Voor het volgende stukje duiken we het verleden in. Niet alleen vonden de genoemde optredens een kleine drie weken geleden plaats, maar beide bands zijn ook nog eens ontsproten aan Nijmeegs muzikale geschiedenis. Allereerst vond er in Camelot een optreden van Mummy's a tree plaats. Mummy bestond voorheen uit een complete band, zijn hoogtepunt belevend tijdens de finale van de Grote Prijs 2000. Daarna werd het stil omtrent zanger Stephan van den Berg.
Nu is hij terug, met een stem als nooit tevoren. De band is ingeruild voor Frank Antonie van Alphen, die buiten muzikant, ook recensent is voor Gelderlander en FRET. Met z'n tweeën zijn ze een bijzondere combinatie. Van den Berg speelt de gevoelige man, verdrinkt haast in zijn intieme gitaarspel, terwijl Van Alphen er lustig op los drumt, met ingenieuze ritmes. Soms compleet voorbijgaand aan de intimiteit van de muziek, maar vaker juist een extra verdieping creërend. Ook de favorieten van Nick Drake, Tim en Jeff Buckley moesten gespeeld, net zoals de bijbehorende emotie. Die was net minder raak dan in eigen werk. Nu de band gestript is, blijft de grote vraag waarom de bandnaam zo omarmd blijft. Wordt het niet eens tijd voor een nieuw begin en een andere boeg?
De volgende dag kon men in Merleyn genieten van Oerbek. Ook deze band heeft Frans Haarmeijer als producer en ook hier vervult Van Alphen een grote rol. De grootste zelfs. In radioprogramma de Avonden bleek Van Alphen zijn band in een keyboard te hebben gepropt en kon hij het alleen af. In Merleyn is wel een band aanwezig. Het blijkt Jeroen van den Berg die achter de drums is gekropen. Inderdaad, familie van voornoemde Stephan en bovendien ook nog eens ex-Mummy. Om het familieplaatje compleet te maken speelde ook Van Alphens broer af en toe een mopje bas mee.
Naar de betekenis van Oerbek viel te raden. Van Alphen staat bekend als schipperszoon en deze invloed komt vaak in zijn teksten terug. Ook Oerbek blijkt een Friese term uit de vaart. De muziek van Oerbek riekt naar zeemannen, deinende golven en krakende schepen. Met teksten op de voorgrond neigt de muziek naar kleinkunst. De belichting in Merleyn was net zo duister als de sfeer. De diepe croonerstem van Van Alphen herinnerde aan die van wijlen Morrison, alleen was het publiek minder goed in vervoering te brengen dan op diens concerten.
Maar goed, voor elke muziek een plaats en een tijd. Ik plaats Oerbek liever op Oerol, omgeven door zee, gevangen in de zilte sfeer die de teksten uitwasemen. Tot zover deze geschiedenisles. Nijmegen mag trots zijn op zijn wortels, maar hoopt ook op een toekomst. Hopelijk weten beide bands ons komende jaren nog steeds te verrassen en blijven ze niet hangen in eeuwenoude zeeverhalen en overleden moeders. Foto's: Monique Samsen