alhoewel ‘band’. Atlantis is eigenlijk het project van de heer G.C. Heitinga, vandaag als gitarist fungerend. Live omringt hij zich met twee gitaristen, een drummer en een electronica-man. En dan niet zo'n watje met van dat sferisch geleuter, maar diepe bassen en andere gruizigheid, die meer nijgen naar industrial en breakcore dan hemelse sferen. Atlantis komt sowieso erg donker over. De drie gitaarpartijen stapelen laag op laag, naar grote hoogten vol noise. In de verten doet dit aan een band als Mogwai denken, maar die Schotten missen deze belachelijk vette toets/synth/sample-partijen en tegen stonerrock aanschurkende drums. 

Atlantis is een ware ontdekking in de postcore/postrock, of hoe dat 'hokje' ook gedefinieerd mag worden. Soms is hun muziek nog ietwat eenvoudig en eenvormig, soms net wat te fragmentarisch en net niet tot aan de volledige climax en waanzin opbouwend. Maar misschien is dat ook wel het doel. Een diep en schitterend grauw optreden is het prima resultaat voor een - nog - relatief onbekende band in het genre.

God Is An Astronaut mag inmiddels tot het grootse Roadburn-legioen toetreden. De heren zijn er klaar voor. Het juk van de progrock is gelukkig nagenoeg afgeworpen. Al klinkt de band soms nog wat klinisch, de psychedelische rock van het trio mag er absoluut wezen. De vergelijking die in de aankondiging wordt gemaakt met het ijle Sigur Rós is in mijn oren niet de juiste. God Is An Astronaut neigt meer naar moederschepen als 35007 en Monkey3, maar ook naar breed uitwaaierende rockbands als Amplifier en Oceansize. De door visuals ondersteunde nummers hebben slechts één groot minpunt. De einde's van de 'nummers' zijn ronduit erbarmelijk. Ieder stuk heeft een mooie kop en een volstrekt aantrekkelijke romp, maar een staart, daar hebben de heren blijkbaar nog nooit van gehoord. Alle nummers eindigen in het niets. Zelfs niet in een bak ruis of iets dergelijks (dat had in ieder geval nog als staart kunnen dienen). Ieder slotakkoord is onstrak of eindigt in een soort van omlaag dreunende ondefinieerbare sub-bas. Erg jammer.

Verder niets dan lof voor dit voor het overige strak musicerende drietal. Want hoewel God Is An Astronaut uit slechts drie muzikanten bestaat, lijkt het qua geluid of er minstens het dubbele op het podium staan. De band heeft hun loops, samples en andere toetsenpartijen deels op band meelopen. Ook de snarenbroers in de band variëren in diverse types geluid en stapelen laag op laag. Op deze wijze ontstaat een bombastisch en zeer indringend geluid, dat de oren doet roeren. Verbazing en opperste concentratie van het publiek valt hen ten deel. Het goed gevulde Doornroosje is dan ook vol lof of over de band en dat is niet meer dan terecht!