Vorige week was het vooral heerlijk zomers terrasweer, en het was dus ook niet zo vreemd dat het met de drukte in het redelijk warme café van Camelot zelf wel mee viel. Zij die de hitte trotseerden waren echter getuige van een bijzonder fijn avondje singersongwritermuziek. Op het programma stonden de Amsterdamse Bo Terry en Marielle Woltring, die vanavond solo een aantal nummers van haar band Lavalu kwam vertolken.

“Ik ben er vandaag pas achter gekomen dat ik best wel een accent heb”, zo introduceert een scherp ogende blondine haar optreden van afgelopen dinsdag in café Camelot. “Ik zal er een beetje op letten vanavond”. Vol mag het dan wel niet zijn in het café op deze warme avond, het creëert wel een ideale situatie voor een singer-songwriter als de Zaanse Bo Terry: een publiek dat ook echt komt om te luisteren. En dat is maar goed ook, want haar werk leent zich niet echt voor een passieve luisterervaring in een rumoerige kroeg. Met haar minimalistische getokkel en haast verhalende zangstijl heeft ze nog het meest weg van een troubadour uit de jaren ’60, minus de politieke lading van die tijd.

Meer een poëet dan een zangeres, met Nederlandstalige teksten die niet altijd even eenvoudig te doorgronden zijn. Impressies van Amsterdam, verliefdheid, melancholie: clichéonderwerpen die Bo op haar eigen abstracte wijze benadert. Een interessante aanpak, maar mede door de behoorlijk sobere muzikale omlijsting toch geen makkelijke kost. Dan weet Marielle Woltring het publiek wat makkelijker te bekoren met haar pianoklanken. Het brein achter jazzy popband Lavalu staat vanavond weliswaar zonder haar bandmaatjes op het podium, dat gemis doet zich maar zelden gelden. De kern van de liedjes blijft in gestripte vorm prima overeind, en af en toe werkt de sobere aanpak zelfs beter. De blazers op single ‘Great Expectations’ bijvoorbeeld maken het nummer op plaat misschien wat aan de zoete kant, maar teruggebracht tot enkel piano en zang is het een warm en emotioneel beladen hoogtepunt; meteen ook het eerste echte kippenvelmoment van de avond (het tweede zou later bij het immer intieme ‘Cradle Song’ komen).

Naast prachtige, intieme liedjes heeft Marielle echter nog veel meer noten op haar zang. Bij het openingsnummer weet ze bijvoorbeeld perfect het zweverige en sobere van Lisa Germano in al haar ongemakkelijke glorie naar boven te halen, terwijl ze verderop in de set zich weer van een luchtigere, speelsere kant toont. Bij de Annie Lennox cover ‘Why’ lijkt ze het origineel weer compleet te ontleden tot de kern, om het vervolgens opnieuw op te bouwen met dezelfde zware tekstuele lading en dito spanning (het nummer gaat over een echtscheiding), maar zonder het ietwat zeurderige refrein. Indruk weet ze ook te maken met ‘Rock Maniac’, normaal toch een echt bandnummer dat in een prettig ontspoorde jazzchaos uitmondt. In de originele uitvoering van dat nummer heeft haar Rachmaninov-improvisatie vooral een dienende rol, en het is pas in uitgeklede vorm dat je merkt hoe knap haar spel bij dat nummer eigenlijk is.

Achteraf meldt ze nog dat de avond uiteindelijk is gered door Sonnema Berenburg (ze had vooraf wat last van zenuwen en een slepende keelontsteking), maar daar doet ze zichzelf te kort mee. Marielle Woltring is een multitalent, en bewijst vanavond dat ze ook zonder de opsmuk van triphop en een diepere instrumentatie haar publiek muisstil te krijgen. Niet zozeer beter of slechter (Lavalu in volledige bezetting is ook een bijzonder prettige live-ervaring), maar vooral anders. Persoonlijker, intiemer, ontwapenend. Of ze nog vaker in haar eentje het podium op zal kruipen is nog de vraag, maar mocht er zich nog een keer een mogelijkheid voordoen, dan is er bij dezen in elk geval de bevestiging dat het absoluut de moeite waard is.

Bo Terry

Bo Terry

Lavalu

Lavalu