Voor het zevende jaar op rij kunnen fans van de trage, zware en laagtonige genres hun hart ophalen in oktober bij Into The Void. Het festival, dat zich afspeelt in Neushoorn, serveert op de vrijdagavond een lekkere line-up met een achttal bands. Je wordt bijvoorbeeld gevoerd met vette riffs van Lord Dying in de Arena en krijg je een heel zwaar doomdessert van Bongripper door je strot geduwd. Niks is licht verteerbaar vanavond, maar oh zo lekker.

GARGANJUA

Het inmiddels gure herfstweer met overvloed aan neergevallen blad vormt een prima voorportaal van de doommelancholie die de festivalopener rijkelijk in Neushoorns Arena-zaal over je uitstort. Het Engelse Garganjua geeft een al aardig toegestroomd publieksaantal, in het vroege stadium van deze – waarschijnlijk dus laatste – Into The Void-editie, een zware dosis zielenroerselen. Het overwegend log slepende klankidioom houdt een mooi evenwichtig midden van typische UK doom metal van de oude stempel – denkend aan My Dying Bride en Anathema –  en de meer moderne doom à la bands als Pallbearer, Yob en Samothrace. Met die veelvuldig progressief aanvoelende akkoordenprogressies, die mooi tragische gitaarkleuringen doortrekt uit de Engelse doom-school. De Britten maken het af met afwisselend cleane zang en grunts. Een op zich prima passende combi binnen de glooiende dramatische larderingen. Ware het niet dat het clean nog weleens wat wiebelt en broos overkomt, bovenop die zwaar ploegende riffage. Een kanttekening bij een verder lekker neergezet staaltje dynamische doom. (JdR)                   

SAOR

Hoewel ze in hun teksten vele mythes en goden bezingen , waren de verkeersgoden het Schotse SAOR vandaag niet gunstig gestemd. Met uiteindelijk nog een krappe twintig minuten te spelen, betreden ze uiteindelijk het podium, wat helaas net genoeg is voor slechts twee van hun epossen. Hun stijl van atmosferische black metal vermengd met accenten van traditionele Schotse folk leent zich namelijk uitstekend om in te verdwalen, als je daar de tijd voor krijgt. Ondanks de beperkte set kwomen de nummers prima uit de verf. De kraakheldere, bijna etherische vocalen en diepe grunts vloeien moeiteloos in elkaar over en de samensmelting van het meer traditionele gitaarwerk met zwaardere riffs is inmiddels al een beproefd recept, dat ook ditmaal niet teleurstelt. Op bepaalde punten is de mix tussen de drums en de rest van de instrumentatie niet even geslaagd, maar dit zal grotendeels te wijten zijn aan een haastige soundcheck. Saor speelt hier twee nummers waarin ze zelfs in korte tijd voldoende weten te overtuigen, maar voor de volledige beleving moeten ze nog eens een keer terugkomen voor een complete set. (WN)

 

LORD DYING

Laat die weinig verheffende bandnaam maar gauw buiten beschouwing, want wat de formatie uit Portland uitserveert is een buitengewoon smakelijk ratjetoe om de kladden bij af te likken. Deze heerlijk buitelende metal-Yankees schoppen de goedgevulde zaal onverbetelijk onder het gat met wat voelt als een hommage aan heavy muziek en zijn diversiteit. LORD DYING laat werk langskomen van het in april losgelaten album Mysterium Tremendum, dat een afgewogen in elkaar gezette mengelmoes is van Sabbathiaans, bluesy gewicht, progressieve tendensen in de lijn van een Voivod en verrassend goedzittende nineties gloom/grungerockende ingrediënten. Maar, bovenal flirt dit loeistrak acterende kwartet met hedendaagse metal-noviteiten, die vaak de naam Mastodon doen bovendrijven. De band valt eigenlijk nergens in zijn veelvoud aan stijlen op makkelijk plagiaat te betrappen. Daaraan geeft het meer dan genoeg eigen draai, nog eens fantastisch afgetopt door sterke vocalen. Vocalen die fijn rauw raspen in de opzwepende ramkoers-stukken en bij de ingetogen momenten mooi samenvloeien in heldere samenzang van de bassiste en de frontman/gitarist. Lord Dying kan als een hoogtepunt van deze eerste dag worden aangemerkt. En, is een aangename afwisseling in de programmering van het festival. (JdR)

