The Berserkerz en The Real Turds versus 30 graden

Dit is nu eenmaal geen temperatuur voor indoor rock-'n-roll

Wim Koens, ,

Niks geen bloed of tranen, enkel zweet, zweet en nog eens zweet. The Berserkerz en The Real Turds vechten tegen het tropisch podiumklimaat. Deze twee sixties-bands versus dertig graden, vrijdagavond 30 juli in Kultuurhuis Bosch.

Dit is nu eenmaal geen temperatuur voor indoor rock-'n-roll

In Scandinavië doet men het met The Hellacopters en Turbo Negro. Hier in Nederland hebben wij de Berserkerz. Daar waar The Hellacopters gretig graaien in de schatkist van de hardrock als het gaat om de gitaarrifs, laten The Berserkerz zich meer inspireren door de oer-vaders van sleaze-rock. Denk Stooges, MC5, Radio Birdman en Dead boys. The Berserkerz spelen smerige sixties garage rawk. Het soort smeerpijperij waar ze in Scandinavië maar geen genoeg van kunnen krijgen. Het is in Kultuurhuis Bosch warm vanavond. Bijna te warm voor rock-'n-roll. Gelukkig hebben een kleine 70 man toch de hitte en de lokroep van het terras weten te trotseren. Dat The Berserkerz al een tijdje mee draaien is meteen te zien aan het publiek dat overwegend uit dertig-plussers bestaat. Gelukkig zijn er hier en daar ook nog wat plukjes jonge punkers aanwezig. The Bersekerz is van oorsprong een Arnhemse band. Destijds ontstaan binnen de muren van de roemruchte en inmiddels gesloten garagepunk-kroeg Café Mokum waar gitarist Paul Tymant werkte als barman. De originele line-up bestaat uit Eppie Hotz (onder meer Solid Oyster en The Dons) en Marc Derksen (onder meer The Yuppies) en natuurlijk Teymant zelf (Loveslug/Windmills). Nu, enkele jaren later, is de band verwaterd tot een Amsterdams kwartet waar Eppie Hotz nog als enige Arnhemmer overeind is gebleven. The Berserkerz trappen af op een oorverdovend volume van 110 dB, gemeten op de dB-meter van de geluidstechnicus. Het eerste kwartier van de set is de band behoorlijk actief. Veel gespring, koprollende bassisten, enzovoort. Maar na verloop van tijd vergt de hitte toch zijn tol. Het geheel kakt een klein beetje in en de band mist de bite die hij normaal wel heeft. Gelukkig heeft men voldoende routine in huis om op ervaring door te knallen. Aan het eind van de set komen zelfs de poser moves op het podium weer terug: gitaristen die hun gitaren als hitsige honden berijden en armen de lucht in. Zelfs de pogo pit komt weer even tot leven met desastreuze gevolgen voor een Hans Anders-montuur. Helaas blijft de complete gekte uit. Geen slechte show, maar 30 graden Celsius is nu eenmaal geen temperatuur voor indoor rock-'n-roll. De 'headliner' van de avond is het Duitse Real Turds. Bij aanvang is al snel duidelijk dat headliner een relatief begrip is. Iedereen kwam overduidelijk voor de eerste band. Slechts een kleine 20 man weten de weg terug te vinden naar de zaal. De zanger van de Turds houdt het midden tussen een mollige Mick Jagger en een olijke cheerleader met bakkebaarden. In zijn beste Engels met zwaar Duits accent probeert hij het nog: 'Ohh my gott whe are in ze zity of Arnheim. Ze hometown of Lo-Lite, Belch, Ze Berserkez... And I even see a Lady Booster. Was a beutifull town thiz must be.' Helaas denkt Arnhem er anders over. Zij staan buiten op het terras. Jammer; ik kon de sixties-beat-pop-'n-roll met orgel zeker waarderen. Door de frontman, die zo is weggelopen uit Allo Allo, lag de entertainmentwaarde ook nog eens erg hoog.