Normaliter wordt de finale van de Roos van Nijmegen gehouden op Hemelvaartsdag, dit jaar is alles vanwege vroege data anders en is er gekozen voor een andere datum. In een nog matig gevuld Doornroosje geven de jonge retrorockers van The Reef om acht uur de aftrap van de avond. De band, die ook in de vierde voorronde van het festival speelde laat zich vanavond niet van hun beste kant zien. Het spel is rommelig in de snellere stukken en ook het totaalgeluid werkt niet mee. De toetsenpartijen klinken totaal niet in de muziek. Ook de setopbouw laat te wensen over. The Reef start met een nummer waarin het nog ‘koude’ publiek gemaand wordt mee te zingen, dat werkt natuurlijk nooit bij een band waarvan, op enkele fans na, nagenoeg niemand de nummers kent.
Een probleem waar de meeste bands vanavond last van lijken te hebben is een ander punt van setopbouw; in plaats van een knallend slotakkoord wordt er geëindigd met het minst aansprekende nummer van de hele setlist. Ook al wordt het tamelijk misplaatst aangekondigd als traktatie, het slaat, net als de pogingen tot goed bedoelde rock-‘n-roll-gebaren, de plank volledig mis. The Reef doet echt haar best, maar het optreden in de voorronde was simpelweg vele malen beter, zouden de zenuwen het gewonnen hebben van het zelfvertrouwen? Taxidermist, de tweede band op het podium, vraagt om te dansen. Al nodigt hun muziek er zeker toe uit, het publiek wil (nog) niet. Misschien is de heavy cross-over van het vijftal er ook net een tandje te lomp voor?
Al dient gezegd te worden dat het met de groove bij deze band wel helemaal goed zit. De pompende bas in combinatie met de loeistrakke drums vormen een vette groovemachine voor de dubbele toetsenpartijen. Zoals ook in de recensie van de derde voorronde van de Roos van Nijmegen vermeld, blijft de zang hier ver bij achter. Ook de techniek van het gitaarspel van deze frontman laat te wensen over. Echter, dit zorgt niet voor problemen in het totaalgeluid, het gitaarspel is gelukkig slechts puur functioneel. De toetsenisten zorgen voor het échte werk qua melodievormgeving. Ondanks ook hier de wat vreemde setopbouw (OK, het zijn ook maar vier nummers in dertig minuten) lijkt Taxidermist, met hun kwaliteiten, een kanshebber op een prijs deze avond. Derde band op het programma zijn de jongens van Cohen, oftewel The Cohens. Ook bij deze jongens; een prominente rol voor de toetsen. Echter, bij dit trio geen bas of gitaar of wat voor een ander melodieus instrumentarium. Slechts bestaande uit een minimale bezetting van drummer, toetsenist en zanger rammen The Cohens er tien nummers in een klein half uur doorheen.
Een gedeelte van het, inmiddels wat meer in grotere getale aanwezige, publiek vind het zeurend saaie muziek die maar blijft doorratelen. Het andere gedeelte van het publiek wordt er enthousiast door opgezweept. The Cohens zijn niet makkelijk te plaatsen als een soort/stijl muziek. Ondergetekende trekt een vergelijking met de tamelijk obscure Amerikaanse band Oneida (wie The Cohens een warm hart toedraagt, check Oneida ook eens!!), 60’s punk en artrock. Het is een neurotisch trio dat op een tamelijk verrassende wijze zowel arty-farty klinkt als behoorlijk rock-’n-roll. Opvallend is hoe de toetsenist van deze band zittend speelt met een deel van zijn apparatuur op zijn bovenbenen. Gaandeweg het optreden wordt de geluidsafstelling beter en is hoorbaar hoe heerlijk ruw en scheurend zijn geluid is.
Ondertussen rauzen zang en drums met eenzelfde vaart gewoon door. Een optreden van The Cohens mag zeker niet te lang duren, dat komt de explosiviteit (en het kunstje) ten goede. Gray Code speelt deze avond wel wat beter dan in de voorronde. Daarentegen, voor veel beroering kan de band nog steeds niet zorgen. Het zijn leuke jongens om op het podium aan het werk te zien en ze zijn ook zeker enthousiast. En hoewel ze zich, gezien ons interview in aanloop naar deze finale, behoorlijk op de borst slaan qua kunnen, valt er geen enkele opmerkelijke kwaliteit aan de muzikanten of de nummers te benoemen. Dat maakt het er niet beter op en eerlijkheidshalve snap ik ook niet wat deze band in de finale te zoeken heeft. Een meer opzienbarende band uit de voorronde als Dead Man Running was hier veel beter op z’n plaats geweest.
Laatst, maar zeker ‘not least’ deze avond, staat het zooitje ongeregeld Jacky Heretic op de bühne. Tenminste, als je de heren op het podium ziet staan, denk je naar een radicale puinhoop te kijken, wanneer je goed luistert valt dat zeker mee. OK, het is knoerthard en totaal niet catchy wat Jacky Heretic de zaal in smijt aan geluid. Toch zitten de composities behoorlijk goed in elkaar en worden deze, ondanks de enorm energieke performance van de bandleden, op tamelijk strakke wijze uitgevoerd. Jacky Heretic valt goed te plaatsen onder de stroom bands die in de slipstream van een band als Dillinger Escape Plan meekomen. En gelukkig nemen ze hun, meestal overserieuze muziek, ook met een knipoog, gezien het uiterlijk van de bandleden (mooie roze onderbroek etc.) en de aan- en afkondigingen tussen de nummers door. Tot een echte grootse circle-moshpit wil het maar niet helemaal komen, maar heftig, dat is het optreden zeker.
De winnaar van de Roos van Nijmegen zijn The Cohens. Een keuze waar het publiek, zoals gewoonlijk, niet zo mee eens lijkt. Het publiek kiest Jacky Heretic als hun favoriet. Opvallend feit is dat Taxidermist tegen de verwachting in geheel naast de prijzen grijpt, want Jacky Heretic wint behalve de publieksprijs ook de tweede prijs. Een redelijk onverwachte uitslag, maar dat blijf je houden bij popwedstrijden. Het blijft een kwestie van mening, keuzes maken en compromis. De finale van de Roos van Nijmegen is altijd een hartstikke gezellige avond waar je in een notendop het jonge/nieuwe talent uit de streek kan aanschouwen. Al is dit niet de beste editie van het festival, er zit in ieder geval gelukkig nog leven en diversiteit in de Nijmeegse muziekscene.