ALCEST

Het contrast tussen de melodieuze blackgaze van Alcest en het omringende stonergeweld van bands als Earth Ship, Lord Dying en Bongripper is vrij groot, maar voor veel mensen is ALCEST wel dé band van de avond. Als een van de pioniers in het verbinden van post-metal met invloeden van shoegaze en black metal hebben ze zowel in de metalscene als daarbuiten een flinke schare fans opgebouwd. In die zin is hun set vergelijkbaar met die van Mono van vorig jaar; beide bands brengen namelijk tederheid temidden een zee van lawaai, hoewel ze beiden ook de zwaardere elementen niet schuwen. Waar Mono echter meeslepend is in zijn grootsheid, houdt Alcest zijn geluid altijd iets intiemer en zoeter. Dit verschil is ook met een nieuw album aan de horizon nog altijd onveranderd. Fluisterende zang en rollende etherische gitaarmelodieën zweven harmonieus langs elkaar heen in een aanhoudende galm totdat ze de hele zaal opslokken. Er blijven natuurlijk ook momenten van intensiteit zoals het stuwende Oiseaux de Proie waarop frontman Neige uithaalt met een serie diepe grunts of het slepende Protection, een van de geteasde nieuwe nummers. Voor de rest houden ze wel redelijk vast aan een formule waardoor veel nummers net de grandeur missen om echt te overweldigen. Ondanks dat bezwaar vormt afsluiter Délivrance zeker een aangrijpend slotstuk en maakt Alcest simpelweg heerlijke muziek om eindeloos bij weg te dromen. (WN)

EARTH SHIP

Als er een band vanavond wel het prototypische stonergeluid belichaamd, is het het Duitse EARTH SHIP wel. Met een mix van doomy gitaren, sludgy riffs en fuzzy hardrock aangevuld met een de nodige bluesinvloeden zet Earth Ship een lekker zwaar geluid neer waarover ze vrij kunnen bewegen met allerhande gitaarloopjes. Dit geheel wordt gecomplementeerd met de vocalen van frontman Jan Oberg, die met zijn rauwe stemgeluid op volle kracht met al dit geweld meebuldert. Bijzonder is vooral dat Oberg voormalig dienst deed als drummer van The Ocean. Op momenten dat de zang wat cleaner wordt, schijnen inderdaad de raakvlakken tussen de hardere nummers van The Ocean en Earth Ship subtiel door, maar het is duidelijk dat deze band veel meer de dieptes van het geluid opzoekt. Earth Ship levert hier in elk geval een masterclass in de stonerrock af waarbij er uiteraard weinig verrassends gebeurt. Alle grooves en riffs vullen elkaar echter feilloos aan waardoor ze vanavond simpelweg de juiste band op de juiste tijd en plek zijn. (WN)

BONGRIPPER

Een bijzonder uitsmijtende dikke doomer – standje ´alles met de grond gelijk´ – mag natuurlijk dit jaar ook niet ontbreken op Into The Void. Daar waar op vorige edities bovenmatige zwaargewichten als Ufomammut, Monolord en Conan de planken uit de grote zaal speelden, is het nu aan het Amerikaanse BONGRIPPER om dat mogelijk te herhalen. En vanaf de eerste klanken staat praktisch meteen vast dat dat gaat gebeuren. Aftrappend met een sonoor, heavy dronend samengaan van de laaggestemde gitaren en de bas houdt het viertal de adem in, om vervolgens langzaamaan zijn peilloos diepgelaagde riffs vervaarlijk als alles verzwelgende lava over het publiek uit te kieperen. Het boezemt ontzag in hoe Bongripper zijn instrumentale monolithische doomepossen afwikkelt, door de in de basis vaak eenvoudige maar oh zo effectieve riffs in een toch intrigerende, spannende opbouw over je heen te laten komen. Gewoonweg onweerstaanbaar in de beleving; een fysieke gewaarwording die lijf en leden stevig doen meedeinen op die zwaar slepende en smerige grooves. Van alom geprezen eerste full-length Satan Worshipping Doom passeert – je kan er niet omheen – Satan, waarop de band dan de snelheid omhoog gooit en bezwerend put uit rituele black metal van de ´soort´ Burzum. Om met het van Miserable afkomstige Endless terug te keren naar de aardse, ploeterende doom, waarmee Bongripper zijn louter prijsschietende en bejubelde set afsluit. (JdR)