Vaak zie je aan een band meteen wat voor muziek je kunt verwachten. En anders hoor je het wel. Zo ook bij June Arc. Een enkele minuut je oor te luister leggen en je weet het: dit is niets meer of minder dan wat men ook wel melodieuze rock noemt. “Volwassen emo”, noemen ze het zelf. Voor mij is daarmee de kous al af. Maar nederig de muziekwetenschap dienende valt over deze negatieve prikkeling van de op gruizige rock-‘n-roll en electrogeweld afgestemde trilharen in mijn oren nog wel het een en ander te zeggen, zeker als we de muziekbeleving ietwat proberen te objectiveren.
De liedjes van June Arc zitten namelijk wel degelijk geraffineerd in elkaar. Ieder nummer is een zee van herhaling waar doorheen subtiel wat stuurse scheepjes varen. Een prachtig en beproefd recept voor zoete rockballads. Doordat de muziek zich gedurende een nummer slechts met grote terughoudendheid ontwikkelt, komt er veel meer nadruk te liggen op zowel de zang als op de steeds terugkerende noten die gespeeld worden. Hierbij zijn twee zaken uitermate belangrijk: subtiliteit en vocale en tekstuele kracht. De subtiliteit mis ik in het optreden van June Arc helaas nogal waardoor het optreden nummer voor nummer weer een herhalingsoefening lijkt te zijn.
Qua stemgeluid zit het bij June Arc wel aardig goed, en bovendien zit in de teksten ook weer een heel gebergte aan herhaling waardoor een van hun refreintjes “what happened to you, happened to me” nog steeds door mijn achterhoofd spookt. Een compliment waard, maar helaas blijven de teksten verder ook steken ruim voor het middenpunt tussen afgezaagdheid en klassieke rocklyrics: ook Beck en Lou Reed zongen al over de vlieg op de muur. June Arc lijkt helaas ook op tekstueel gebied niet heel veel toe te voegen.
Vaak zie je aan een band meteen wat voor muziek je kunt verwachten. Maar bij het rode hawaii-shirtje van Dead Man Running zanger Kaar kon ik me de geluidsexplosie die deze band voortbrengt echt niet voorstellen. Misschien bedoeld als luchtige noot in al dit zompige gitaargewervel, of toch om aan te geven dat de band het niet van bandjeswedstrijden wil hebben en daarom vandaag geen aandacht aan uitstraling wenst te besteden? Hoe het ook zij, deze band doet de knalfuif die The Bloody Honkies een tijdje terug in Merleyn gaven gewoon nog eens dunnetjes over. Iggy Pop evenals de illustere namen uit de stoner-scene zijn de voorbeelden en in dat straatje trekt Dead Man Running met niet veel minder gemak een flinke geluidsmuur op die zowat het gehele optreden overeind blijft staan.
Slechts sporadisch wordt even gas terug genomen. Dan blijft de zang wat beter overeind dan in de schreeuwerige stukken, want de longen van de zanger lijken (nog) niet klaar voor het betere Iggyiaanse gekrijs. Waar samenzang betracht wordt, ontspoort de band nog behoorlijk. Hoewel het in de stoner-richting geen zonde is om de gangbare klankregels overboord te gooien, klinkt de samenzang soms toch net iets te oor-onvriendelijk. Maar wat een energie, wat een geluid, wat een formidabel samengepakt geweld, in totaliteit absoluut een band die weet hoe stoner gebracht moet worden.
Dan blijft over de vreemde eend in de bijt. Want daarvan kunnen we toch wel spreken bij afsluiter van de avond Xtort. Als ze van tevoren nog even met witte maskers op aan de bar zitten, begint er enige vrees op te komen... het zal toch geen arty farty kling klang tingeltingel kunstige nepmuziek worden? Dat in geen geval, het wordt vooral herrie. Van die fijne industrial herrie welteverstaan. De band heeft zich niet voor niets genoemd naar het tiende album van KMFDM. De nuances van het industriële gebeuren zal ik u moeten onthouden. EBM, darkwave, dark electro, de precieze definities kan ik u ook niet geven. Namen als :wumpscut: en Feindflug komen bovenborrelen, zeker ook daar ook bij Xtort de veelal Duitse teksten een prominente rol vervullen.
Xtort blijkt aardig wegwijs te zijn in het genre en vergrijpt zich volop aan de gevestigde clichés. Niet enkel met zijn Duitse teksten maar ook met de naargeestige beelden die de meereizende vj projecteert. Van oorlog en ja, je kunt er niet omheen, ene Adolf Hitler. Ook de maskertjes zouden wat aan 'kitschvalue' toe kunnen voegen, ware het niet dat deze al vroeg afgaan. Blijft over: twee muzikanten op bass en keyboard, een zanger en een geluidsband. De muzikanten leven zich al headbangend flink uit op het podium. Toch geeft het geheel enigszins de indruk van playback, zeker als je na het zware Duitse geschreeuwzang de zanger in onvervalst Eindhovens accent het volgende nummer hoort aankondigen.
Het industrial-karaokenummer dat ze spelen, sluit ook goed aan bij termen 'vreemde eend' en 'kitschvalue'. De show is daarmee aardig, maar uiteindelijk ook wat halfslachtig. De simpele maskertjes overtuigen niet en het projectiescherm is erg klein en voegt daarmee niet genoeg toe voor een 'totaalervaring'. Deze band in wijlen Diogenes, de lichten uit, de oorlogsbeelden op een scherm dat in grootte richting megalomaan gaat, een zaal vol mensen in zwart en er zouden een stuk meer mensen hevig staan dansen dan de enkeling die zich daar vanavond toe geroepen voelt. Xtorts muziek roept daar namelijk absoluut toe op, en daarmee is eigenlijk al gezegd dat met Xtorts industrial niet veel mis is. Daarbij is het sowieso prachtig dat we een excentrieke band als deze in de Roos mogen begroeten. Of de jury de kitsch-factor weet te waarderen, valt nog te bezien, maar het zou spannend zijn ze in het vervolg van de Roos nog eens terug te zien.
De volgende voorronde van de Roos van Nijmegen is op 7 april in Doornroosje. Dan staan Taxidermist, Gray Code en Mr Fleece op het programma.
Dead Man Running: formidabel samengepakt geweld
Tweede voorronde Roos van Nijmegen wordt gedomineerd door fijne herrie
In de tweede voorronde van de Roos van Nijmegen brachten June Arc, Dead Man Running en Xtort een breed palet aan muzikale smaken dat reikte van melodische rock via uitstekende stoner tot industrial met extra
kitsch-value.