Was de jury in de voorrondes nu een stuk kritischer, of is de oogst dit jaar gewoon wat minder? Het is misschien wat flauw om naar het ontbreken van een streng selectiebeleid voorafgaand aan de voorrondes te wijzen, maar feit is wel dat de koren-scores in 2008 achterblijven op die van voorgaande jaren. Zo kan het dit jaar voorkomen dat bandjes met magere zesjes – vorig jaar enkel toebedeeld aan de mindere goden – toch vrij makkelijk naar de halve finales konden doorstoten. Maar is dit nu gewoon te wijten aan een nukkige jury, of leggen deze statistieken toch de nodige zwakheden bloot bij de huidige lichting?
Zo zou je op papier vermoeden dat de Aaltense skaband Spawn tot de absolute favorieten gerekend kan worden. Zo hebben ze meer dan honderd optredens op hun naam staan (meer dan die van alle andere deelnemers bij elkaar opgeteld!), stonden ze een paar jaar terug al op de Popronde, en hebben ook al de nodige nationale aandacht genoten van radio en tv (o.a. met een clip op TMF). Maar ondanks die indrukwekkende staat van dienst gaat Kaf en Koren toch niet die triomftocht worden waar ze wellicht op hadden gehoopt. Want hoewel de markt voor skamuziek klaarblijkelijk nog altijd springlevend is, heeft het genre an sich al decennialang weinig nieuws meer te melden. Op zich weten de Achterhoekers het genre vanavond prima uit te buiten voor een aanstekelijk feestje (beter ook dan in de voorronde), maar zij gaan ska zeker niet uit haar creatieve crisis slepen. Daarvoor speelt Spawn het toch te veel op safe: ze hebben een prima mix van ska en reggae in de vingers, maar het blijft allemaal wat risicoloos en vlak.
Aan de andere kant kun je je afvragen of Spawn zich nu echt veel van dergelijke kritiek hoeft aan te trekken. Aangezien de meeste Nederlandse festivals jaarlijks een skaquotum lijken te moeten vullen, kan een capabele skaband als Spawn het ook prima redden in het live-circuit zonder allerlei moeilijkdoenerij en hoge jurywaarderingen. En zo is het eigenlijk ook met de tweede band van de avond: als je maar een niche weet te vinden waar de (regionale) markt nog niet compleet verzadigd is, dan kun je daar toch een zeker bestaansrecht aan ontlenen. Al zal de symfonische metal van Segunda beduidend minder mensen aanspreken dan de ska van hun voorgangers. Met hun keuze voor symfo/prog isoleren ze zich duidelijk tot een klein wereldje van echte liefhebbers en met hun optreden voor een doorsnee publiek van studenten vanavond zijn ze ook eerder een curiosum dan een trekpleister. Over het algemeen houden ze zich nog redelijk in: ze verzanden nooit in de oeverloze bombast dat het genre eigen is, maar weten de nummers redelijk kort en bondig te houden.
Sowieso zijn ze gezegend met een sterke bassist en een charismatische frontman, die met de nodige theatrale Grote Gebaren en een krachtig stemgeluid toch het sterkste wapen blijkt te zijn van het vijftal. Maar met hun drukke akkoordenschema’s, zwaar aangezette, epische melodieën en vooral de veel te foute toetsen (oh god, die toetsen!) lijken ze toch een beetje de verkeerde band op de verkeerde plek, hun immense merchandisetafel ten spijt. Je weet gewoon dat er mensen zijn die zelfs bij het lezen van deze woorden in een vurige luchtgitaarsolo zullen uitbarsten, maar hun Savatage-sound is aan het Kaf en Koren publiek niet echt besteed vanavond. Tja, en dan lijkt de voorronde-jury het uiteindelijk toch goed gezien te hebben met hun zuinige scores voor Spawn en Segunda. Op basis van diezelfde voorrondes is Rag and Bone degene met de beste kans op een plek in de finale en die favorietenrol komt eigenlijk geen moment in gevaar.
En ach, Rag and Bone heeft daar ook eigenlijk een te slimme formule voor, eentje waar niemand zich snel een buil aan zal vallen. Ze lijken vooral een pagina uit het boek van Room Eleven te hebben genomen: een versmelting van jazz, blues en het typische chansongeluid, smaakvol gebracht met onder andere accordeon, contrabas en een meertalige zangeres, en dat alles gebracht met een heel stijlvol jaren ’20 nachtclubimago. Niets wat we nooit eerder hebben gehoord, maar toch met een zekere frisheid die de regio wel kan gebruiken. Kwalitatief is er ook weinig aan te merken op de nummers van Rag and Bone, al blijft het af en toe wel wat te braaf en glad; iets meer gekheid en muzikaal risico mag er wel worden genomen. Het rumoerige Merleyn-publiek geeft ze alleen niet de respectvolle stilte die ze verdienen, waardoor het beklemmende sfeertje van hun sterke voorrondeset niet wordt gehaald.
Al hadden ze natuurlijk wel de context tegen dit keer: Rag and Bone moet je eigenlijk op een zonnige zomeravond op een Frans terrasje laten spelen, niet als toetje van een mopje ska en een symfonische progrockband. Maar zelfs een minder optreden van Rag and Bone weet de nodige indruk achter te laten, en het is ook niet zo vreemd dat zij hiermee hun plek in de finale weten veilig te stellen. Spawn of Segunda zijn nog wel in de race voor een wildcard voor diezelfde finale, dus zij zullen (met ons) benieuwd hun vizier richten op volgende week donderdag. Dan zullen Divided By Hearts, Ragtag & Bobtails en Boolean in de tweede halve finale aantreden, om 21.00 uur in Merleyn.