Silence is Sexy brengt de zaal en de fans in Luxor in verwarring. Deze band schrijft in potentie hele mooie liedjes, maar vanavond zijn ze in een baldadige bui. Een andere reden waarom ze sommige nummers afraffelen of verminken kan ik niet bedenken. Hoewel de muziek op hun laatste cd This Ain't Hollywood wat rustiger is dan we gewend zijn, trekken ze op het podium stevig van leer. Geholpen door een goed zaalgeluid staat de eerste helft van het optreden als een huis. De gitarist is als vanouds bezig om hier en daar een prettig desoriënterende partij te spelen, door bijvoorbeeld met een soort metaalborstel over de snaren te strijken. Als de band echter Southern Man van Neil Young inzet, is het gedaan met de pret. Het nummer wordt in een compleet ander arrangement gespeeld en wordt ontstellend zwak gezongen. Het liedje daarna is waarschijnlijk Night Out, het absolute prijsnummer van de laatste cd. Doordat het tempo te hoog is en de fraaie gitaarpartijen niet uit de verf komen is het nagenoeg onherkenbaar geworden. Bij het laatste nummer mag een jongen uit het publiek de gitaar overnemen terwijl de gitarist zelf aan de effectpedalen draait. Misschien leuk voor de mensen die vooraan staan, maar de rest van het publiek haalt in het gunstigste geval de schouders op en bestelt snel nog een biertje.
Na een klassiek muziekstuk komt Moke het podium op. Op een vrijwel donker podium met alleen spaarzame achtergrondverlichting wordt het titelnummer van The Long And Dangerous Sea gespeeld. Een spannend begin, dat de voorbode blijkt van een optreden dat regelmatig van stemming wisselt. De belichting is de hele avond grandioos, met hele warme gloedvolle tinten, zonder spots op de zanger en zonder vervelende lasereffecten die alleen maar afleiden van de muziek. De keyboards staan links vooraan, om aan te geven dat ze een belangrijk deel van de band zijn geworden. Toch duurt het minstens een halve set voordat ze eindelijk goed klinken. De gitaar van Phil Tilly is dominant, vol en helder. Ondanks de keyboards draagt hij nog steeds de band, dat is duidelijk. De afsluiter is The Long Way, echt zo'n 'omarm je vriendin'-ballad, die uitmondt in een spetterende gitaarsolo waarbij de gitaarroadie tot drie keer toe de versterker van Tilly een stukje harder zet. In de toegift komen echter de U2-trekjes hinderlijk bovendrijven. Eerst komt Maginn met een akoestische gitaar het podium op en moet de hele zaal 'na na na na na' zingen, dan het balkon, dan de mensen achterin, dan voorin, et cetera. Vervolgens moet iedereen zijn telefoon aanzetten en er mee zwaaien. Maar hebben we dat U2 niet ook al zien doen in de Arena? Tenslotte verlaten bij het laatste nummer de bandleden een voor een het podium, tot alleen de drummer nog speelt. En verrek, dat kunstje heeft U2 ook jaren gedaan! En komt Maginn niet uit (Noord) Ierland, heeft Anton Corbijn niet de hoesfoto gemaakt en klinkt Tilly niet af en toe als The Edge met veel echo en priemende gitaarlijnen? Als tenslotte One door de speakers klinkt is het eigenlijk glashelder: Kane kan opstappen, Moke doet een betere en waarschijnlijk oprechtere U2-imitatie.
Silence is Sexy laat het publiek in verwarring achter
Wil Moke de Nederlandse U2 worden?
Het was een mooi contrast op één avond: de speelsheid van Silence is Sexy versus de professionaliteit van Moke.