Drie bands die je niet zou willen horen tijdens het kerstdiner...

Maar wel in een zweterige rockzaal als de Goudvishal!

Tekst: Arno van der Hoeven / Foto's: Bernard Bodt, ,

Voordat de Goudvishal morgen haar laatste avond beleeft, was er nog een week vol punk, metal en rock. Ook vaste gasten aan 'de hal' Peter Pan Speedrock droegen bij aan het afscheid van dit podium, samen met The Bloody Honkies en RENE SG.

Maar wel in een zweterige rockzaal als de Goudvishal!

In haar 23-jarige bestaan heeft de Goudvishal ruimschoots plaats geboden aan acts die niet zo makkelijk een plaatsje vinden in de grotere zalen. Als de zaal haar deuren sluit is het nog maar de vraag of Luxor aandacht zal schenken aan subculturen als punk, metal en electro. Voor liefhebbers van deze stromingen - en dat zijn er veel, de zaal is stampvol - biedt de laatste week een geweldig programma. Nog geen tranen op deze bijna laatste avond, maar wel veel zweet en rock-'n-roll. Opener is The Bloody Honkies. Honkies betekent zoveel als 'bleekscheten', een scheldwoord dat gebruikt wordt in het zuiden van Amerika. Maar niet alleen de naam van de band verwijst naar de andere kant van de grote plas. De muziek refereert duidelijk aan Muddy Waters en The Doors. Maar hoe Amerikaans ze ook klinken, The Bloody Honkies komen uit de achterhoek. Onlangs kwam hun debuutalbum uit: 'The Gospel of The Bloody Honkies. Een plaat vol dampende bluesrock, opgenomen in een boerenschuur. Het kost de band de nodige moeite om het publiek mee te krijgen, zo vroeg op de avond. Aan de overgave van zanger Lawrence Mul ligt het niet; hij danst, kruipt en kronkelt dat het een lieve lust is. Maar om te overtuigen is dit niet genoeg. Een wat meer eigen geluid zou The Bloody Honkies goed doen. De blueszang van Mul klinkt wat geforceerd. Sjah, het blijven bleekscheten. Dat je geen speedrock in de naam hoeft te hebben om snel te zijn, bewijst RENE SG. In krap twintig minuten jaagt deze hardcoreband er zeker een dozijn nummers door. Als je in de overvolle Goudvishal even bier gaat halen, heb je direct vier nummers gemist. Gemiddeld duren de liedjes niet langer dan een minuut. Deze minimalisten zijn in het verleden al vergeleken met The Ramones en Piet Mondriaan. Wij zeggen: even kaal als een kerstboom zonder ballen. Maar wat klinkt dat lekker! De twee platen van de band heten simpelweg 'RENE SG 1' & RENE SG 2, de laatste is net uit. Of vooral liedjes van de eerste of tweede cd zijn gespeeld is moeilijk te zeggen, want de variaties in teksten zijn minimaal. In de refreinloze nummers worden slechts kreten gezongen als: "fuck this, fuck the shit of rock the shit". Langer dan twintig minuten moet Rene SG niet spelen. Niet alleen zou de muziek dan gaan vervelen, maar waarschijnlijk zou de drummer van zijn kruk vallen. Deze man heeft zoveel haast dat we moeten vrezen voor zijn gezondheid. De rondvliegende zweetdruppels zijn indrukwekkend. Voor Peter Pan Speedrock geen moeilijk doenerij, zoals lang durende soundchecks. Als de zaal al open is, moeten de mannen nog binnen komen. Maar ze weten dan ook de weg. Het is al de derde keer in enkele jaren dat de speedrockers een bezoek brengen aan Arnhem. Een waardigere afsluiter voor de Goudvishal dan deze band is niet mogelijk. Vanaf de eerste noten is de zaal los. "Misschien moeten we een nieuwe pogo uitvinden", grapt zanger Peter van Elderen tussen de nummers. "Op en neer, in plaats van heen en weer". Met Bartje en Bartman hebben de speedrockers zonder twijfel de strakste ritmesectie van Nederland. Tel daar de gierende gitaarsolo's van Peter van Elderen bij op, en de speedrockformule is compleet. De show laat een dwarsdoorsnede van het inmiddels omvangrijke oeuvre horen. Tussen klassiekers als 'Go Satan Go' en 'Loud, Mean, Fast & Dirty', is er nog plaats voor een cover: Johnny Cash' 'Ghostriders in the sky' wordt in een speedrockjasje gestoken. Twee weken geleden stond Peter Pan Speedrock nog voor duizenden mensen op hun eigen festival, maar in een klein zaaltje als de Goudvishal zijn ze eigenlijk op hun best. Wie geeft het nummer van deze mannen aan de programmeur van Kultuurhuis Bosch?