De tweede dag Into The Void kan de boeken in als een muzikaal zeer gevarieerde dag binnen de muren van het stoner-, doom- en sludgesegment. Waar je het ene moment zware trage loomheid je brein in gepompt krijgt, slaan in de zaal daarnaast beukende riffs je in je smoel. Alles verloopt keurig volgens schema, artiesten staan je enthousiast te woord na een optreden in de gang, de biertap draait lekker door en bezoekers stralen een collectieve tevredenheid uit. De organisatie mag terugkijken op een zeer geslaagde zesde editie Into The Void. In dit dagverslag bespreken we wederom een selectie aan acts die op dag twee acte de présence gaven op de podia in Neushoorn.
Famyne - Arena
Zo op het eerste gehoor krijg je bij Famyne de indruk van doen te hebben met een doomband in het klassieke straatje, denkend aan een Candlemass of Pentagram. Maar waar bij die stijlduiding eerder meer sprake is van songs die vaak een sobere opzet kennen, houdt de in de basis ingegeven traditional/epic doom van het kwintet uit Canterbury er meer dynamiek op na. In de secuur welvende songstructuren zitten zodoende ook elementen stoner, hardrock en heavy metal en sijpelen – nog meer gedoseerd – vleugen psychedelica en zelfs prog door. Het totaalpakket stut volledig de uitzonderlijk sterke vocalen van Famyne´s centrale middelpunt Tom Vane. Deze grote kleine man met opvallend gedateerd kort kapsel (jaren ´60/´70 boblijntje) is een grote spil in het lekker knagend duistere sfeergoed van de band. Vane´s rijke vocale scala laat glooiende hoge uithalen, mantra-zangtinten en ijselijke schreeuwen horen. Regelmatig gecombineerd met zijn expressieve gezichtsmimiek en daarmee mooi passend bij het sinistere plaatje. Prachtig sfeerkickende performance van een loeistrak opererend collectief. (JdR)
Naxatras - Arena
Het is de laatste jaren goed gesteld met de aanwas van jonge bands aan de Griekse kust. Met bands als Acid Baby Jesus, 1000mods en Void Droid valt er met name voor de liefhebbers van stoner en psychedelische rock een hoop moois te ontdekken. De meest bedrijvige van deze groep is echter wel het drietal van Naxatras. Door drie albums in drie jaar vol met bedwelmende psychedelica uit te brengen, hebben ze inmiddels ook de aandacht getrokken van de rest van het Europese vasteland. Zoals het de beste bands in het genre betaamt, vertaalt dit zich live naar een meeslepende trip regelrecht richting de dieptes van de kosmos. Dronende echo’s, krautachtige jazzy gitaarlijntjes en conventionele stonerriffs versmelten hier samen met hypnotiserende visuals tot een overweldigend geheel dat je steeds een stukje meer naar binnen zuigt. De instrumentatie klinkt aanvankelijk wel erg geraffineerd waardoor mensen die op zoek zijn naar rauwe doom beter hun heil elders kunnen zoeken. Degenen die echter de reis afmaken met deze Griekse kosmonauten worden uiteindelijk beloond met steeds onstuimiger gitaarwerk dat culmineert in I Am The Beyonder, een episch slotstuk waarbij de groovende stoner uiteindelijk gewelddadig tot een halt wordt geroepen. (WN)
Lucifer - Grote Zaal
Het Zweeds/Duitse Lucifer komt voort uit doom metal/rockband The Oath. Een formatie die meer onverknipte en grimmige klanken bracht, voorzien van een geloofwaardig occult randje. Zangeres/frontvrouw Johanna Sadonis en gitarist Garry Jennings (van voormalig Cathedral) besloten na het einde van The Oath het over een andere boeg te gooien. Lucifer werd geboren. Met als vertrekpunt heavy jaren zeventig hardrock en opgepimpt met doseringen proto-heavy metal en doomrock. Inmiddels is het tweede album, simpelweg Lucifer II geheten, een feit en heeft Jennings het schip na de eerste plaat alweer verlaten. Ook zit de band tegenwoordig bij major label Century Media, heeft metalnotabele Nicke Andersson (onder meer ex-Entombed, The Hellacopters) plaatsgenomen op de drumkruk en... is Lucifer als geheel thans slicker in sound en presentatie. Zover maakt het gebodene van vanavond helaas wat te veel duidelijk. Aan de spel- en zangkwaliteiten ligt het absoluut niet, die zijn dik in orde. Maar het komt allemaal te bedacht en afstandelijk over, mist zeker karakter. En met diabolische ondertonen die weinig overkomen en eerder verzanden in clichés. Lucifer brengt – resumerend – dus niet het echte duivelse lekkers. (JdR)
