Rockabilly keert weer terug in Bottendaal

Een beproefd recept werkt altijd

Arno van der Hoeven & Didier Hodiamont / Foto's: S. T. Milcke, ,

Eén avond per jaar is Bottendaal weer de oude volksbuurt van weleer, waar de fabrieksarbeiders ’s avonds de kroeg in gaan om te drinken en te dansen. Weliswaar zijn de arbeiders tegenwoordig grotendeels vervangen door studenten en vinden de optredens ook plaats in de fabriek; de zeven rockabillybands zorgden zaterdagavond opnieuw voor veel bakkebaarden en vetkuiven.

Een beproefd recept werkt altijd

In de Burghardt van den Berghstraat speelt zich een kleine Koude Oorlog af. Op een steenworp afstand van elkaar spelen een Russische en een Amerikaanse band om het meeste publiek. De Oostblockabillies hebben café Maxim al snel zo vol gespeeld dat de grens even dicht moet; achter het IJzeren Gordijn speelt een weinig inspirerende bluesband uit New York in een halfvol café De Kluizenaar. Pas tijdens hun laatste countryachtige nummer lijkt de band wakker te worden, wat ze blijkbaar doet beseffen dat het tijd is voor de eerste pauze. Ook The Three Farmer Boys openen rustig, met een mengeling van country en rockabilly. Alsof ze net zijn komen binnenvallen staan ze midden in café Frowijn, met daaromheen het publiek. Deze band uit Leeuwarden speelt in de klassieke minimale bezetting; de staande bas jaagt de muziek aan, begeleid door akoestische gitaar en rauwe zang. Na deze sfeervolle Americana gaat het er in café De Kroeg wat harder aan toe. Dat de Nijmeegse band Ronnie Nightingale and the Haydocks al heel wat jaartjes meegaat moge duidelijk zijn. Met groots gemak vermaken ze het stampvolle café met opzwepende rockabilly. In hun twintigjarig bestaan tourden deze mannen al door menig Europees land en traden op met grote namen als Roy Orbison en Jerry Lee Lewis. Ondanks dat de kuiven al wat grijs zijn geworden weten ze nog wat rocken is: rechtervoet op de monitor en gaan! Maar zelfs echte ‘billies’ hebben zo nu en dan wat behoefte aan afwisseling. Enkele rockers met een Ronnie Nightingale patch op hun leren jack verlaten hun favoriete band voor de plaatselijke neo-rockabillies van Ten Horned Devels. In het ouderwets bruine café Hooglandt staat de klok nog steeds op wintertijd, maar met zoveel bakkebaarden, vetkuiven en pony’s om je heen lijkt het alsof de tijd er al jarenlang stil staat. De covers van de band dragen zeker bij aan die sfeer, totdat het drietal van Ten Horned Devels wat eigen nummers laat horen; dan is de band sneller, vrijer en beter. Gelieve op het Kids’n’billies festival de jeugd vooral met dit progressievere geluid op te voeden, dan komen wij graag weer eens kijken. In de Plupub staat nog een laatste band op het podium. In vergelijking met de speedabilly van Ten Horned Devels wordt het gaspedaal even losgelaten, maar dit wordt gecompenseerd door het stevigere zaalgeluid waar Trash Hombres van kan profiteren. Dat het publiek (variërend van ouwe rockers tot studenten, punkers en huisvrouwen) hier goed op reageert, is echter vooral de verdienste van de Arnhemmers zelf. De band laat horen uit ervaren muzikanten te bestaan en vooral de zanger zingt, danst en mondharmonicaat vol overtuiging. Voor de meeste bands in de cafés zit het dan al erop, terwijl in de Plupub het feest nog voortgezet zal worden door dj Johnny Smoke. De rij bij de wc’s is echter zo lang dat al snel wordt besloten om een één-uit-één-erin-beleid te hanteren, wat weer leidt tot een lange rij voor de deur van de Plufabrieken. De rockabilly mag dan wel vrijwel hetzelfde gebleven zijn, één ding is wel veranderd; waar het feest vroeger doorging in de kroeg, eindigt het nu in de fabriek.