Vroeger had je metal. Mannen met lange haren die hun gitaren er flink van langs gaven. Vrij rechttoe rechtaan. Later besloten enkele progressieve langharigen de eenvormigheid tegen te gaan en te werken met een rapper naast of in plaats van hun zanger. Crossover was ontstaan. Tegenwoordig zijn stevige gitaren en raps bepaald geen unieke combinatie meer. Sterker: ook de crossover begint al tamelijk eenvormig en saai te worden.
Misschien dat Je Moeder daarom nog wat meer stromingen verwerkt in haar debuutalbum 'Subcultuur'. Punk, ska, funk, metal, hiphop, rock, het komt allemaal langs. Het één wat meer dan het ander, dat wel. En meteen vind je het jammer dat ze die afwisseling niet verder hebben doorgevoerd. Want nu blijft het vooral een degelijke rockplaat met leuke stukjes ertussendoor, terwijl met wat meer creativiteit een interessantere crossover tussen al die stijlen was ontstaan. Dat had ook gezorgd voor een net iets minder zwaar geluid. We hebben het hier over zeer vette riffs, dat zeker. En die zijn lekker, hoor. Maar je hoort doorlopend dat het nog veel lekkerder kan. Je blijft steeds hopen op wat meer variatie in de klankkleur.
Dat merk je vooral op de momenten dat bijvoorbeeld de toetsenist wél boven de gitaren uitkomt. Geef hem meer de ruimte, wil je de band toeroepen, maar je wordt alweer overstemd door de overheersende gitaar. Ook de rappers beschikken over zwaar geluid. Alles wordt op stoere toon gedeclameerd, ook de tekst van 'Je bent weg', waar je toch een andere toon verwacht dan in bijvoorbeeld 'Ode aan de pit'. De macho-raps zijn uitstekend geschikt voor de hardere nummers. Daar werken ze perfect.
Maar een wat genuanceerder geluid op andere punten zou de muziek nét dat beetje extra geven en bovendien lijkt het dan wat minder op een trucje. De teksten laten overigens niet veel aan de verbeelding over. In duidelijke taal rappen Dean en PTS hun maatschappijkritiek, aangevuld met een sausje van drugsgebruik en en een toetje van lekker uit je dak gaan. Vernieuwende gedachten hoeven we niet te verwachten, wel hier en daar wat poëtische lichtpuntjes en goede vondsten.
Voor een gemiddelde crossover-band is 'Subcultuur' een uitstekend debuutalbum. Het is alleen zo jammer dat je bij deze band hóórt dat er meer in zit en dus nog moet wachten op het tweede album om de volle potentie te horen. Als Je Moeder bereid is zich iets creatiever op te stellen dan zij op 'Subcultuur' doet, kan zij zeker uitgroeien tot een van de grote en vernieuwende bands in het genre. Blijft zij op dit punt hangen, dan houden we een band over die je live kan overrompelen met een geweldige energie, maar die thuis in de cd-speler niet veel anders klinkt dan al die andere crossover-bands.