Chief of Smoke - De Backstage
In het intieme Neushoorn-café is het prettig kalm hoofdwiegen als de eerste Groninger band van vandaag (stadgenoot Hackberry volgt erna op die plek) zijn stroperige laagtes tegen je aandrukt. Chief Of Smoke broeit er behaaglijk op los, in zijn klamme, lome stoner met doomy feels. Vorige maand verscheen eerste full-length Rice Paddy Rodeo. Op die plaat komt het doom-element nog een slag meer naar voren, in vergelijking tot voorgaande EP A Fresh Round Of Smoke. Het geeft Chief Of Smoke´s vuig fuzzende riffs nog meer ademruimte en verhoogt dat laidback landerige gevoel dat over de stoner heenhangt in verdere mate. Zo komt nummer The Pack relaxed ´schouderhangend´ tot je en omhullen die fijn dik en zompig uitversterkte riffs je zoals je het graag hebt. Voeg daar Omar Larabi´s mooi passende heldere zang, zijn bluesy gitaarsolo´s plus die vettige grooves van de ritmetandem bij en je komt tot een heel goed neergezette pot dampend ploegende stoner. Met welbekende genre-riffs en bepaalde voorspelbaarheden in de songopbouw aan boord, maar allemaal met veel ballen gebracht. (JdR)
Dead Quiet - BIDI
“They put us Canadians all the way back here, cause we’re troublemakers!,” oreert frontman Kevin Keegan bij de aanvang van Dead Quiet. Het klopt, de Bidi zaal waar ze spelen ligt wat verder van de andere zalen en is niet bepaald groot, maar vormt daarmee juist de perfecte locatie voor de vuige hardrock die dit Canadese vijftal ten tonele brengt. Op een festival waar de meeste bands sludgen, slepen en dreinen, is deze directe benadering een aangename afwisseling. Hoewel de doom en stoner invloeden ook goed hoorbaar zijn, is het toch de trashy hardrock die de boventoon voert. Het is duidelijk dat ze hier niet proberen het wiel opnieuw uit te vinden, maar de band speelt verder als een wel geöliede machine. De motor hierachter is drummer Jason Dana die de rest van de band als een bezetene voortjaagt met een barrage aan Toms en Chinas. Alleen de toetsen die ogenschijnlijk wel gespeeld worden, zijn verder totaal onhoorbaar waardoor het eindresultaat strak, maar eendimensionaal klinkt. Jammer, want deze troublemakers hebben duidelijk heel wat in hun mars. (WN)
Conan - Grote Zaal
Britse pletwals Conan mag vanavond wederom trachten de grote zaal uit zijn voegen te spelen, nadat het daar op de 2016-editie van Into The Void geheel in slaagde. Ook bij deze jaargang sorteert het loodzware, sterk riff-gerichte songmateriaal onontkoombaar zijn effect. Hoewel vanavond de geluidsdefinitie van de poepdikke riffage soms wat te wensen overlaat (de sublagen van bas en gitaar lijken in de registers af en toe wat ongecontroleerd over elkaar heen te tuimelen), is het toch weer heel veel genieten geblazen van de caveman battle doom van dit sloperstrio. Peilloze doomstampers als Hawk as Weapon en Battles In The Swamp komen voorbij. Maar ook het meer rappe Foehammer ontbreekt niet. Natuurlijk is er aandacht voor in september uitgekomen album Existential Void Guardian. En zo passeren indringende sludge/doomparel Vexxagon en het - ook weer uptempo - wegrammende Volt Thrower. Hogere tempo´s, sinds vorige plaat Revengeance zijn die wat meer in aanwezigheid toegenomen binnen het repertoire. Hartstikke prima, maar de grootste klappen deelt de equipe nog het lekkerst uit als de snelheidsmeter die trage, logge bewegingen aangeeft. En dat kan vanavond ook zeker weer onomwonden worden vastgesteld. Met Jon Davis´ kenmerkend knijpende zang goed uitversterkt bovenop de afbrekende riffs, doomt Conan zich deze avond weer een dik overtuigende slag in de rondte. (JdR)
