Het Bijbels Openluchtmuseum heeft een belangrijke koers en naamswijziging ondergaan. Het museum heet nu Museum Orientalis en wil zich op een bredere doelgroep richten. Eén van de nieuwe activiteiten is het Lentefestival. De doelstelling van het festival is ambitieus, namelijk door een kwalitatief goed aanbod van muziek, eten en drinken een klik tussen verschillende groepen te realiseren. De programmering van het festival is in handen van Robert Meijerink (Doornroosje, de Affaire en Eurosonic).

Bij binnenkomst in Museum Orientalis valt meteen de kwaliteit van de locatie op. Op maar liefst vijf plekken gebeuren diverse activiteiten, voornamelijk buiten in het groen. Dez Mona opent het Lentefestival binnen en doet dat zeer overtuigend. De viermansformatie bestaat uit pianist, accordeonist, contrabassist en een drummer die uit het niets van verstofte jazzdrummer in een woeste Animal veranderd. En natuurlijk Gregory Frateur, de zanger of beter gezegd performer, die er met zijn eigenzinnige geluid een aparte dimensie aan geeft. Een diversiteit aan stijlen wordt in de mixer gestopt, tot een eigen geheel gesmeed en gepassioneerd voorgedragen.

Dat gaat zover dat je op het ene moment denkt tegenover de neef van Antony and the Johnsens te zitten, terwijl binnen het nummer een epos ontstaat dat doet denken aan de bezetenheid van Dave Eugene Edwards in zijn 16 Horsepower tijd, dit alles verpakt in de songkwaliteit van Zita Swoon. Dez Mona legt hiermee de lat hoog voor de rest van de middag. NO Blues speelt als eerste op het grote buitenpodium. Nou ja, groot. Het past binnen de gemoedelijke sfeer op het terrein en is vergeleken met de Affaire of de Music Meeting zeer bescheiden te noemen. NO Blues brengt warme blues, aangevuld met traditionele Arabische muziek (taqsim). Door de band zelf wordt het omschreven als Arabicana. De folk blues is van het niveau JJ Cale en doet de eerste mensen voorzichtig dansen.

Helaas wordt de set van NO Blues getroffen door een stroomstoring. De band druipt echter niet af en brengt zo goed als het gaat een akoestische set die uiteindelijk alsnog versterkt eindigt. NO Blues kan een breed publiek boeien en weet bij te dragen aan de klik. Von Bergh is een trio muzikanten/zangers uit Limburg die een prachtige, eigenzinnige performance brengen met liedjes van Berthold Brecht en Jacques Brel. Ook hier staat kwaliteit hoog in het vaandel. Tussen de optredens op de podia brengen de als echte cowboys uitgedoste Cow Pokes (uit Arnhem en Nijmegen) een bluegrass serenade voor menig bezoeker op banjo, gitaar en mandoline.

Gedurende de hele middag is er ook een workshop dans met live muziek. Deze muzikanten zorgen ervoor dat er een oriëntale sfeer over het terrein waait. Die Anarchistische Abendunterhaltung mengt verschillende stijlen en heeft ook al de nodige festivalervaring. DAAU begint voorzichtig met op Balkanbeats geïnspireerde songs, maar op het moment dat er een etiket op de stijl geplakt lijkt te kunnen worden, wordt een drum ’n bass ritme toegevoegd. Terwijl DAAU verder aan de set bouwt komen er meer dansers voor het podium. Tegen het einde lijken de drums en cello een metalachtige dreiging te brengen, terwijl de klarinet een schijnbaar vrolijke melodie er tegenover stelt. Toch lijkt de impact die DAAU normaal tot stand brengt minder te zijn dan in voorgaande jaren, maar misschien is het ook appels met peren vergelijken omdat Dez Mona (met de accordeonist van DAAU) al zo overtuigend opende.

Binnen start Mondo Leone met zijn voorstelling. Gebruikmakend van 3 schermen maakt hij er multimedia performance van. Zichzelf begeleidend op gitaar vertelt en zingt hij de nodige anekdotes bij elkaar. Is dit het moderne cabaret of een zanger die goed gebruik maakt van de media? Qua humor is het allemaal net iets te makkelijk en de songs zijn te zwak, maar als concept is het interessant genoeg om te blijven kijken. Als afsluiter staat Antwerp Gypsy Ska Orkestra op het podium gepropt. Dit zegt meer over de omvang van het Orkestra dan over de omvang van het podium. De heren zetten meteen up-tempo ska in en dat slaat direct aan bij het publiek. Van de gypsy ska gaat het naar gyspy funk, om ook nog een nummer met Arabische invloeden er aan vast te koppelen.

De band weet wat een feestje maken is en is daarmee een waardige afsluiter van de eerste editie van het Lentefestival in Museumorientalis. De programmering had wel wat meer publiek verdiend, maar voor een eerste keer is er een waardig festival neergezet. Misschien moet het publiek nog wennen aan het idee dat het een festival is in een museum, maar voor de sfeer is dat juist een meerwaarde. De organisatie verzekert in ieder geval dat er al weer plannen zijn voor een vervolg.