Het chirurgische schouwspel van The Faint

Voorprogramma Adept lokt vooral gemengde reacties uit

Tekst: Timo Pisart Foto's: Pim Geerts, ,

De meeste bands houden het geen decennia uit. Vaak drijft ruzie tussen botsende ego's, het sterven van het genie of een bemoeizieke echtgenote muzikale allianties uit elkaar. Zo niet The Faint, al goed dertien jaar aan de bak en 'still going strong'. Waar Adept vooral wenkbrauwen deed ophalen, veranderde The Faint met een superstrakke set Doornroosje in een kolkende massa.

Voorprogramma Adept lokt vooral gemengde reacties uit

In een ver, ver verleden kreeg een skatende puber uit Nebraska ernstige knieklachten. Skaten kon hij niet meer, dus besloot hij zich te richten op de muziek. Onder andere met Conor Oberst – die meneer van Bright Eyes – begon hij Norman Bailer, een punky discoband. Nu, een goed decennium, een andere naam en enkele bezettingswisselingen later bestaat de band nog steeds onder de naam The Faint. Een explosieve mix van dikke synths en snufjes metal met een grote schare fans. Vanavond speelt de goedgeoliede machine in Doornroosje, met als voorprogramma het Fries-Groningse Adept. Friezen zijn een vreemd volk. Het stereotype wordt door de vier mannen van Adept nogmaals bevestigd. Gekleed in grauwige, grungy kleding bestijgen ze het podium. Niet zelfverzekerd en glorieus als rocksterren, maar angstig en gesloten als geslagen honden. Gedachten als "we zijn slechts het voorprogramma" en "er zit vast niemand op onze muziek te wachten" lijken leesbaar van de gezichten. In de zaal staan inderdaad slechts enkele groepjes vroege vogels, duidelijk niet geïnteresseerd in de jongens. En dan barst het los. De zaal vult zich met dreunende synths, beats en vervormde zanglijnen, die niet voor ieder zijn weggelegd. Sterker nog, hoe underground wil je het hebben? De grimmige avant-gardemuziek zeurt, kreunt en gilt zich de hoofden binnen van de enkeling die het verdragen kan. Bewust van het publiek of de omgeving lijkt de band al lang niet meer. Spastisch bewegend veranderen ze in slaven van hun muziek. Genieten doen ze niet, het lijkt eerder een noodzaak, een oerkreet. "Pretentieuze arty farty teringherrie", zegt een toeschouwer na het optreden. Een ander rept van "het op één na slechtste voorprogramma dat ik ooit hebgezien". Slechts een enkeling loopt verdoofd weg, hunkerend naar een nieuwe shot. Een shot die Todd Fink, frontman van The Faint, wellicht zal geven. Verkleed als een soort gestoorde dokter is hij het gezicht van de band. Ook de rest van de band lijkt uit typetjes te bestaan. Fink wordt vergezeld door een twee meter lange Bob Dylan-look-a-like, een autistisch aandoende en spastisch bewegende toetsenist, en een drummer en gitarist die door zouden kunnen gaan voor holbewoner en metalhead. Een zooitje ongeregeld is het echter allerminst. Na een kort "God, it's good to be here" beginnen de moderne Victor Frankenstein en zijn mannen met chirurgische precisie en routine aan de uiteindelijk anderhalf uur durende set. Opgezweept door de hoekige, pompende muziek, de charismatische frontman en op doek geprojecteerde videobeelden begint het publiek onmiddellijk te dansen. Dat er op het podium weinig ruimte is voor spontaniteit en improvisatie deert niemand. Tegen de tijd het ijzersterke 'Paranoia' wordt ingezet, verandert Doornroosje in een dansende, zwetende massa. Het publiek heeft gekregen wat het wou: een avondje ouderwets stampen op ijzersterke muziek. En ik? Ik hunker slechts naar nog een shot.