Zo Moeilijk is klaar om gehoord te worden in Nederland

Levendige releaseparty 'Nijmeegse Modo'

Tekst: Bram van Boekholt/ Foto's: Martijn Koster, ,

Het was raak in Merleyn tijdens de release-party van 'Nijmeegse Modo' van Zo Moeilijk. De Nijmeegse hiphop zwaargewichten wonnen hun titelgevecht met een hand op de rug en verzekerden zich van een plek in de ere-divisie van de Nederlandstalige rap.

Levendige releaseparty 'Nijmeegse Modo'

Rappers Nosa en Rosco rennen door het bos. “Stop maar, we kunnen niet meer worden ingehaald. We hebben het gered.” Wat gered? Ingehaald door wie? De Nijmeegse politie? Een rivaliserende groep? Nee, Nosa en Rosco hebben het gered tot het hoogste niveau in de Nederlandse hiphopscene. Hun tweede album ‘Nijmeegse Modo’ komt uit op het vermaarde TopNotch label. Dat deze releaseparty niet in TopNotch-stad Amsterdam plaatsvindt zal te maken hebben met het lokale karakter van de groep. Nijmegen is de stad die ze met hart, ziel en rap vertegenwoordigen. Zo wordt het enthousiaste publiek in de track ‘1977’ duidelijk gemaakt dat Nosa in de wijk De Voorstenkamp opgroeide en zich ontpopte van de smalle, schuchtere toeschouwer bij het basketbalpleintje, tot de brede en goedgebekte rapper die hij nu is. Op deze releaseparty knallen ze uitsluitend nummers van het nieuwe album ‘Nijmeegse Modo’. Zo ongeveer alle 19 tracks van het album komen aan bod. En hoe! Ze kennen hun eigen rijms perfect, zo blijkt na terugluisteren van het album. Het titelnummer ‘Nijmeegse Modo’ wordt aangekondigd als het Nijmeegse anthem. Het zijn niet zo zeer de herkenbare landmarks, waar bijvoorbeeld Frank Boeijen wel over zong, maar juist het herkenbare Nijmeegse accent dat het gevoel van de stad overbrengt. Voeg hier wat Surinaamse street-language en de met Joegoslavische invloeden doorspekte beats aan toe (“Nikes’ beats klappen als een fucking applaus!”) en Nijmegen is minstens zo werelds als Amsterdam. De nummers zijn niet louter bragging and boasting. Middels de rijms leren we de rappers beter kennen. Deze kennismaking zorgt er ook voor dat we de mannen beter leren begrijpen. Zo blijft de Surinaamse achtergrond belangrijk (op het podium gaat de vlag van hand tot hand). En omdat de warmte in Merleyn de hitte van het land bijna evenaart is het tijd voor een vrolijk dansje op de warme klanken van mama’s vroegere slaapliedjes. Echter, meneer Ruys - de Nijmeegse rapper die ook een skit op het album heeft onder het alter ego ‘Eddie’ - brengt het publiek terug naar een killere sfeer. Eddie verklaart zich onbegrepen te voelen en verkondigt meermaals de liefde aan opblaaspop Sandra. Deze kille en gure sfeer komt terug in Zo Moeilijk’s track ‘Croy’. Dit lijkt een van de weinige echte boodschappen die de groep wil overdragen: laat je niet in met deze vorm van zwarte magie. De track is daardoor een vreemde eend in de bijt. Het feestje wordt echt levendig wanneer hypeman Ra het drietal op het podium komt versterken. En wanneer de hooggeachte gasten Sticks en Rico worden aangekondigd is het duidelijk hoe serieus Zo Moeilijk genomen mag worden. Deze vaderlandse rapgrootheden blijken veel vertrouwen te hebben in de Nijmegenaren. Samen brengen ze het nummer ‘Nachtwakers’, en Zo Moeilijk wordt beëdigd tot een van de fakkeldragers van de Nederlandse hiphop. Nosa, Rosco en Nikes worden letterlijk omarmd na het afronden van hun show. Het feestje is goed gevierd door de fans - de ‘Moeiligans’ - getuige het bier, de whisky en het zweet op de grond na de heftige pits. Zo Moeilijk is klaar om gehoord te worden in Nederland. Zo wereldvreemd is dat accent van deze Nijmeegse boys, met eigen taal, eigen Waalkade en een eigen geluid zeker niet meer.