Camelot Live! met Rinka van Zundert en Long Conversations and the Closet Orchestra

Wat een weelde: americana én folk

Tekst: Jaap Pijpers ,

Afgelopen week vond weer een editie van Camelot Live! plaats in Café Camelot. De muzikale invulling van de avond werd verzorgd door Rinka van Zundert en Long Conversations and the Closet Orchestra. Twee artiesten met akoestische gitaren, dat vroeg om een rustig en intiem sfeertje. Al blijft het af te vragen wie na afloop daadwerkelijk de muziek gehoord heeft.

Wat een weelde: americana én folk

Iedere dinsdagavond is er live-muziek in Camelot. Vaak wordt deze avond gevuld met rustige muziek aangezien de meeste mensen komen om met elkaar te praten onder het genot van een drankje of simpelweg niet doorhebben dat er mensen gaan optreden. Helaas betekent het dan wel vaak dat de muziek een beetje ondergesneeuwd raakt, maar dat mag de pret niet drukken.

Rinka van Zundert speelt volgens haar MySpace-pagina americana, wat veel mensen met de simpele term ‘hippie’ associëren. Dat is wat kort door de bocht, maar het doet vermoeden hoe de muziek gaat klinken: ingetogen, vertederend en onderwerpen over de liefde en andere moeilijkheden des levens. Ze speelt goed en beschikt over een fijne stem. Ook probeert ze tussen de nummers door om interactie met het publiek te krijgen. Helaas is er door het geouwehoer en haar zachte stem weinig daarvan te horen, al moeten het vast pogingen tot grapjes geweest zijn want ze lacht er nogal guitig bij.
 
Als ze gaat zingen is ze opeens wonderwel te verstaan. De ogen gaan dicht tijdens haar zingen en misschien beeldt ze zich in dat ze ergens anders is. Waar er misschien meer mensen zijn die aandachtig luisteren? Als achtergrondmuziek is het zeker aangenaam en wellicht verdient haar muziek wel ietsje meer aandacht en publiek.

Hierna is het de beurt aan Long Conversations and the Closet Orchestra – een heerlijk korte naam voor een eenmansproject. Erachter gaat de 24-jarige Olaf Caarls uit Leiden, winnaar van de Grote Prijs van Zuid Holland 2008, schuil. Hij ziet eruit als de meeste jongemannen die gitaar spelen op deze leeftijd: schuchter, simpele kleren, studentikoos en een tikkeltje eigenwijs. En dan speelt hij ook nog eens akoestische gitaar en mondharmonica. Een vergelijking met Bob Dylan is dan natuurlijk zo gemaakt.

Als hij begint te zingen, blijkt het geluid ook wat van Dylan weg te hebben, erg folk, maar vooral omdat ook hij geen geweldige zangstem heeft. Aangezien het publiek er klakkeloos doorheen praat, schijnt niemand het te deren. De muziek kabbelt lekker voort en de mondharmonica zorgt voor een prima achtergrondsfeer. Er is zeker potentie te ontdekken en qua spel en techniek is het niveau zeer behoorlijk. De liedjes mogen wel wat spannender en ook diversiteit in de nummers zou geen overbodige luxe zijn.

Na afloop blijkt de dj dezelfde associatie als ik te hebben gemaakt, want prompt wordt er Don’t Think Twice, It’s All Right van Dylan aangezet. En dat was de muziek van beide singer-songwriters ook: als sfeermuziek zeer ‘alright’.