Madensuyu stormt in het CultuurCafé

Spits spel van welkome Gentenaren

Tekst: Judit Verlouw / Foto's: Klaas van der Pijl ,

Terwijl de onstuimige wind buiten de laatste bladeren van de bomen blies, nam Madensuyu de storm binnen over. De twee Vlaamse postrockers blijken graaggeziene gasten in het Nijmeegse. Ze speelden er voor de derde keer een krachtige, intense set.

Spits spel van welkome Gentenaren

Even lijkt het in het CultuurCafé bij slechts een dozijn aan toeschouwers te blijven, maar vlak voor het optreden van Madensuyu begint, stroomt het nog behoorlijk vol en is het zelfs een beetje dringen voor het beste zicht op de band. De twijfel of geluid en akoestiek in het CultuurCafé deze krachtige Vlaamse band wel goed zullen doen, ebt al na de eerste paar maten weg. Zelden was het geluid in dit café zo goed. De uitgebreide soundcheck werpt duidelijk zijn vruchten af.

Bij een aantal van de aanwezige Nijmegenaren ligt Madensuyu’s optreden in de Barbarossa Ruïne tijdens de Valkhof Affaire van afgelopen zomer nog helder in het geheugen, al was het alleen al vanwege de door weer en inspanning dampende drummer. Nijmegen is blij dat de Gentse mannen er weer zijn, en dat gevoel blijkt wederzijds: het nummer Ti:me wordt deze avond opgedragen aan Nijmegen, omdat Madensuyu zich hier erg welkom voelt.

Gitarist Stijn de Gezelle en drummer Pieter Jan Vervondel spelen vanaf het begin met hun kenmerkende energie en kracht, en deze lijken naarmate het optreden vordert alleen nog maar sterker te worden. Madensuyu´s muziek is over het geheel intens te noemen. Die intensiteit kan liggen in heel frêle klanken of in grof slagwerk en gitaargeweld. Vaak bouwt een nummer op vanuit enkel gitaar of drums, waarna het andere instrument bijvalt en tempo, volume en intensiteit opgeschroefd worden. Waar nodig ondersteunen loop, delay en noise deze Belgische postrock. Beide mannen spelen snel, spits en strak, maar laten ook mooie soepele uithalen zien.

Veel nummers van het recentste album D Is Done komen voorbij, maar ook wat ouder werk van het eerste album A Field Between, zoals Suck On More To Come, wordt niet vergeten. Enkele nummers merkt Vervondel op komische wijze aan als ‘dancetrack’, maar dat wordt niet helemaal opgepikt door het publiek. Dat verbaast op zich niet: hoewel de betreffende tracks inderdaad knallen, zijn ze wellicht niet zo soepel dat ze ruim toegankelijk zijn voor flink dansen.

De meeste nummers zijn goeddeels instrumentaal. Waar tekst voorkomt, wordt deze afwisselend gezongen en geschreeuwd. Andere stemklanken horen we in de vorm van woordenloos neuriën en kreten uit een diep binnenste.

De onderwerpen van de teksten zijn niet licht, maar toch klinkt de muziek helder, hoewel soms donker en zwaar. Gevoeligheid in tekst en klank kunnen De Gezelle en Vervondel zowel groot als klein brengen. Hierbij gaan ze geheel op in hun muziek en lijken soms als bezeten te spelen. Het voelt en oogt of deze muzikanten dit móeten doen, of zij niet anders kunnen en moeten dan dit spelen, dan muziek maken. En aldus, terwijl de onstuimige wind buiten de laatste bladeren van de bomen blaast, neemt Madensuyu de storm binnen over.
 
De cd's zijn al prachtig en zeer zeker de moeite van het (liefst duizendmaal) beluisteren waard, maar het bijwonen van een optreden geeft een absolute meerwaarde. Muziek op plaat kan veel in zich hebben en overbrengen, maar de energie die gezien en gevoeld wordt en de bezieling waarmee Madensuyu speelt bij een live optreden, zijn niet te vangen op een schijfje. Dus aan eenieder de vriendelijke doch dringende raad: gaat hen zien!