Hackberry - De Backstage
Tussen alle grote internationale namen en beloftes valt er elk jaar op Into The Void ook het nodige talent van eigen bodem te vinden. Dit jaar hoeven we onze blik alleen maar oostwaarts te keren om de progressieve stonerrock van het Groningse Hackberry te ontwaren. Met een gelijknamig debuutalbum dat nog geen twee maanden oud is, waagt het vijftal zich tussen alle grote jongens om te kijken of ze zich staande kunnen houden. Met hun mix van galmende synths en inventief, hoekig gitaarwerk weten ze een grootse, ruimtelijke spacerock neer te zetten die doordrenkt is met progachtige invloeden. Het is absoluut geen stoner pur sang, maar het doet wel sterk denken aan een iets lichtere variant van die andere spacey stonerband Night of the Lotuseater. Het geheel klinkt als een soort soundtrack voor een epos dat nog geschreven moet worden, maar dat allang bestaat in de hoofden van elk van de vijf leden. Sommige samples steken net wat te scherp af tegen de rest van de instrumentatie en af en toe is het gitaarwerk een tikkeltje repetitief, maar dat zijn kleine punten bij een verder aangrijpend optreden. Hackberry houdt zich vanavond met gemak staande. (WN)
Mourning Beloveth - Arena
Wie onder het genot van een biertje op zoek is naar een gezellige avond, is bij Mourning Beloveth aan het foute adres. Dit Ierse viertal begeeft zich in de hoek van de funeral doom, trage zwartgallige muziek in de stijl van bands als vroege My Dying Bride en Esoteric. De voornaamste kracht van deze band schuilt vooral in de toevoeging van diepe grunts van zanger Darren Moore en een rauw, bij vlagen zelfs bluesachtig gitaargeluid bij de verder logge instrumentatie en weeklachten van tweede zanger Frank Brennan. Veel nummers bevinden zich op het randje tussen meeslepend en pathetisch, en hoewel de band vaak genoeg deze grens overschrijdt, bieden de twee vocale stijlen wel een mooi contrast ten opzichte van elkaar. Het eindresultaat is echter wel een intens deprimerend geluid, dat zelfs voor menig bezoeker van dit festival wat te veel is. Misschien dat dit in december tijdens Into Darkness beter tot zijn recht was gekomen, maar zeker in de aanloop naar Orange Goblin lijkt het meeste publiek meer zin te hebben in een moshpit dan een potje huilen. (WN)
Orange Goblin - Grote Zaal
De afzegging van Orange Goblin zal voor velen een van de grote teleurstellingen geweest zijn van de voorlaatste editie van Into The Void. De formatie van Ben Ward en zijn mannen geldt inmiddels al twee decennia als een van de bepalende namen binnen de stonerrock. Het is ook niet moeilijk te zien waarom. Op een festival waar mensen vooral zwart dragen, serieus kijken en met de armen over elkaar heen staan, kost het de kolossale Ward welgeteld anderhalf nummer om de tent volledig op z’n kop te zetten. Met een charisma dat nog tien keer zo groot is dan hijzelf, trekt hij mensen uit het publiek voor een knuffel en verdeelt hij zijn bier met een paar imposante worpen rijkelijk over het publiek. Maar goed, dan de muziek. Deze heeft eigenlijk in twee decennia vrij weinig aan kracht ingeboet, de gitaren klinken doomy en het tempo ligt nog steeds in de buurt van een band als Mötorhead. Zwaar en snel dus, en dat gaat er vanavond bij het publiek als zoete koek in. Klassiekers als They Come Back en The Filthy and the Few worden met veel verve en theater uitgevoerd, maar ook de nieuwe nummers als Burn the Ships hoeven hier niet voor onder te doen. Het gekkenhuis van Orange Goblin weet hier met gemak twee edities aan verwachtingen waar te maken. (WN)
