2015, het jaar van Stefan Sloot

“Ik wil ooit nog een keer naar Flatstock in Austin, Texas”

Tekst: Theo van der Veer ,

De Leeuwarder vormgever Stefan Sloot (Studio Captain) ging begin juni dit jaar naar Barcelona voor Flatstock, een postermarkt waar postermakers uit de hele wereld aan deelnemen. Flatstock vindt plaats in Barcelona, Hamburg, en in Amerikaanse steden als Seattle, Austin en Chicago (meestal als onderdeel van een groot muziekfestival). “Het was de eerste keer voor mij in Barcelona. Ik ben wel twee keer naar Flatstock - tijdens het Reeperbahn Festival - in Hamburg geweest, met Jelle (van Gosliga, red.) en met Wytse (Sterk, allebei ook vormgevers uit Leeuwarden, red.). Ik was benieuwd hoe het daar zou lopen en of mijn stijl aan zou slaan. Het ging goed en het was erg leuk.”

“Om deel te nemen aan Flatstock Barcelona moet je aanmelden, er zijn maar een beperkt aantal plekken en het is binnen een dag vol”, zegt Stefan Sloot, die in Leeuwarden vooral bekendheid geniet als vormgever van Welcome to The Village, het Noordelijk Film Festival en UITfestival. “Je moet wel lid zijn van de API (American Poster Institute). Inmiddels ken ik ook wel wat mensen daar, dus je komt er wel tussen. Dan sta je daar op zo’n postermarkt, drie dagen lang, met (inmiddels) veel bekenden, postermakers uit Brazilië, Duitsland, Nederland. Het is leuk, ook om het werk van anderen te zien!”

“Ik ken wel veel van hun werk”, vervolgt de Leeuwarder zijn verhaal, “maar je wordt elke keer toch weer geïnspireerd en gemotiveerd. In Hamburg bijvoorbeeld verkochten Jelle en ik niet heel goed, dus gingen we kijken hoe andere mensen het aanpakten en kwamen we er achter dat we meer met artwork moeten doen; meer kleine prints en T-shirts meenemen. Verder doe je het vooral voor je netwerk. Je leert veel mensen kennen.”

Volgens Sloot, die ook posters ontwerpt voor Vera in Groningen, verkoopt iedereen zijn posters daar. “Je bent drie dagen winkeltje aan het spelen. Je staat daar om je eigen werk te laten zien en je probeert dat te verkopen. Na zo’n beurs krijg je nog wel eens een mailtje van iemand die jou op Flatstock heeft gezien en die achteraf nog iets wil bestellen.” Het gaat er volgens hem dan ook niet zozeer om om opdrachten in de wacht te slepen. “Dan zou je vaker dit soort beurzen moeten bezoeken. Ik wil ooit nog wel een keer naar Flatstock in Austin. Wellicht rollen daar dan samenwerkingen of opdrachten uit.”

“Flatstock leverde mij dit jaar geen opdrachten op”, vertelt de Leeuwarder. “Je hebt een leuke tijd en je verdient hooguit vijftig euro, dan zijn kosten gedekt. Je kunt er wel meer uit halen, maar dan moet je er wel iets voor doen. Momenteel heb ik drukte genoeg en ben ik daar niet mee bezig. In de toekomst zou ik wel wat meer tourposters, artprints en t-shirts willen maken.”

Rijk wordt hij vooralsnog niet van zijn posters. “Iedereen die posters maakt voor Vera doet dat vrijwillig. We hebben een deal dat van de zeventig posters die gedrukt worden, er tien voor de maker zijn. Dat maakt de posters ook weer uniek,” aldus de vormgever. “De meeste vormgevers op Flatstock drukken posters in een oplage van zeshonderd stuks, vaak automatische zeefdruk. Onze posters zijn echte collectors items. In Hamburg waren de posters van The Future’s Dust uitverkocht, terwijl - waarschijnlijk - niemand de band daar kent. Dan weet je dat ze je poster echt mooi vinden.”

“Ik zie het werken bij Vera als een speeltuin, het is vrijwillig en je kunt uitproberen en doen wat je wilt. En je blijft bezig”, stelt Sloot. Helemaal vrijblijvend is het ontwerpen ook weer niet. “Het liefst zien ze dat jouw poster bij de band past, dan ga je je verdiepen in de albums of songs, soms lukt dat niet. Verder ben je helemaal vrij om te maken wat je wilt. Een collage maak ik meer op gevoel, ‘wat voel ik bij deze band?’. Ik probeer meestal ook wel een band uit te kiezen die bij mijn stijl past. Met mijn illustratieve stijl ben ik meer op zoek naar een verhaal om uit te beelden,” vertelt Sloot.

“De foto’s die ik voor die collages gebruik, komen allemaal uit oude boeken. Dat is ook een regel die ik mezelf stel, ik haal niks van internet. Het is echt knip- en plakwerk. Dat is ook wel leuk, want dan ontdek je ook dingen, bijvoorbeeld bij de poster van We Are Scientist; ik had een collage gemaakt, maar die niet opgeplakt. Daar een foto van gemaakt en die gebruikt als basis. Sommige elementen gingen hierdoor omhoog staan en daardoor ontstond er een slagschaduw, dat zag je dan terug op de print. Dat vind ik leuk, je krijgt meer diepte”, meent de Leeuwarder.

Voor het maken van zijn collages is de postermaker geïnspireerd door de Amerikaans artiest James Gallagher. “Het is niet echt vergelijkbaar met wat ik doe, maar voor mij wel de reden geweest om ook collages te maken. Ik ben daar op afgestudeerd en heb er onderzoek naar gedaan, bijvoorbeeld waar de oorsprong van collages ligt. Alle bevindingen heb ik zelf ook toegepast. Welke ik bij mij vind passen en daarna heb ik een expositie gegeven met werk van mijzelf en de bevindingen van mezelf.”

“De poster van Welcome to The Village van vorig jaar was ook een collage. Dat zie je niet gelijk, maar als je dichterbij kijkt, zie je wel dat het niet klopt. Het zijn zo’n vier tot vijf foto’s door elkaar. Ik probeer het soms toe te passen”, aldus Sloot. De poster van Welcome to The Village van dit jaar is onder andere opgebouwd uit afbeeldingen van vorige edities. “Daar heb ik ook weer een collage van gemaakt.” Hiervoor gebruikte hij delen van de poster van vorig jaar en is hij nog in de loods geweest voor stukjes schuurpapier, zaagsel en bamboe. “Die collage staat, evenals het festival, voor recyclen en hergebruiken. Zo min mogelijk afval gebruiken.”