Pick-Up onderzoekt de mogelijkheden op ‘Loop End’

Dingen die je óók met een gitaar kunt doen

Tekst: Bekker, Flohr, Kok, Roelofs & Willemsen ,

Niet iedereen is thuis in de wereld van de drones, effecten en vervormingen. En niet elke 3VOOR12-lezer zal dagelijks luisteren naar nummers zonder ritme of melodie, zoals Pick-Up die maakt. Daarom volgt hier een recensie voor en door leken, die er volledig zonder verwachtingen instappen. Onconventionele muziek beluisterd door ‘traditionele’ muziekliefhebbers.

Dingen die je óók met een gitaar kunt doen

De gemiddelde muziekliefhebber kan niet direct iets met het soort muziek dat Pick-Up maakt. Pick-Up, een project van Martin Luiten en Frans de Waard, is gitaarmuziek, maar nauwelijks meer herkenbaar als zodanig. Allerlei effecten en vervormingen worden ingezet op de lp Loop End. Bovendien staan de nummers mijlenver af van het geijkte ‘coupletje-refreintje’. Van ritme of melodie is geen sprake. Voor veel muziekliefhebbers is dat onbekend terrein. Vijf ‘beginners’ beluisteren samen de plaat en geven hun commentaar:

“Staat ie al aan?” De eerste track zorgt direct voor hilariteit. Het is echt even wennen. “Het is geen dansbaar nummer”, concludeert iemand na minutenlang luisteren naar één aanhoudende toon. Dan menen we toch een ontwikkeling waar te nemen. Er komt iets op. Het lijkt of er wordt opgebouwd naar een climax, maar die komt niet. We worden vastgehouden.  

De eerste halve minuut van track twee bevat al meer tonen dan het hele vorige nummer bij elkaar. We proberen, door de vervormingen heen, te reconstrueren welke instrumenten zijn gebruikt: gitaar, computer-of-iets-dergelijks, basgitaar misschien, en een koffiekopje. Het sferische nummer zou het goed doen bij een videoprojectie in een kunsthal. Er hoort beeld bij. Een jolige aanwezige: “ik denk dat dit leuk is om te luisteren als je iets hebt geslikt.” Nog joliger aanwezige: “ik denk dat je dit dan maakt”

Over nummer drie: “Dit klinkt te gewoon, dit duurt vast niet lang”. En inderdaad.

Track vier: Hier beginnen de meningen uiteen te lopen. Twee aanwezigen geven aan dat de muziek hen meevoert. Een ander voelt zich op afstand gehouden: “Het is een expressie van afstandelijkheid die de makers mogelijk zelf ook ervaren”.

En dan het laatste nummer, dat algemeen in de smaak valt. Er wordt weer gespeculeerd over de geluidseffecten: “Je kunt dit met een magneetje doen, dan gaat de snaar trillen en klinkt als een zingende zaag”. Tevens heeft deze track iets van een compositie, terwijl de rest meer leek op een opeenstapeling van effecten. ‘Compositie’ betekent hier niet per se dat er van tevoren over is nagedacht, maar dat er elementen in zitten die zich tot elkaar verhouden. Iemand merkt dan ook op dat “dit nummer nog het meest in de buurt komt bij wat ik als muziek beschouw”.

Onze bewondering voor mensen die zulke bijzondere dingen met instrumenten kunnen doen is groot. Maar het gebrek aan ontwikkeling in de muziek breekt ons op. Het lijkt steeds of de muzikanten zich geen raad weten, niet weten welke kant het op moet. Dat is niet vreemd, aangezien de plaat geheel en al improvisatie is, opgenomen op twee regenachtige middagen. Wij, niet met improvisatie bekende luisteraars, wachten steeds op een lijn, wat je bij dit soort platen vermoedelijk gewoon niet moet doen.

Al met al is het panel gematigd positief over de plaat. Hij heeft sfeer. Zoals opgemerkt  houdt de muziek wel afstand, maar blijft ook spannend. Er zit steeds net genoeg opbouw in om de luisteraar niet te doen afhaken. Zelf een passage horen? Klik hier!