Chicadeliq tart de wetten van de muziekwereld

Arnhems viertal groeit in rol van anti-band

Tekst: Maarten Wagemakers / Foto's: Paul van Dijk, ,

Men neme drie klassiek geschoolde zangeressen die zomaar een onbekend instrument in de handen wordt geduwd, een acteur die niet alleen zingt maar ook regelmatig in een monoloog uitbarst, een hoop belachelijke outfits en een rond een krakkemikkige casio gebouwd futuristisch electropopgeluid. Het bleek meemaken en erbij zijn.

Arnhems viertal groeit in rol van anti-band

Eigenlijk is Chicadeliq gewoon één grote grap. Of een bijzonder gehaaide postmodernistische aanklacht tegen de verwachtingspatronen van de hedendaagse muziekwereld. Of zo. Feit is wel dat de zelfverklaarde arty-farty-barbierock van het viertal op z’n minst opvallend genoemd kan worden. De lineup is op zich redelijk indrukwekkend: zo herbergen ze met Yaso Romero Fernandes (o.a. solo, Yamundo), Marielle Woltring (Lavalu) en Miriam Moczko (solo, Push) meer vocaal talent in één band dan de meeste lokale bandjescompetities bij elkaar doen. Maar welke andere band heeft zoveel fantastische zangeressen, om die vervolgens allemaal te verbannen naar instrumenten die ze amper beheersen, en daarna een acteur (Jacques Riebeek) als zanger te bombarderen? Die ook nog eens regelmatig in een bizarre monoloog uitbarst tussen de nummers? En dan hebben we het nog niet eens gehad over de flamboyante, overdreven sexy outfits van de dames (zie foto's), of de wel erg banale teksten bij vlagen (‘Sex is our religion / Porn must be our art / We live for the ambition / To fuck this world apart’). Het zijn allemaal blikvangers die te fout voor woorden zijn, maar verdorie, met zo’n verkooppraatje moet je zo’n band eigenlijk gewoon een keer live zien. En let wel, dan is er over de daadwerkelijke muzikale prestatie nog altijd met geen woord gerept. Maar heeft Chicadeliq ook muzikaal nog wat te melden? In principe trekt de band hun tegendraadse kijk op de popwereld ook door naar hun composities, en vanavond in Café Dollar$ lijkt de band er dan ook vooral een sport van te maken om de luisteraars continu op het verkeerde been te zetten. Hun favoriete aanvalswapen is een oude casio, waarmee ze hun publiek regelmatig tergen door er steeds nèt een noot naast te lijken zitten. Het ongemakkelijke, soms zelfs spookachtige resultaat (‘kultrock’) is tegelijk foeilelijk en intrigerend, maar weet daarmee ook perfect de aandacht van het publiek vast te houden. En hoe piepend en rammelend sommige nummers ook mogen zijn, de band weet altijd wel een break in te bouwen waarbij alles perfect in elkaar lijkt te schuiven met een fraai stukje samenzang. En waar ze bij nummers als ‘Part 2’ en ‘Boys’ geen doekjes winden om hun expliciete, sexuele boodschap, is er net zo makkelijk tijd voor een smaakvolle, melancholische kijk op onverwoestbare, eeuwige liefde (‘Goes’) of een stukje Poesjkin (‘Het laatste najaar’). En met een sterke cover van Noir Desirs ‘Marlène’ beantwoorden ze ook maar meteen de vraag of ze nu echt kunnen spelen of niet: ja, dus. Het is eigenlijk vooral bij de oudere nummers dat je sporen van hun zelfverklaarde onwennigheid met de instrumenten kunt terugvinden, door het beduidend simpelere en minimalistische samenspel. Het is nog niet allemaal even geweldig wat de band vanavond laat horen, maar de nieuwere nummers zijn toch al wat sterker dan die van hun demo. Door allerlei andere projecten zullen de dames en heer van Chicadeliq wellicht niet al te vaak aan nieuwe nummers kunnen werken, dus waarschijnlijk het zal voorlopig een groeiproces in slow motion blijven. Maar of het nu hun aparte, haast futuristische geluid is dat de meeste wenkbrauwen doet fronsen of juist de mooie benen van de bassiste, onze aandacht hebben ze nu in elk geval wel. En daar was het ze stiekem ook wel om te doen. Grap of geen grap.