De geel met blauwgekleurde circustent op Grootegast staat te schitteren in de brandende zon, terwijl de menigte zich langzaam vanaf het gras en de bar naar de tent verplaatst. De eerste act die we dit jaar mogen verwelkomen is Black Honey, uit Brighton afkomstige garagerockers. In afwachting staren we naar het lege podium, totdat daar de eigenzinnige frontvrouw Izzy Philips op springt. De eerste tonen van het nummer Madonna worden ingezet en per direct wordt het publiek mee getrokken in de glitterende ogen en de energie van Philips. Met haar ijzige kreten en haar snerpende stem raast ze tijdens Spinning Wheel het podium over. De pakkende nummers van het viertal zijn aangescherpt met een gruizig randje wat met psychedelische jaren zestig elementen wordt gemixt. Black Honey is sexy, maar vooral verdomd goed. (HW)
Het dorp in De Groene Ster is weer opgebouwd en de eerste symptomen van heimwee ebben weer weg als we de opgang maken op het festivalterrein. De vertrouwde foodtrucks zijn weer present en we stuiten al snel op het festivalrestaurant Baaiduinen met ponyvlees en vers gebrouwen Kroelebaai. De podia staan weer op hun vertrouwde plek en we kijken onze ogen uit in de prachtige Salon Perdu, waar optredens plaats vonden die nog lang besproken zullen worden. De eerste dag van Welcome to The Village gaat als een speer met een mooie selectie aan acts. We vatten de dag voor je samen in het dagverslag.
Black Honey - Grootegast
Ash Grunwald - Blessum
De sympathieke Australiër Ash Grunwald put uit een rijke traditie van rock en blues en doet dat alleraardigst. Grunwald valt het publiek niet lastig met minutenlange virtuoze gitaarsolo’s, maar geeft met een uiterst trefzeker vintage-bluesrockgeluid een eigentijdse rockshow die van begin tot einde mateloos blijft bloeien. Al na het eerste nummer loopt de bostent van podium Blessum al aardig vol. De breedlachse Grunwald verontschuldigt zich welhaast voor het feit dat hij in zijn set een cover heeft opgenomen van Rag'n'Bone Man’s Human. Die verontschuldiging is op z’n plaats, want dit nummer vormt het enige kleine hapering in de verder fantastische lopende rockmotor van Grunwald en band. Met een ijzersterk en aanstekelijk optreden wordt op de vijfde editie van Welcome to The Village het bospodium Blessum op waardige manier geopend. (SN)
Paceshifters - Grootegast
Zodra Paceshifters het eerste geluid uit de boxen knalt, komen de laatste mensen aangerend. Iedere lege plek in de tent wordt opgevuld en de hitte is bijna niet meer uit te houden. De alternatieve rockformatie trekt zich hier echter niks van aan en doet zijn best om de temperatuur nog wat verder te verhogen. Nummers van het nieuwste album Waiting To Derail, zoals de sinds kort uitgebrachte Stranger, worden afgewisseld met oudere tracks van Breach. De energie slaat onvermijdelijk op de menigte over en Paceshifters laat zien dat een klein aantal van drie muzikanten meer dan genoeg is om een foutloze show neer te zetten. Rauw, enthousiast en ongetemd werkt Grootegast zich een uur lang in het zweet. Het publiek vindt het allemaal even leuk en zelfs de kleinsten onder ons drummen fanatiek mee op de schouders van hun vaders tijdens Drone. Dat Welcome to The Village een festival is voor iedereen, wordt maar weer even bevestigd. (HW)
Hooton Tennis Club - Salon Perdu
Als muziekliefhebber vraag je je wel eens af hoe dat geweest moet zijn, het eerste concert van een band als The Beatles. Misschien leek het wel op dat van Hooton Tennis Club vrijdagmiddag in Salon Perdu, een podium dat met zijn klassieke uitstraling het publiek sowieso al naar vervlogen tijden brengt. Het is een optreden waar het spelplezier vanaf spat. Hier staan vier jongens uit Liverpool die doen wat ze het allerleukste vinden: lekker rammelende britpop maken. Ze zijn speciaal voor Welcome to the Village naar Nederland gekomen, hebben twee uur slaap gehad en laten maar liefst drie nummers in première gaan. Middelpunt is de bassist, een dubbelganger van festivalbaas Sjoerd Bootsma, die zijn heupen flink losgooit en bij wie drie kwartier lang een glimlach van oor tot oor op het gezicht staat gebeiteld. Hij wordt geflankeerd door twee gitaristen die ook nog eens afwisselend de vocalen voor hun rekening nemen. Dat zorgt voor de nodige afwisseling. De stem van de ene gaat richting die van Damon Albarn van Blur, en wanneer hij zingt sluipt er wat shoegaze in de muziek. Als zijn maat zingt, gaat het richting Britse garagerock in het straatje van The Pigeon Detectives en The View. Heel vermakelijk, en bijzonder catchy bovendien. Een beetje vreemd wordt het als de drummer, een wat verlegen jongen, plots een vraag uit het publiek krijgt over waar hij zijn overhemd heeft gekocht: de Primark. Weten we dat ook weer. (WE)
