Laatste Playlab van dit jaar weinig spectaculair

Nieuwe ronde, nieuwe kansen in 2008

Marieke Roelofs, ,

De laatste Playlab van dit kalenderjaar bracht een vijftal interessante musici bij elkaar. Een vleugje C’mon & Kypski, een beetje Coalition of the Wicked, een hiphopper, een celliste en een sessieleider in de persoon van Bong-ra. Wat levert dat op? Een aardige avond. Niet meer dan dat? Neuh.

Nieuwe ronde, nieuwe kansen in 2008

Eens in de zoveel tijd heeft Merleyn een Playlabsessie. Vier of vijf muzikanten die nog niet samen hebben gespeeld komen ’s middags bij elkaar. Ze praten wat, spelen wat, drinken wat en dan is er ’s avonds een eenmalig optreden. U stelt zich bij die beschrijving vermoedelijk iets jamsessie-achtigs voor en dan heeft u het bij het rechte eind. Ik echter las de naam van Bong-ra op het affiche en verwachtte een Bong-ra optreden. Dat moet je niet doen. Dan heb je het niet begrepen. De musici van afgelopen woensdag, in order of appearance: celliste Nina Hitz (The Kilimanjaro Dark Jazz Ensemble), electronicagod Bong-ra (tevens vanavond sessieleider), drummer Greg Smith (Coalition of the Wicked), bassist/gitarist Daniel Rose (uit C’mon & Kypski) en rapper Grootmeester Jan. En wat deden die zoal? Leuk beginnen, in ieder geval. Het licht gedimd, ingetogen spel op de cello en in de hoek een man achter een Apple laptop die daarin meeging. Een paar minuten lang stond het vrij talrijke publiek ademloos te luisteren. Ja, het begin beloofde veel goeds. Toen kwamen de drummer en de bassist/gitarist en werd het een ‘gewone’ sessie met geijktere instrumenten. Niks mis mee, kun je veel interessante dingen mee doen, vooral in combinatie met cello en laptop. Maar die bleven vanaf dit moment op de achtergrond en de drummer maakte nu de dienst uit. Dat deed ie met verve, en met zichtbaar plezier. In plaats van het bijzondere begin hadden we nu meer een standaard jamsessie: beetje funky, beetje rechttoe-rechtaan, en dus dansbaar. De eerste voeten begonnen te tappen, de eerste hoofden te knikken. Een juiste setting voor de entree van Grootmeester Jan, die verwoede –en onsuccesvolle- pogingen deed het publiek nog meer in beweging te krijgen. Bij dit redelijk standaard gejam was een “hup gooi die handjes in de lucht” inderdaad nog net wat eraan ontbrak. U ziet het al: ik vond het niet zo bijzonder. Muzikanten en publiek hadden er lol in hoor, begrijp me niet verkeerd, maar ik had me er wat anders bij voorgesteld. Ik had een veel prominentere rol voor Bong-ra verwacht en gewenst, en vond het ook een beetje sneu -maar wel aandoenlijk- dat de celliste vol bezieling bleef doorspelen op de vele momenten dat zij volstrekt niet hoorbaar was. Natuurlijk, op de achtergrond leverden beiden wel een subtiele bijdrage aan het geheel. Het was leuk hoe de celliste tot haar klaarblijkelijke verrassing ineens haar spel gesampled terughoorde. Op rustigere momenten in de set was er meer evenwicht tussen de verschillende instrumenten, maar al met al hoorde ik een standaard sessie waarin de drummer de weg wees en vond ik het geheel weinig avontuurlijker dan wat je wekelijks in Trianon kunt horen. Het publiek vond dat kennelijk niet en vroeg om meer. Dat kreeg het, eventjes, en toen vond het vijftal het mooi geweest. Toeschouwers tevreden, maar niet laaiend. Conclusie: het was leuk voor een keertje. En nu de volgende keer gewoon weer naar een optreden van Bong-ra solo, waar ie je alle kanten in sleurt zoals het hoort.