“Is men Monokraft vergeten?”, denk ik bijna hardop. Een krap uur voor aanvang is de kleine kroeg nagenoeg leeg. Er zit slechts een tweetal heren zich aan de bar te bezatten. Hoewel de Nijmeegs-Arnhemse band mij zo’n twee jaar geleden aangenaam wist te verrassen tijdens de Dommelsch Locals Only-tour, was het daarna akelig lang stil rondom de tegendraadse indieband. Gelukkig zijn ze terug met een nieuwe cd in de zak en nog twee ‘doldwaze dagen’ in het verschiet. “Dadelijk kun je hier amper nog staan”, belooft het meisje achter de bar, “als het zo druk wordt als gisteren, althans.”
En gelijk had ze. Al bij voorprogramma The James staat het bomvol. Helaas niet met muziekliefhebbers, maar vooral met familie, vrienden, kennissen en een verloren buurman van de bands. Dit suffe publiek zal zich de gehele avond aan geen danspasje wagen. Dit publiek is waarschijnlijk te wijten aan het relatief korte bestaan van het radiovriendelijke The James, en dat is aan ze te zien. Zo doet de gitarist doodleuk alsof hij een aansteker omhooghoudt zodra de zanger aanvangt met een ballad en lijkt de bassist zich alleen te kunnen concentreren op zijn spel.
Met dat spel is echter weinig mis: de charismatische zanger heeft een gouden strot die laveert tussen het lage gebrom van Jim Morrison en de zuivere schreeuwen van Eddie Vedder. Het sterkste nummer van de set, helaas ontactisch in het midden geplaatst, zou zo op 3FM kunnen verschijnen: met slechts twee akkoorden, een ijzersterke spanningsboog en leuke oeh-oeh-koortjes blijft dit nummer boeien. Als The James de rest van hun set naar dit niveau weten te trekken, zouden zij nog wel eens heel populair kunnen worden. Nu boeien zij helaas nog te weinig om zich aan het ‘beginnende-bandjesimago’ te kunnen onttrekken.
Terwijl familieleden nog bijpraten met kennissen en de muziek nog draait, begint Monokraft opeens te spelen. Van hard en zwepend naar teer en breekbaar, van dromerig naar hoekig, de band schiet door een divers geluidslandschap zonder gedwongen te klinken. De eerste nummers hebben nog wat weg van Radiohead ten tijde van ‘The Bends’, later klinkt de muziek vooral heel erg Monokraft: mooie melodieuze indie die af en toe wordt onderbroken door hoekige, felle dissonanten.
Het enige dat dit optreden weet te verstoren, is het eerder genoemde – inmiddels dronken - tweetal. Lallend en schreeuwend verpesten zij de sfeer, waardoor de band noodgedwongen een nummer stillegt. “Kan iemand hen even de uitgang wijzen?”, vraagt zanger Coert de Boe. Hoewel de rest van de band er heel gewoontjes uitziet, steelt hij met grappige quasi-dramatische poses en een warrig maar charismatisch gezicht de show.
En dan gebeurt het: een gigantische knal na het einde van het laatste nummer, en overal dwarrelt confetti neer. “Het smaakt minder dan vorige keer”, grapt De Boe zodra er ook wat in zijn mond belandt. Dat mag zo wezen, maar Monokraft smaakt naar meer.
De doldwaze dagen van Monokraft
Ondanks het suffe publiek een prachtoptreden
Drie doldwaze dagen achter de Bijenkorf in Arnhem. Dit keer echter geen burgerlijke kledingstukken, maar een pracht van een indieband in de aanbieding. Weggestopt in een veel te kleine bruine kroeg vierde Monokraft het voltooien van hun nieuwe cd ‘Certain Information Has Come To Light’. Waar voorprogramma The James een doodnormale afgeprijsde sjaal was, bleek Monokraft het perfect passende jasje dat je nooit verwacht had te kunnen vinden.