Singer-songwriters, maar dan anders

Lekker onderuit hangend luisteren naar drie top-acts

Fred Hubers, ,

Voor de tweede keer dit jaar organiseerde Kultuurhuis Bosch in Arnhem een singer-songwriter festival. Ditmaal stonden Paulusma, ooit de frontman van het betreurde Daryll-Ann, Roeland van Niele (Gitbox!) en een finalist van de Grote Prijs van Nederland in 2006, Awkward I op de affiche.

Lekker onderuit hangend luisteren naar drie top-acts

Singer-songwriters bedienen zich vaak van Americana-achtige muziek. Akoestische gitaar, beetje country, beetje blues, verhalende teksten en het liefst ook een Amerikaans accent. Deze avond ontbreekt dit allemaal. De drie artiesten laten zich meer inspireren door de Europese poptraditie. Denk aan Thomas Dybdahl, Nick Drake en Patrick Watson (weliswaar een Canadees, maar dat zijn tenslotte halve Fransen). Awkward I, alias Djurre de Haan, begint voor een zaal met maar liefst vier toeschouwers, naast het personeel en zijn drie bandleden, die hem na twee solonummers gaan begeleiden op pedal-steel, accordeon, backing vocals en percussie. "Het podium is drukker dan de zaal", merkt Djurre enigzins bedremmeld op, "en het hele café hiernaast zit vol!" Toch vertelt hij na afloop genoten te hebben, omdat hij zo relaxed heeft gespeeld en het geluid zo aangenaam was. Naarmate het optreden vordert komen er gelukkig steeds meer mensen bij. Awkward I himself beschikt over een fraaie, licht-hese stem die erg geschikt is voor zijn rustige muziek. Zijn liedjes zijn rijk aan fantasie, de zangmelodieën liggen weinig voor de hand en ook zijn teksten zijn zonder meer apart te noemen. In het eerste nummer, ‘Ultimate excuses’, zit bijvoorbeeld de treffende regel "I can't hear what you're saying, 'cause my head is full of sound". Iedere muzikant herkent dat, denk ik. "Figure 8 should not be figured out": ook zo'n mooie regel en een directe verwijzing naar Elliot Smith. Het opvallendste liedje qua tekst is ‘Cytherea squirts’. Aan de oppervlakte een liedje over een pornoster (zoek maar op internet, als je durft), maar eigenlijk gaat het over bevrijding en ontdekken dat er buiten je eigen grenzen een hele nieuwe wereld ligt te wachten. Zo heeft elk liedje een eigen verhaal, maar helaas moet ik het kort houden. Na negen boeiende songs zit het optreden van Awkward I er op. Stemmig gekleed zoals altijd betreedt snel hierna Roeland van Niele het podium. In stijlvol zwart trekt hij direct vanaf het begin de aandacht naar zich toe. Begeleid door een pianist zingt hij een set met eigen Gitbox!-nummers als ‘All the shit we put up with’ en enkele covers, zoals ‘Holocaust’ (Alex Chilton, This Mortal Coil) en nummers van Elliott Smith en Loudon Wainwright. Erg mooi om te zien hoe hij helemaal in een song kruipt en deze met heel zijn lichaam vertolkt. Intens kippevel. Zijn stem is niet van het lenige soort, maar hij kan er wel mee ontroeren. Meer Tom Barman dan Jeff Buckley, zeg maar. De pianist, wiens naam mij helaas is ontschoten, speelt voortreffelijk en brengt veel kleur aan in de liedjes, die verder zonder opsmuk worden gespeeld. Clichés worden vakkundig vermeden en iedere song boeit van begin tot eind. De set van negen nummers sluit af met ‘Secrets and songs’ van Gitbox!. Een welverdiend applaus is zijn deel. Tenslotte de man die ongetwijfeld de meeste mensen heeft getrokken: Jelle Paulusma, schrijver en zanger van Daryll-Ann-pareltjes als ‘Serenades for the lonely’ en ‘Money or love’. Deze speelt hij echter niet, de nadruk ligt meer op zijn recente solowerk van ‘Here we are’ en de aankomende cd. Casual gekleed in Adidas-trainingsbroek, t-shirt en zoals altijd ongeschoren, begint hij gelukkig wel met een oud nummer, ‘Pines and grenadine’. Prachtig vertolkt, samen met Len Lucieer en Theo Sieben die met een lap-steel, 12-snarige gitaar, banjo en mandoline voor de variatie zorgen. Paulusma's hoge stem is nog steeds uit duizenden te herkennen. Het probleem zit een beetje in het songmateriaal. Zijn solowerk kan helaas qua melodie en verrassing niet tippen aan het verleden. Het zijn dan ook de Daryll-Ann nummers die het meeste applaus krijgen, zoals het adembenemende ‘Rosemary girl’. Het is de last van een geweldige muzikale erfenis. Na elf songs en een toegift met Neil Young's ‘Love in mind’ (dat onlangs weer opdook op ‘Live at Massey Hall 1971’) zit het optreden er op. "Ik vond het hardstikke mooi om vanavond zulke verschillende bands te horen", merkt hij op bij het afscheid. Wij ook, Jelle.