Singer-songwriterfestival: veel zwetende singer-songwriters

Afwisselende programmering trekt veel publiek

Fred Hubers, ,

Vrouwen zijn bij popconcerten vaak in de minderheid. Dat wil zeggen: op de eerste rij na. Op het Singer-songwriterfestival was de zaak omgedraaid. En nog opvallender: ze bleven luisteren. Er werd geluisterd naar de singer-songwriters in de American Bazar tent.

Afwisselende programmering trekt veel publiek

Marike Jager begon om 15.30 uur, zo'n beetje het warmste tijdstip van de dag. In de American Bazar was het met zo'n 40 man best druk, ook vanwege de beschikbare schaduw. De Utrechtse bracht een soort Viva-pop: vakkundig gezongen luisterliedjes op de grens tussen jazz en pop met hier en daar een verrassende wending. Marike heeft een aangename, vrij zachte stem die in de hogere regionen gevaarlijk dun werd. Complimenten voor de elementaire, maar wel foutloze manier waarop ze zichzelf begeleidt op gitaar. Ook elektrisch pianist Henk Jan Heuvelink krijgt bij deze een pluim. Qua teksten omzeilde Marike gelukkig de clichés, maar toch ontbrak de Grote Emotie. Het optreden kabbelde aangenaam voort, tot het laatste nummer van de set. Daarin klonk opeens de herhaaldelijke uithaal 'I need a focus' als een behoorlijke hulpkreet. En zo kreeg ik toch nog wat rillingen in de nek. De volgende act in de America Bazar was Blimey!. Het verschil kon niet groter zijn. Gruizige lo-fi door drie sjofele dertigers uit Eindhoven, duidelijk geïnspireerd door Sparklehorse, Grandaddy en dergelijke namen. Wat dit op een singer-songwriterfestival deed, begreep ik niet, maar voor mij was het een prima afwisseling met de echte troubadours! Blimey! speelde sfeervolle liedjes met elektrische instrumenten (bas, gitaar, keyboard). Ieder nummer bleek een op zichzelf staand kunstwerkje, dat zelden de tweeënhalve minuut overschreed. Doordat de band de zang vervormt en het keyboard ook als ritmebox gebruikt, dreven de nummers richting obscure rock en kon je minder goed naar de teksten luisteren. De bassist/gitarist moet dringend een cursus 'gelaatsuitdrukkingen' volgen. Zelden iemand een heel optreden zo stoïcijns zien kijken. A Balladeer mocht in de relatieve koelte van de vooravond spelen. Zoals de naam als zegt: rocken doet dit jonge viertal uit Utrecht niet. Ze speelden unplugged: twee akoestische gitaren, een akoestische bas en ingetogen drumspel, soms een elektrische piano. De band speelt eigenlijk gewoon mainstream pop. Mooi gezongen, foutloos gespeeld, weinig op aan te merken eigenlijk. Maar saai dat het was! Het is mij een raadsel waarom deze doorsnee band zoveel waardering van de media krijgt. Na vijf of zes nummers was nog maar de helft van het aantal toeschouwers over dat er aan het begin stond. Vreemd genoeg was dat aan het eind van de set weer volledig bijgetrokken en kreeg de band zelfs een stormachtig applaus. Ik heb kennelijk iets belangrijks over het hoofd gezien. Het tot voor kort volledig onbekende Sioen (uit Gent, België) was tot hoofdact gebombardeerd en dat maakten ze volledig waar. Na de zeer positieve pers op het Belgische festival Werchter trokken ze op Sonsbeek een tot de laatste plaats gevulde tent. De band speelde zeer ontspannen en ze brachten hun - echt niet eenvoudige - nummers overtuigend. Grote blikvangers zijn de gedreven zanger/pianist (naar wie de band vernoemd is) en de violist. De gitarist deed weinig meer dan keyboardloopjes kopiëren. De songs bleven ritmisch interessant dankzij hoekige breaks en themaatjes die uit een geniaal brein leken op te borrelen. Soms was het bijna te veel van het goede, de band mag nog wat meer rustpunten inbouwen. Toch: een zeer goed optreden van deze Vlamingen. Veel beter dan een paar weken daarvoor op de Valkhof Affaire in Nijmegen. Foto's: Kropot.nl en Johan Slaghuis