Het is een tijdje stil geweest rond Stichting PAN, maar de mensen achter de stichting hebben allesbehalve stilgezeten. Paul Hensels en Christiaan Crouwers van Stichting PAN geven een toelichting op de nieuwe koers. “We moesten voor ons gevoel weer van nul af aan beginnen en hebben eerst eens goed naar de basis van PAN gekeken”, aldus Paul. Van daaruit ontstond een plan van aanpak. Eerste prioriteit had de uitbreiding van het aantal oefenruimtes en verbetering van de kwaliteit daarvan.
Vol trots showt Christiaan de repetitieruimtes in de Krayenhoffkazerne: “We willen kwalitatief goede oefenruimte aanbieden voor amateur- en semiprofessionele muzikanten. We hebben daarom flink geïnvesteerd in de kwaliteit van de oefenruimte en de backline.” Binnenkort worden de versterkers vervangen zodat het niveau nog verder stijgt. In de Krayenhoffkazerne beschikt de stichting over zes nieuwe ruimtes en diverse boxen voor de opslag van de backlines van de bands. Daarnaast zijn er ook nog twee oefenruimtes in de Koopvaart, richting Weurt. De bands kunnen kiezen of ze gebruik maken van hun eigen backline of een professionele huren bij Stichting PAN.
Tevens is PAN bezig naast oefenruimtes een opnamestudio te realiseren, zodat bands low budget hun demo kunnen opnemen. Dit is niet alleen van belang omdat een goede demo een essentieel visitekaartje is voor een band, maar ook omdat de muzikanten op deze manier ervaring opdoen in een studio. Dat de nieuwe ruimtes goed aanslaan blijkt wel uit het aantal bands dat ervan gebruik maakt. Waren dat er twee jaar geleden nog 60, tegenwoordig zijn het er zo’n 110 met daarbij nog een wachtlijst van 40 bands voor de avonduren. Overdag zijn er nog enige plaatsen beschikbaar.
Een korte rondvraag onder de bands die bij stichting PAN oefenen levert de volgende reacties op: Tim van Delft (inmiddels ex-Pax): “Het is een enorme verbetering! De ruimtes in de Krayenhoffkazerne zijn goed geïsoleerd en het is erg fijn dat ze rookvrij zijn. Maar de sfeer in de ruimtes is niet echt een stimulans voor mijn inspiratie. Het is er namelijk nogal wit en de TL-lampen branden kil.” Wouter Maes (Mosqio): “Het zijn fijne oefenruimtes en je merkt dat PAN investeert in o.a. versterkers en het aannemen van deskundig personeel.”
Ook het feit dat de ruimtes rookvrij zijn stemt hem positief, alleen had er wat hem betreft wel iets te eten of een biertje in de gezamenlijke ruimte verkocht kunnen worden. Wouter vraagt zich af of jonge beginnende bands de tarieven voor de repetitieruimte wel kunnen betalen. Waarbij hij overigens stelt dat PAN een eerlijke prijs vraagt, maar dat vanuit de overheid misschien wat ondersteuning geboden kan worden. Mosqio maakt geen gebruik van de bandcoaching die Stichting PAN tegenwoordig ook biedt. Volgens Wouter gaat Mosqio liever haar eigen gang en ziet hij coaching meer als iets voor beginnende bands.
Niek Hayen (Coolschrank): “We oefenen nu zo’n twee jaar bij PAN en we hebben in die periode de nodige verschillende ruimtes gehad. Ik vind het vooral goed dat stichting PAN nu meer doet dan alleen het aanbieden van oefenruimte. Ze kwamen zelf met het voorstel voor bandcoaching. Dat vind ik heel interessant.” Gezien het toch nog altijd bestaande tekort aan oefenruimtes streeft PAN naar verdere uitbreiding. Inmiddels heeft het bestuur van stichting PAN een goede relatie met de Nijmeegse politiek (afdeling cultuur) opgebouwd, en staat het tekort aan repetitieruimtes op de agenda. Maar het liefst zou Paul een landelijk netwerk van popcollectieven, zoals PAN en de Jacobiberg uit Arnhem, willen oprichten om gezamenlijk voet aan de grond te krijgen bij de Haagse politiek.
Stichting PAN lobbyt bovendien ook actief bij andere organisatoren en bij Nijmeegse zalen. Want, zo stelt Paul, “Nijmegen heeft een groot aantal kwalitatief goede bands, maar we krijgen de stad nog niet goed op de kaart, terwijl dat andere steden –zoals Eindhoven-, en de Nijmeegse elektronische scene wel lukt. Volgens Paul ligt dat niet aan de muziek, maar aan de gebrekkige organisatie en ondersteuning die tot nu toe in Nijmegen werd geboden. Juist op dat vlak maakt PAN zich nu sterk. Paul: “Nu we de oefenruimtes weer beter op orde hebben, kunnen we ons nog meer bezighouden met de doelstellingen van Stichting PAN.”
Zo participeert PAN actief in de Roos van Nijmegen, waarvan de inschrijving nog tot half januari open staat. Onlangs is ook de inschrijving gestart van het door PAN en Merleyn georganiseerde Singer-Songwriterfestival. Het geeft aan dat de stichting niet alleen oefenruimte aanbiedt maar ook actief helpt een podium te bieden voor bands uit Nijmegen. “Maar”, zo zegt Paul stellig, “we hebben geen troetelkindjes meer. Dat past niet bij onze huidige filosofie. “
Een specialiteit die PAN onlangs weer heeft opgepakt is het coachen en adviseren van bands. Volgens Christiaan moet bij het coachen gedacht worden aan een relatief lang traject waarbij de coach o.a. repetities bijwoont, helpt bij bandpromotie, begeleidt bij het maken van demo’s, juridisch advies geeft, tips geeft omtrent podiumpresentatie en algemene feedback levert. Kortom een breed palet waarbij zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de specifieke doelstelling van een band. Christaan wijst er nog nadrukkelijk op dat PAN zich niet bemoeit met de doelen die een band voor zichzelf stelt. Want PAN is geen platenmaatschappij. Naast het coachingstraject kan de stichting ook als vraagbaak dienen.
In januari start Stichting PAN met workshops die elke tweede woensdag van de maand worden gehouden. Er staan plusminus tien stuks gepland voor 2007. Per keer wordt één aspect behandeld door deskundigen uit de muziekscene. Bij vier workshops staat iedere keer één instrument centraal. Daarnaast zijn er twee zogeheten ‘demopanels’. In deze workshops wordt feedback gegeven door een boeker, een manager van een platenlabel, en een medewerker van 3VOOR12. De deelnemers luisteren plenair naar elkaars demo. De blik van de huidige medewerkers van PAN is op de toekomst gericht: “Het opbouwen van PAN geeft een enorme hoeveelheid positieve energie. We leggen de lat hoog en we zullen het de komende jaren echt waar moeten maken maar we geloven erin.”