65daysofstatic - Grootegast
Halverwege de avond vergezelt 65daysofstatic het WTTV-publiek tijdens zonsondergang. En dat doen de heren met een muur van geluid waar betaalbare gehoorbescherming niet tegen opgewassen is. Gepaard met een overdonderende lichtshow brengt de band hun postrock met veel enthousiasme en speelplezier tot leven, in tegenstelling tot de ingetogen of verlegen houding van menig collega’s in het genre (zie ook het Kroatische ZEN eerder op de dag). De Britten leuken hun muziek dikwijls op door elektronische samples, rustieke pianoslagen en spookachtige synths die de vloer doen trillen. Maar de kracht van 65daysofstatic zit nog het meest in de songwriting. Waar vergelijkbare bands zich kenmerken door epische, uitgesponnen nummers zijn de liederen van 65daysofstatic juist compact en beknopt zonder aan kracht in te boeten. Desondanks lijkt de vonk niet compleet over te slaan door het geroezemoes in het publiek. Iets dat frontman Paul Shrewsbury niet ontgaat. Dit leidt er zelfs toe dat de beste man aangeeft op welke momenten men de rustige stukken kan verwachten. Het geeft toch maar aan dat het postrockgenre nog het meest gebaat is bij een clubsfeer met een muisstil publiek. Gelukkig laat 65daysofstatic met hard werken de liefhebbers en nieuwkomers van postrock op Grootegast achter met een denderend optreden. (MS)
Meatbodies - Salon Perdu
Het is voor de fans van het eerste uur van de wilde garagerock van Meatbodies wel even wennen. Met hun tweede plaat Alice van begin dit jaar nemen ze een beetje gas terug op een heus conceptalbum waarbij ze muzikaal meer de diepte in gaan, maar ook hun rauwe randje verloren lijken te zijn. Gelukkig bewijst Chad Ubovich met zijn band live dubbel en dwars het tegendeel. Met hun groovende gitaarlijntjes en onaflatende drums doet Meatbodies nog het meeste denken aan het manische gitaargeweld van de Oh Sees, alleen klinkt bij Meatbodies alles nog net even wat zwaarder. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze de Salon Perdu zestig minuten lang volledig op zijn kop weten te zetten. Pas bij de laatste noot daalt de laatste crowdsurfer neer, komt de pit eindelijk tot rust en is Meatbodies de held van de vrijdagnacht. (WN)
Žen - Blessum
Kroatische indierock, geen eenvoudige kost. En dan heeft het all-female kwartet Žen ook nog eens de pech dat ze tegenover headliner Cody Chesnutt geprogrammeerd staan. Anderzijds, Žen is ook geen band voor de massa. Gaandeweg het optreden weten steeds meer fijnproevers de weg naar Blessum te vinden en kan de band, geheel terecht, rekenen op veel support. De vier, gecureerd op Welcome to The Village door het Sloveense Moonlee Records, een label dat zich voornamelijk richt op underground bands uit het voormalige Joegoslavië. Een van die andere bands is overigens het Macedonische Bernays Propaganda. Ook zij spelen dit weekend op The Village. Met een authentiek indie- en postrock geluid weten de vier (drie muzikanten en een visual artist) van begin tot einde te boeien. De vier uit Zagreb strooien met repeterende riffs, doen het publiek hypnotiseren en laten weinig ruimte over voor afleiding. Wanneer het optreden, enigszins abrupt tot een einde komt blijft het publiek verdwaasd achter. Wat? Afgelopen? Nu al (TvdV)
Club Guy & Roni en Slagwerk Den Haag: Mechanical Ecstasy + Elisabeth
Rave in een circustent? Als je het feest aan het Groningse Mechanical Ecstasy van Club Guy & Roni en Slagwerk Den Haag overlaat, ontstaat er plotseling een onvervalst technocircus. Een ware ode aan de vroegere ravescene. We lopen nietsvermoedend de Grootegast-tent binnen en zien een compleet dansgezelschap, onder leiding van choreografen Guy Weizman en Roni Haver, de tent volledig op zijn kop zetten. De stompende, slepende bassen en acid scherven vliegen ons om de oren. Dansen is dan ook verplichte kost vannacht. Het einde nadert echter wel heel snel. Waar een rave eindeloos doorgaat, vertrekt Mechanical Ecstacy al na een uur. Een uitstekend benut uur overigens, getuige de compleet door midden gezaagde dansvloer. Aan de uit Leipzig afkomstige dj Elisabeth rest daarna de taak om met een (klein) tandje lichter de tent af te sluiten. In een door Mechanical Ecstasy gespreid bedje weet ze (ondanks de volumeverlaging) de danspasjes tot diep in de nacht gaande te houden. (DV)