Het in 2001 voor het eerst georganiseerde StuKaFest is inmiddels een waar begrip geworden in studentenkringen. De gouden formule is hier debet aan: drie ronden met optredens in studentenkamers, telkens gevolgd door een pauze van eveneens dertig minuten om van de ene naar de andere kamer te fietsen. Om kwart voor zeven wordt het festival op het Valkhof geopend met een dansvoorstelling. Daarna scheiden de wegen van de cultuurliefhebbers snel, want om half acht staat ronde 1 al gepland.
In de Koninginnelaan is singer-songwriter Rick Treffers, spel van de Amsterdamse groep Mist, al bezig met het vertolken van zijn typische en tragische liefdesliederen. Dit akoestische optreden past uitstekend in het beoogde streven van het festival: het aanbieden van sfeer en intimiteit. De constatering dat je als artiest het nodige lef in je donder moet hebben om op te treden op een dergelijke locatie is gerechtvaardigd, maar ook het publiek moet met de billen bloot. Treffers spoort de aanwezigen aan om het referein van een catchy nummer mee te zingen, en met succes! Uiteindelijk weet hij het optreden nog enigszins te rekken, met het argument dat “de klok voor staat”.
Vanuit de Koninginnelaan is het slechts een klein eindje fietsen naar de Jan de Wittstraat, waar het optreden van Storybox staat geprogrammeerd. De gemeenschappelijke ruimte van het studentenhuis blijkt groot genoeg te zijn voor de drie bandleden en het publiek. Precies om half negen start het trio met een set heerlijke popsongs, waarin de gitaar en later ook de banjo een centrale rol vervullen. Ook hier is na negenen nog tijd voor nog een liedje. “Maar dan moeten jullie wel hard fietsen om naar het volgende adres te gaan”, aldus de bassist.
De belofte dat The Jack Hills nummers in de sfeer van Elliott Smith, Belle & Sebastian en The La’s zouden gaan spelen, lokte ons naar de Piersonstraat. De semi-acoustische band maakt die belofte daar meer dan waar. Nummers als het Calexico-achtige ‘The River’ en een Leadbelly cover passen uitstekend in de gezellig volle huiskamer. Het speelplezier straalt zichtbaar van de band af en de interactie met het voornamelijk zittende publiek verloopt op een zeer ontspannen manier.
Na afloop geeft zanger Wybrand Oppermann dan ook toe enorm genoten te hebben van deze avond. Binnenkort zijn The Jack Hills te zien in café Camelot en Merleyn. Kijken dus. Het leek een goed idee van de organisatie om alle studerende muziekliefhebbers na afloop bij elkaar te laten komen voor een afterparty in Doornroosje. Nadelig gevolg daarvan is wel dat de intimiteit en de typische huiskamersfeer ineens totaal verdwenen zijn. Desondanks is deze editie van het StuKaFest, een festival waarbij de mensen letterlijk voor de muziek gaan zitten, een groot succes te noemen. Drie leuke en spannende optredens én een biertje voor één euro? Tot volgend jaar!