Peppers In The Park in het Nijmeegse Goffertpark bood drie zeer verschillende bands, die dan ook uiteenlopende reacties opriepen. Mickey Avalon werd van het podium afgekegeld, de Dirty Pretty Things warmden de zaak aardig op en de Red Hot Chili Peppers maakten hun naam als een van de laatst overgebleven geloofwaardige hitbands waar.

De act van de blanke Amerikaanse rapper Mickey Avalon bestaat uit een dj die de backingtracks start en af en toe de refreinen meerapt, terwijl Mickey vanaf 18.00 het publiek uitdaagt en zijn vuilgebekte raps ten gehore brengt. Het aarzelende applaus wordt echter al snel ingewisseld voor massaal boegeroep. Amper tien minuten na aanvang vliegen de eerste appels, broodjes en glazen richting het podium. Het optreden slaat op zijn zachtst gezegd niet aan bij het Peppers-publiek. Hij lijkt er wel van te genieten, of doet overtuigend alsof. Het schijnt voor hem immers de normale gang van zaken te zijn, afgaand op de tourverslagen op internet.

Na een kwartiertje lijkt hij het toch beu en toont het publiek zijn getatoeëerde billetjes. Met provocerende opmerkingen als "That's right, keep playing dodgeball!" en "Come on, 50.000 of you can't hit me in the face?" hitst hij de zaak nog verder op. Even neemt hij wraak door het volgende nummer aan te kondigen met "This is for your mother". Rapliefhebbers weten dan hoe laat het is: die songtekst stuur je niet met moederdag op een kaartje naar huis.

Even later volgt een 'Iggy' met zijn broek, maar deze keurige jongen houdt zijn witte slip aan. Eerlijk is eerlijk, bij sommige nummers oogst hij ook een spaarzaam applaus, maar de vliegende voorwerpen houden toch de overhand. Het grootste slachtoffer is misschien wel de cameraman vlak voor het podium, want de meeste halen het net niet. Na afloop ligt het hele podium bezaait met etenswaren, een grappig gezicht.

Mickey neemt doodgemoedereerd een hap van een appel en loopt de stage af. Hij toont in ieder geval aan dat hij voor niets of niemand bang is. Het publiek geeft hem nog een afscheidscadeautje in de vorm van een massaal gescandeerd "Loser, loser, loser!" en honderden opgestoken middelvingers. Ach, zo heeft het optreden al met al toch een hoge amusementswaarde!

De volgende band, de Dirty Pretty Things uit Engeland, zal om 19.15 wellicht met wat knikkende knieën aan het optreden zijn begonnen. De nieuwe band van ex-Libertines Carl Barat en Gary Powell hoeft zich echter geen zorgen te maken. Zwarte kleding, leren jasje, gitaren, hier wordt tenminste gerockt! Ze trappen af met enkele hoekige en schreeuwerige korte songs die direct verraden dat dit een heftigere band is dan de Libertines.

De Dirty Pretty Things hebben een vanzelfsprekende nonchalance die gelukkig nooit uitmondt in arrogantie. De songs worden in hoog tempo gespeeld, alleen onderbroken door bijna onverstaanbare kreten van waardering richting het publiek. "Henkjoe werrie mutsj, ar joe owait" wordt sneller dan Dolf Jansen kan stotteren diverse keren in de microfoon gespuwd. De boodschap komt wel over, het publiek kan deze band goed hebben.

Het zijn echte meeknikliedjes die lekker fel zijn en niet te lang duren. Aan overbodige dingen zoals een gitaarsolo doet deze band amper. Op de schaarse momenten dat dit toch dreigt te gebeuren, wordt er gewoon met de ogen dicht wat harder op de snaren geragd en met wat feedback gespeeld. Dan maar liever helemaal geen solo's, jongens! Soms wordt er even gas teruggenomen en meer variatie in de nummers gebracht, zoals in het vrolijke Beatles-achtige 'Come closer' en het eveneens sixties-achtige slotnummer 'Bang bang you're dead', dat met een trompetintro wordt opgeleukt. De Dirty Pretty Things hebben hun best gedaan en het publiek drie kwartier vermaakt.

Om 21.00 is het dan eindelijk de beurt aan de Peppers. Direct valt op dat het geluid een stuk zachter is dan bij het voorprogramma. Vooral de harde bonkige bassdrum is gelukkig verdwenen. Zonder aankondiging en met een minimum aan podiumlicht begint John Frusciante de show op zijn rode Telecaster met een lekker stukje Hendrix om even warm te spelen. Flea valt in met een kenmerkende snelle basriff, drummer Chad Smith springt bij en het wachten is nu nog even op de opkomst van Anthony Kiedis. Gekleed als een Japanse mangawarrior in een felbedrukte witte poncho, wordt hij met oorverdovend gejuich ontvangen. Het lange wachten is voorbij, de Chili Peppers zijn eindelijk begonnen en er kan gesprongen en meegezongen worden op 'Can't stop'. 'Dani California' en 'Under the bridge' volgen direct.

Bij sommige nummers speelt een extra gitarist of een extra toetsenist mee. Kiedis geeft hen later een schouderklopje en noemt ze hun "handsome devils and rockin' soul partners", maar eigenlijk vallen ze nauwelijks op. Een van de kritieke punten, de zang van Kiedis, valt vanavond reuze mee. De meeste noten haalt hij zonder moeite, al lijkt bij hem een beetje het heilige vuur te ontbreken, want hij weet amper iets te zeggen tegen het publiek. Zelfs de vroeger zwalkende backing vocals van Frusciante zijn tegenwoordig zuiver. Sterker nog, als Kiedis op een gegeven moment vraagt: "Got something you want to do, John?", volgt een prachtige uitvoering van Fleetwood Mac's "Songbird", gewoon solo gezongen en gespeeld. Een echte verrassing en een puur kippenvelmoment.

Steeds meer wordt duidelijk dat Frusciante momenteel de band draagt met zijn nagenoeg foutloze en geïnspireerde spel. Flea is nog altijd het drukke mannetje op het podium en een fenomenale bassist, Smith een betrouwbare en fantasievolle drummer en Kiedis de blikvanger, maar om een leuk concert te hebben is het voldoende om Frusciante te horen spelen en zijn gepijnigde gelaatsuitdrukkingen te volgen.

Ondertussen blijven de hits maar komen: 'Snow (Hey oh)', 'Californication', 'By the way', 'Hump de bump' zelfs met een viermans drumsolo, maar 'Higher ground' zit er vanavond helaas niet bij. Als de toegift wordt afgesloten met hét prijsnummer 'Give it away' verandert de hele Goffertweide in een pandemonium van springende regenpocho's. Dit nummer loopt uit in een spacy jam met een hoofdrol voor, hoe kan het ook anders, Frusciante.

Om 22.45 is het genoeg geweest. Kiedis heeft het podium dan al een kwartier verlaten en laat zich niet meer zien voor het slotapplaus. De Red Hot Chili Peppers zijn nog steeds puur natuur, wat ze zowel uniek als kwetsbaar maakt. Dit was misschien niet een van de beste optredens, maar met zo'n waslijst aan hits zullen weinig mensen ontevreden naar huis zijn gegaan.