Het was glibberen geblazen op de fiets. Een kleine zeshonderd studenten trotseerden op de avond van 2 februari de beijzelde wegen. Negentien studentenkamers in het centrum van Nijmegen waren voor de gelegenheid getransformeerd tot concert-, theater- en filmzaaltjes. Voor wie het ontgaan is: dit jaar organiseerde Cultuur op de Campus voor de zesde keer op rij het Studenten Kamer Festival. Tijdens StuKaFest zijn artiesten te zien in de intieme omgeving van een studentenkamer. Zonder opsmuk van versterking en licht presenteren zij zich aan het publiek.
Sommige muziek gedijt van zichzelf al goed in een huis- of slaapkamer. Maar ervaring is nodig om de gewenste interactie tot stand te brengen. Het was geen verrassing om te zien hoe de Brabantse troubadour Gerard van Maasakkers het publiek om zijn vinger wond. Treffende observaties uit het dagelijks leven, gezongen door een ervaren artiest die het publiek een half uur lang in een warme omhelzing hield. Sommige jongere muzikanten gaan op het StuKaFest voor het eerst met de billen bloot. Dit gold misschien voor La Kidda. Enkel vergezeld door een bassist leek de spil van de band, Arjo Klingens, maar moeilijk haar draai moeilijk te kunnen vinden. Pas toen ze haar plek in de hoek van de kamer verruilde voor een meer centrale plaats, wist ze het publiek voor zich te winnen.
Er was niet alleen akoestische muziek. Lilian Hak speelde piano, waarbij ze met samples van haar eigen stem meezingt. In combinatie met de glitchy beats doet haar muziek sterk denken aan Björk. Niet de minste vergelijking, maar Lilian Hak heeft dan ook zeker potentie. Elle Bandita mag dan misschien gehyped worden tot Nederlands nieuwe electrokoningin, deze avond was ons in ieder geval één ding duidelijk: u moet de liedjes van Hak hebben! Naast een intieme electroclash was er te genieten van een even knusse rockbash. Het Groningse Mullhouse ronkte, rookte en tergde het geduld van de buren. Wellicht is deze bezwerende en ontroerende band volgend jaar terug te zien op een editie van StuKaFest in hun thuisstad.
De populariteit van het StuKaFest heeft Cultuur op de Campus namelijk het vertrouwen gegeven om het concept te exporteren naar Enschede en Groningen. In deze steden moet volgend jaar ook een editie gaan plaatsvinden. Is StuKaFest iets typisch Nijmeegs of zou het ook levensvatbaar kunnen zijn in andere steden? Op welke wijze onderscheidt StuKaFest zich van andere huiskamerfestivals, zoals Live In Your Living Room, dat ook in Utrecht plaatsvindt? In 2001 vond het eerste StuKaFest plaats, toen nog met voornamelijk lokaal talent. Het eerste StuKaFest was vooral populair onder intimi, maar geen onverdeeld succes.
Organisator van het eerste uur Lydia van Aert: "Op de avond zelf lieten we twee van de negen kamers vallen, omdat er te weinig kaarten verkocht waren." Een jaar later deden tien studentenkamers mee en vond het eindfeest niet meer plaats in een gang aan de Jacob Canisstraat, maar in O42. Twee jaar later groeide StuKaFest uit tot twintig kamers en vorig jaar waren voor het eerst alle voorstellingen uitverkocht. Binnen zes jaar is StuKaFest uitgegroeid tot een populair feest, dat landelijke persaandacht trekt en steeds bekendere artiesten aan zich weet te binden.
Hoe is deze snelle populariteit te verklaren? Lydia wijst op de grote variatie van het programma en de sfeer van StuKaFest. "De bezoeker kan zowel muziek en theater als film verwachten. Studentenkamers zijn verder altijd weer anders. In tegenstelling tot ordelijke woonkamers schept een rommelige studentenkamer steeds weer een unieke sfeer." Door de groeiende populariteit van StuKaFest kopen steeds meer mensen kaartjes voor artiesten die ze nog niet kennen. "Dit brengt mensen in contact met nieuwe vormen van cultuur. Artiesten vinden het ook leuk om voor een nieuw publiek te spelen." Zo leek Gerard van Maasakkers erg blij eens voor een ander publiek dan Brabanders van middelbare leeftijd te spelen.
StuKaFest is geboren en getogen in Nijmegen. Waarom is het idee juist in de Waalstad ontstaan? Lydia: "Misschien ligt het eraan dat Nijmegen weinig grote cultuurpodia in het centrum kent en dat daarom het idee ontstond dan maar cultuur in kleine ruimtes aan te bieden." Kleiner dan een studentenkamer wordt het in ieder geval niet. Lydia verwijst naar de Popronde, waar bandjes niet in grote podia geprogrammeerd worden, maar in kleine kroegjes. Dit festival is ontstaan in Nijmegen en heeft inmiddels zijn vleugels uitgeslagen over heel Nederland. StuKaFest gaat eveneens uitbreiden.
Zou het feest elders in Nederland ook aan kunnen slaan, of is het vooral toch iets typisch Nijmeegs? Lydia: "Nijmegen is een kleine, intieme stad. Veel studenten wonen in of nabij het centrum." Enschede en Groningen zijn vergelijkbare kleinere studentensteden. Cultuur op de Campus hoopt via contacten met culturele organisaties van de universiteiten in deze steden het studentenpubliek aan te spreken. Voor artiesten is de uitbreiding van StuKaFest een mogelijkheid om in meerdere studentensteden te spelen. Want StuKaFest blijft volgens Lydia een festival voor studenten. "Zolang studenten niet bang zijn dat hun cd-speler gestolen wordt wanneer ze zestig man publiek ontvangen, komt het goed met StuKaFest." Nu maar hopen dat in Enschede en Groningen net zulke vriendelijke studenten wonen als in Nijmegen. Foto's: Ton Heijnen