PAN Local Edition met TAP en Taxidermist

Over analoge projecten en de kunst van het dierenopzetten

Tekst: Sebastiaan van der Lans ,

De PAN Local Edition edities - nummer 8 alweer deze keer - zijn mooie gelegenheden kennis te maken de hedendaagse locale muziekscène. In Merleyn waren deze editie The Analog Project en Taxidermist aan de beurt, wat resulteerde in een avond degelijke muziek. Niets meer en niets minder. Het aantal bezoekers had wel iets hoger gemogen.

Over analoge projecten en de kunst van het dierenopzetten

Voor wie geen genoeg kan krijgen van The Analog Project (TAP); pas in februari staat de band weer op het podium. Vanavond werd aangekondigd dat de mannen binnenkort de studio induiken om (analoog?) een viertal nummers op te nemen voor een plaat die uiteindelijk twaalf nummers zal gaan tellen.  Een pauze dus van een aantal maanden, en het is gezien het enthousiaste spel duidelijk dat de band nog even wil vlammen alvorens de zweterige hel die studio heet te betreden. Jammer genoeg worden band én publiek de eerste paar nummers geplaagd door een vervelende kraak als gevolg van een technisch mankement. Gelukkig weet TAP dit professioneel op te lossen zonder in paniek te raken, een teken dat de band een geroutineerde en goed geoliede machine is.

Dit blijkt ook uit de rest van het optreden. De emo-(pop)rock van TAP wordt strak de zaal in geslingerd en de nummers hebben stuk voor stuk een kop en een staart. Over de kwaliteit van de wel heel toegankelijke muziek kan worden getwist: de een smult ervan, voor de ander is het te plat en te glad. TAP is een band die zou kunnen zijn voortgekomen uit het programma Rock Nation: getalenteerde muzikanten, goede looks, maar echt spannend is het niet.

Bij Taxidermist gaat het er een stuk rauwer aan toe. Dat valt ook wel te verwachten met zo’n bandnaam trouwens, die letterlijk ‘kenner en beoefenaar van het opzetten van dieren’ betekent. Met een mengelmoes van venijnige rap, soul, funk en rock wordt er getracht een enerverende set neer te zetten. Dit lukt ten dele: de eerste helft van de set is opzwepend en zowat dansbaar. Invloeden van grote namen als Rage Against The Machine en The Beasty Boys zijn duidelijk hoorbaar en de twee toetsenisten die Taxidermist rijk is, geven zeker een extra impuls aan het geheel. De toetsenpartijen en gitaarlijnen krijgen afwisselend een hoofdrol en staan niet in elkaars schaduw, zoals vaak het geval is bij het gebruik van toetsen.

Ook de refreinen verdienen een compliment. In de vaak chaotische passages zijn deze aangenaam verwerkt, hebben goede zanglijnen die blijven hangen en vormen zo een rustpunt. De her en der te lezen kritiek op de keuze van Taxidermist voor een zanger is volgens ondergetekende dan ook niet terecht. Hij heeft voor deze band het goede stemgeluid voor zowel raps als ‘gewone’ zang en blijft in snelle passages goed overeind. In het tweede gedeelte van de set zakt de boel enigszins in elkaar helaas.

Er wordt gekozen voor meer uitgesponnen stukken die herhaaldelijk doen denken aan de psychedelica van het vroege Porcupine Tree en de groovende trips van 35007. De aandacht verslapt hier, omdat de nummers geen duidelijke opbouw en structuur hebben en wat oeverloos uiteen waaieren. Een opbouw die wat meer in balans is zou de setlist in het vervolg zeker goed doen.

Een avondje degelijke muziek, verzorgd door twee totaal verschillende bands. Zo kan deze editie van PAN Local Edition de boeken in. Echt verrassende momenten ontbraken. Maar goed, op een gewone doordeweekse woensdagavond moet je ook niet te veel willen verwachten misschien. Het breekt in ieder geval wel lekker de week. Jammer dat de rest van Nijmegen daar anders over denkt, wat meer publiek was de gezelligheid zeker ten goede gekomen.