Diogenes staat aan de rand van de afgrond. De bekendste studentenkroeg van Nijmegen, aan de Van Schaeck Mathonsingel, heeft dringend geld nodig. Zaterdag 29 en zondag 30 januari organiseerde zij daarom een benefietweekend voor zichzelf. 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen ging zondagsmiddags kijken.

Er zijn heel wat rare uren waarop je in Diogenes kan staan, maar drie uur 's middags is erg extreem. Zondag 30 januari kon het. Dio organiseerde een benefiet, waarvan de opbrengsten het naderende faillissement zouden moeten remmen. Al om twee uur 's middags stond het eerste bandje op de planken. De angst om in een lege zaal te staan, was ongegrond.

Bij binnenkomst om half vier, het staartje meevierend van het optreden van Newax, stond er een gezellige hoeveelheid mensen binnen. Newax is jong en verfrissend. Hun muziek voelt Brits aan, met af en toe een wat stuurse, wilde ska- of metal-inslag. De organisatie van deze dag stond zichtbaar op losse schroeven. Pas halverwege werden er tijdsschema's opgehangen, vrijwilligers en bandjes renden van hot naar her. Niemand leek een idee te hebben wat waar en wanneer ging plaatsvinden. Maar blijkbaar kwam er altijd een moment waarop alles samenviel.

En dan stond er ineens een act. De cabaretier Leon van der Zanden stipte dit relaxte aspect aan in zijn optreden. Met zijn Nijmeegse roots kent hij Dio natuurlijk. Hij deed cynisch over de hoeveelheid wiet, die inderdaad ook deze middag niet te versmaden was. Hij haalde ook nog lomp uit naar het teloorgaan van Diogenes. Een beetje wrang, maar het werd al snel vergeten.

De bedoeling was een afwisseling te krijgen tussen de optredens boven en de wat kleinere optredens in de kelder. Maar van deze kelderoptredens verviel een deel. Geen gesproken poëzie. Ook werd er tevergeefs gewacht op Hell-hole, waarvan het gerucht rond gonsde dat zij zouden gaan draaien. Zij beloven de poco-loco discoshow van de metal te zijn. Het duo liep inderdaad rond in hun Hell-hole outfits, maar dat was enkel om de acts ludiek aan te kondigen.

De sets van singer-songwriter Marten in de kelder gingen wel door. De voorman van High Time Amplifier had zich voor de gelegenheid losgerukt van de rock en speelde een set van verstilde gitaarmuziek à la Kings of Convenience. Het publiek luisterde ademloos. Maar zoals op elk festival, begon vervolgens boven de volgende band en verstoorden de luide gitaarklanken de breekbare klanken.

Lemonseven beloofde heel wat, als winnaars van de Grote Prijs. Maar echt origineel of veelbelovend was het niet. (Dat zegt zowel iets over hen als over de Grote Prijs.) Het lag goed in het gehoor en de nummers waren prima geproduceerd. Maar dat betekent nog niet dat een portie elektronica doorsnee jaren negentig gitaarpop tot een nieuwe stijl kan verbasteren.

Het was een vermakelijke, afwisselende middag, dat zeker. Maar het valt te betwijfelen of Dio haar doel met de benefiet heeft bereikt. Het publiek bestond vooral uit bandleden, aanhang en muziekliefhebbers pur sang. Zij zijn begaan met muziek, maar niet per se met Diogenes. De interesse voor mailinglists-aanmeldingen en vrije giften was deze middag matig. Het heeft een prijs om deze studentenkroeg weer in het goede spoor te krijgen. En hoewel Diogenes dit weekend € 5000,- bij elkaar schraapte, blijft de vraag: diende deze benefiet slechts als uitstel van executie?