De Paasconcerten zijn ooit gestart als initiatief van enkele bands die iets terug wilden doen voor de faciliteiten die De Jacobiberg aan hen verleende. 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen-redacteur Willem Huetink was een van de betrokken muzikanten en haalt 30 jaar aan herinneringen op.

Kun je nog ff een stukje schrijven over je herinneringen aan de Paasconcerten. Graag volgende week klaar, was het verzoek dat ik kreeg. Nu is het met het geheugen niet zo goed gesteld. Ik nader immers de vijftig en de levensstijl helpt ook niet echt. Maar goed. Tussen pak hem beet 1976 en 1991 was ik betrokken bij de organisatie van de concerten. Eerst als muzikant/vrijwilliger en later als muzikant/stafkracht van 'De Berg'. Ik speelde er met bandjes als Melissa, The Razorblades, Vital, The Coverband, The Hobbyclub, Sane Invaders en JukeBox Heroes.

Het eerste Paasconcert was trouwens helemaal geen Paasconcert, maar een Kerstconcert. Samen met enkele muzikanten van de bandjes die er repeteerden vonden we het tijd om iets terug te doen voor de faciliteiten die De Berg ons verleende. Dat werd een groepenpresentatie op Eerste en Tweede Kerstdag 1976. Hoe dat later is geëvolueerd tot Paasconcert weet ik dus niet meer precies.

Die eerste concerten kenmerkten zich door een hoog gehalte aan zelfredzaamheid. De bandjes deden alles zelf. Allerlei Peavey zanginstallaties werden aan elkaar geknoopt tot een heuse PA. Je zat uren lang posters in elkaar te schilderen met Oost-Indische inkt en wrijfletters die je vervolgens illegaal in de stad plakte met risico op arrestatie. Voor en na je optreden deed je een bardienst en tussendoor luisterde je kritisch naar de verrichtingen van de andere bands.

Dat laatste was een belangrijke functie van de concerten. Behalve een presentatie van de Arnhemse popmuziek aan het publiek, waren de concerten een ijkpunt voor je eigen verrichtingen. Het gaf de stand van zaken weer bij je collega's. We waren allemaal bezig voorwaarts te komen op ons instrument, teksten en muziek tot liedjes te smeden en dat moest allemaal via de 'trial and error'-methode. We repeteerden ons helemaal scheel. Afgezien van een incidenteel schoolfeest waren er weinig mogelijkheden om het resultaat van deze noeste arbeid ten gehore te brengen. De relevantie voor het 'grote publiek' bleef dus onduidelijk.

De Paasconcerten zorgden voor die evaluatie. Alles werd tot op het bot ontleed: receptie door het publiek, persoonlijke muzikale vaardigheden en vooruitgang sinds het jaar daarvoor, composities, presentatie en 'last but certainly not least': de spullen. Die waren héél belangrijk. Sparen en ploeteren voor die Gibson, Fender of Marshall en je was: 'The Man!' De ideale manier om je muzikale beperkingen te verhullen en iedereen de ogen uit te steken.

De stand van zaken nu? De Paasconcerten bezoek ik nog steeds. Het blijft een goed concept: een half uur naar hetzelfde bandje luisteren is wat mij betreft meestal genoeg. Zelf ben ik nog steeds 'in staat van oorlog' met mijn bas. Ik haat repeteren, maar wil ondertussen best toegeven dat het een uitstekend alibi is om met een stuk of vier gelijkgestemden een leuke avond in een horeca-achtige omgeving door te brengen.

Willem Huetink anno 1976