Een ‘goed gevuld Extrapool’ betekent zo’n twintig man publiek. Waarvan, zo lijkt het, de helft bestaand uit de artiesten van die avond, en de rest uit vrienden en bekenden. Optredens in Extrapool zijn per definitie kleinschalig en dat komt logischerwijs de sfeer ten goede. Het publiek zit de performer letterlijk op de huid. Het hoort iedere snaaraanslag, iedere muisklik. Hier geen hinderlijk praatgraag publiek dat andere concerten nog wel eens wil verstoren.
In Extrapool wordt ademloos geluisterd en gebiologeerd gekeken. Waarnaar? Naar “live gegenereerde visuele muziek en hoorbare visuals”. Onder die beschrijving kan vanalles schuilgaan en onder die beschrijving ging ook vanalles schuil. Bijvoorbeeld: Karl Klomp met Christiaan Toonk, improviserend met twee laptops waarbij, volgens de flyer, “geluid input is voor het beeld en, vice versa, het beeld de geluiden weer beïnvloedt.” Het leverde een hypnotiserend geheel op. Verder: noise en ruis van Het Vleesgeworden Videowoord, in combinatie met abstracte zwart-witbeelden (zo abstract, dat het voor ondergetekende even de vraag was of de apparatuur het wel deed). Vier heren, vier laptops. Resultaat: zie hierboven.
“Zitten we hier wel veilig?”, vroeg mijn buurman bij aanvang van The Feedback Society. Zij werken niet alleen met twee laptops, met ook met een blower die zo nu en dan op het publiek wordt gericht, gehanteerd door een bedachtzaam over het podium sluipende figuur. Hoe verschillend ook de benaderingen en werkwijzen, de impact was alledrie de keren hetzelfde: het publiek liet zich gewillig meevoeren.
Dit gold ook bij het optreden van Nijmegenaar Bas van Huizen aan het begin van de avond. Voor de rest was hij een vreemde eend in de bijt. Hij werkte met veel organischer beelden, en bracht als enige een gitaar mee. Bas, afgestudeerd in animatie aan de HKU, is videokunstenaar. Hij werkt parttime als video-editor, maakte clips voor Lomechanik en heeft voor hen ook live visuals gedaan. Hij maakt echter ook al langere tijd muziek, en vanavond leek geschikt om een en ander voor het eerst live te combineren.
Dat hij uit de toon valt bij de rest ziet hij zelf ook. “De anderen gingen meer uit van ruis, storing, feedback en volledig live gegenereerd beeld en geluid. Terwijl ik eigenlijk heel ouderwets uitga van een muziekinstrument waarbij het beeld meer sfeerversterkend is dan een strak geïntegreerd en wezenlijk onderdeel van de performance. Ik maak eigenlijk laag voor laag bouwwerkjes van geluid. Misschien ben ik wel nooit mijn obsessieve legofase uit mijn kindertijd ontgroeid. Mijn gitaar, laptop, een digitale vorm van tapeloops en eventueel een thema vormen mijn beginpunt en waar ik eindig zie ik wel. Ik zie het proces als een soort reis.”
Over zijn optreden van vanavond heeft Bas zijn twijfels. Hij is niet gewend met een tijdslimiet te werken, en, belangrijker: het combineren viel tegen. “Ik vond het niet echt werken. Wie in zijn eentje beeld en geluid combineert kan zich op beide zaken maar half richten. Dat levert een laf compromis op. Ik moet er nog maar eens over denken of ik dit nog een keer wil doen en zo ja, hoe.” Komen er nog wel muziek-only of beeld-only optredens? “Het VJ-en in de nauwe zin van het woord ligt achter me. Dat is een ondankbare taak, een soort visueel behang plakken. Wel ga ik meedoen aan VJ-wedstrijd ‘Visual Sensations’, maar dan met een hopelijk wat minder voor de hand liggende invulling van het VJ-concept.”
Muziekoptredens komen er zeker nog. “Ik wil daar wel mee doorgaan. Het geïmproviseerde karakter van de muziek heeft live wat mij betreft absoluut een meerwaarde. Het publiek maakt ter plekke mee hoe een muziekstuk ontstaat. Het is een heel spannend en grillig creatief proces dat mij tot nu toe blijft verrassen. Ik zou het graag live ten gehore blijven brengen aan ieder die dit soort muziek weet te waarderen. Eventueel voortaan zonder beeld. Mijn muziek heeft geen beelden nodig.”