Nadat ik besloot om een stuk te schrijven voor de Vinylofielen-rubriek van 3voor12/Friesland dacht ik direct aan mijn vader Jan de Hek. Ik ken hem niet anders dan als muziekliefhebber. Hem erover bevragen, heb ik eigenlijk nooit vaak gedaan. Zijn uitgebreide lp-collectie en deze rubriek geven me nu een goede gelegenheid en daarom ben ik vanavond bij hem aangeschoven in Harlingen. Mijn vader is een geboren Terschellinger, woonachtig in de havenstad, die de vaste wal met het eiland verbindt.
De vinylofielen: Jan de Hek
"Het gaat bij muziek om momenten van plezier en geluk"
Het proces van een lp beluisteren kan een ritueel zijn, het verzamelen van zeldzame parels een obsessie of in bakken vol tweedehands vinyl zoeken een hobby. In de wekelijkse rubriek ‘De vinylofielen van Friesland’ gaat 3voor12/Friesland op zoek naar mooie verhalen over lp’s, platenhoezen, dat ene bijzondere album en meer. Redactielid Marinthe de Hek voelt haar vader aan de tand over zijn platencollectie.
Voor de platenkast ligt een stapeltje lp’s klaar. "Ik ben vorige week alvast maar begonnen met uitzoeken. Aan elke lp kleeft wel een herinnering." We knielen bij zijn collectie neer. Jan vertelt: "Die rij platen: dat zijn centimeters feestjes en begrafenissen." Mijn vader grijpt naar een zwarte hoes met gele letters. "Tony Joe White, die is al lang bezig, en goed gebleven. Hij had een hitje met het nummer Polk Salad Annie, dat kenden we uit ons hoofd. Ik kocht hem in Boston toen ik daar in ’74 met de marine in de haven lag."
Als ik vraag naar een lichte hoes met metallic feel, antwoordt Jan: "Brian Eno en David Byrne, My Life In The Bush of Ghosts. Dat is een vernieuwende plaat geweest. Roxy Music’s Eno was bezig daar in Amerika, terwijl hier die Deutsche Welle-tijd was aangebroken met Kraftwerk en DAF. Het was geen rock, het was geen blues, ook geen disco. Dit was elektrische muziek, een beetje voodoo zo met die nieuwe ritmes en ze gingen af van het geijkte pad. Die hoes is ook prachtig, zeg."
Ik word benieuwd of er ook een favoriet van mijn vader bij zit. Hij houdt er eentje omhoog van Holger Czuckay: On The Way to The Peak of Normal, luidt de titel. De plaat draagt een kinderlijke tekening op de voorkant. `Niet bepaald middle of the road-muziek, nee, in tegenstelling tot andere aankopen in die tijd. The Eagles bijvoorbeeld, of Pink Floyd. Dit was experimenteel." Jan kijkt even bedenkelijk. "Ach, weet je: met een mooie Technics-draaitafel en m’n Sansui AU7900-versterker uit 1975 klinkt zowat elke plaat al prachtig."
Ik zie ook Tom Waits’ Franks Wild Years liggen en ik vraag hoe hij daaraan komt. "Gekocht in de seventies bij De Put op de Wirdumerdijk. Die man was net afgekickt van de drank en weet ik welke rommel nog meer. Hij kwam terug met Swordfish Trombone, meen ik. Maar deze plaat is beter. We hebben dit op feestjes grijsgedraaid en thuis natuurlijk, als deel van jouw muzikale opvoeding." Ik ga het na en het klopt. Mijn ouders draaiden, door toedoen van mijn vader, altijd muziek. De radio stond altijd aan en ik associeer die momenten met muziek van Cohen en Steve Wynn. Ik vraag me hardop af waarom muziek zo’n belangrijk onderdeel van mijn opvoeding was. "Muziek maakt de geest rustig", vertelt Jan. Kinderen vinden K3 leuk, dan dus ook Leonard Cohen en Nirvana. Jij was gevoelig voor muziek. Of je stond te wiebelkonten, of je zat er ernstig naar te luisteren. We draaiden het continu. Ik vond het belangrijk dat je de gelegenheid kreeg een eigen smaak te ontwikkelen. Man, dit lijkt wel een kruisverhoor", zucht hij. "Dat is het ook", glimlachen we.
Ik realiseer me dat mijn vader sinds de sixties een beste platencollectie heeft kunnen opbouwen. Op de vraag of muziek altijd dezelfde functie heeft gehouden sinds die tijd, knikt hij. "Ja. Het gaat bij muziek om momenten van plezier en geluk. Ik mag me graag door muziek laten vermaken. Ik herinner me Rory Gallagher, of Led Zeppelin. Dat draaiden we veel bij de marine, als we wachtliepen. De jongens van het stuurhuis zaten vlak naast ons, onderin het schip. Zij mochten geen muziek draaien, dus zetten wij When The Levee Breaks van Zeppelin knijterhard op. Hadden ze er nog wat aan." Jan neuriet het refrein. "Zonder muziek? Dan hoeft ’t van allemaal mij niet."
Er is veel waar mijn vader van houdt: hij staat in principe voor alles open. Maar is er ook iets dat hij in de kast laat staan? "Bluegrass". Hij trekt een zuur gezicht. Daar word ik kriegel van, die gereformeerde country. Vreselijk. Achtentwintig banjo’s door elkaar."
Ik merk dat ik jaloers word door de verhalen van mijn vader. Opgroeien in een tijd waarin de Stones regeerden (en jong waren), en rock- en bluesmuziek in de groei raakten. Ik wou dat ik de afgelopen vijftig jaar aan muziek zo bewust had mee mogen maken. Wellicht zeggen mijn kinderen over vijfentwintig jaar hetzelfde.
Album: On The Way to The Peak of Normal
Band/Artiest: Holger Czuckay
Label: Welt-Record
Uitgebracht: 1981