Op 7 maart kiezen we de nieuwe gemeenteraad. Dit biedt kansen of juist bedreigingen voor de popmuziek in Arnhem. In drie artikelen besteden we hier aandacht aan. We beginnen met een overzicht van de belangrijkste problemen. In de twee weken hierna lees je wat de politiek de afgelopen vier jaar heeft gedaan voor de popmuziek in Arnhem en wat de beloftes zijn voor de komende periode. "Eigenlijk doet Arnhem het nog niet eens zo slecht", is het positieve gevoel dat je krijgt als je het de verschillende instellingen vraagt die zich bezighouden met de popmuziek in Arnhem.
Met name door het Luxor-verhaal, waarin lange tijd gevreesd werd dat de exploitatie in commerciële handen zou vallen, is een enorme stap in de goede richting gezet. Eerder ontvingen met name Musis Sacrum en de schouwburg verreweg het grootste deel van de culturele steun en subsidies, ondanks hun relatief elitaire status en programmering. Nu krijgt Arnhem er naar alle waarschijnlijkheid ook een boegbeeld voor de popmuziek bij. Een centraal gelegen plaats voor tal van culturele uitingen met de nadruk op popmuziek, die een breed spectrum aan cultuurminnaars aanspreekt. Niet slechts een paar verspreide kleinere poppodia die moeilijk te vinden, te ver of te hoog de berg op zijn, maar een popzaal met een capaciteit van zo'n 800 bezoekers die zich qua muziekprogramma kan meten met zalen als Vera in Groningen, de Eindhovense Effenaar en Tivoli in Utrecht.
En met de indrukwekkende uitstraling van het historische pand zal de voormalige bioscoop een van de mooiste zalen van Nederland worden en zich ontwikkelen tot een prachtig uithangbord voor de popmuziek in Arnhem. Dat wil overigens niet zeggen dat je er met alleen dat podium al bent. Het is zeker zo belangrijk dat beleidsbepalers zich bewust zijn van wat er speelt in de Arnhemse popscene en hoe die functioneert. Dan gaat het bijvoorbeeld over het verdwijnen van ID-banen. Een beslissing vanuit de landelijke overheid of niet, in bijna alle gevallen zijn culturele instellingen juist afhankelijk van gesubsidieerde arbeid en vrijwilligers. Of je het nu hebt over cursussen hiphop, breakdance, gitaar, drums of opnametechniek: als de mensen die ze verzorgen er niet meer zijn, belemmer je je eigen groei en de aanwas van nieuw talent.
En dat gaat niet alleen de docenten aan, maar juist ook de mensen die de hele facilitaire dienstverlening van zo'n instelling dragen. Ook het gebrek aan goede oefenruimtes en het niet structureel oplossen van dat grote probleem, zorgt ervoor dat nieuwe popmuziek niet kan ontstaan en groeien. Geen enkel normaal denkend mens zal het in zijn hoofd halen om week in, week uit met zijn band in de woonkamer te repeteren. Al is het alleen maar omdat je dan zeker weet dat je niet meer voor een kopje suiker bij je buurman hoeft aan te kloppen.
En halve oplossingen in tijdelijke panden zijn best aardig - bijvoorbeeld het onderbrengen van bands in de Saksen-Weimarkazerne -, maar popcultuur valt niet meer te ontkennen en verdient serieuzere aandacht. Niemand kan namelijk voorspellen hoe lang het SLAK, Stichting Atelierbeheer Arnhem, de kazerne nog in haar beheer heeft. En komen al die bands daarna opnieuw op een wachtlijst? En moeten ze dan weer achteraan aansluiten? Het nieuwe Luxor kan ervoor zorgen dat de popcultuur een volwassen gezicht krijgt en daarvan kunnen ook bestaande initiators als Jacobiberg, Goudvishal en Cultuurkapel profiteren. Het is nu aan de Arnhemse politiek om de juiste stappen te zetten.