Thisquietarmy - Arena
Canadese geluidskunstenaar Eric Quach en zijn companen laten de Arena opstijgen met intrigerende, bloedmooie soundscapes. Thisquietarmy is het geesteskind van Quach, die onder die naam (als eenmansband) al talloze releases heeft staan. Deze maand is het album The Body and The Earth gelanceerd. Het is het eerste wapenfeit van Thisquietarmy als voltallige band. Het viertal brengt de muziek ervan nu naar Europa; een concertreeks die alleen in het teken staat van de nieuweling en dus integraal zal worden uitgevoerd. Vier afzonderlijke composities vormen het volledig instrumentale The Body and The Earth en nemen je van begin tot eind mee langs denkbeeldige adembenemende vergezichten. De vier heren zijn daarbij geheel gefocust op hun instrumenten, contact met het publiek is er niet of nauwelijks. Doet er ook helemaal niet toe, de voortgebrachte klanken spreken voor zich. De vier tracks bouwen elk op en af, in een meeslepend sedimenteren van wonderschone melodieuze thema´s. Thema´s die uitmonden in repeterende basale riffs van het kaliber Amenra, om vervolgens geleidelijk over te gaan naar bezwerende sereniteit van trompet en trombone (met of zonder effecten klinkend). De blaasinstrumenten, die de twee gitaristen (respectievelijk op gitaar en bas) naast Quach op het podium op bepaalde momenten ook bespelen. Quach zelf omhelst de nummers met zijn panoramische gitaardrones en allerhande andere gelaagde, elektronisch effecten. Hij rifft en masse ook mee met de andere snarenplukkers. Inpalmende patronen van de drummer zorgen voor de cohesie in die heerlijk Krautrockende passages. Thisquietarmy doet je even alles vergeten en geheel opgaan in deze creatieve pracht. Fantastische band, zeg... En de verwachting dus helemaal waargemaakt. Zoals MONO je vergelijkbaar deed wegdromen op vrijdag, doet Thisquietarmy dat vandaag. (JdR)
Acid King - Grote Zaal
De bekende klad zit er rond het middernachtelijk uur al wat in als Acid King aantreedt in de grote zaal. Bierconsumpties en vermoeidheid beginnen zichtbaar parten te spelen, maar er is nog genoeg volk aanwezig dat oor en oog heeft voor de verrichtingen van de Amerikanen. De toehoorders krijgen een goed ronkende bak fuzz uitgeserveerd. Zinderend dik laag glijdt fraai de zaal in. Het laat de geregeld jam getinte, sludgende psychstoner van dit trio meer dan prima vallen. Van een band die in zijn speelstijl ook zo´n relaxte, losse feel heeft. Een feel die oprecht is. Iets wat goede stoner of muziek die stoner meedraagt siert. Zoals de stoners van Chief Of Smoke eerder vandaag ook dat relaxte mooi lieten doorvoelen. Acid King is heavy maar een druggy luchtigheid ventileert prettig in de geboden songs, daarin zit een opvallend sterke balans. De ijle galmzang van frontvrouw/gitariste Lori S. heeft iets lijzigs, wat dan de dosis zweverigheid van het materiaal alleen maar verder ten goede komt. Fijne set, hoor. (JdR)
Briqueville - Arena
Een onheilspellende sfeer bij het slotstuk van de avond; er is niemand op het podium, geen muziek, geen licht, alleen doodse stilte. Dit blijkt slechts een voorbode te zijn voor wat gaat komen als de het mysterieuze gemaskerde gezelschap van Briqueville de zaal betreedt, volledig gehuld in zwarte robes. Dit Belgische genootschap hanteert dezelfde gereedschappen als hun landgenoten en zielsverwanten van The Church of Ra.; mijmerende vocalen, zwaarmoedige soundscapes doorspekt met melancholie en dan uiteindelijk altijd die monolithische gitaarmuren, waarmee alles weer vakkundig wordt gesloopt. In vijf nummers, nee in vijf aktes, voltrekt zich hier een theaterstuk gevuld met onrust en belijdenis in muzikale vorm. Subtiliteit lijkt zich hier niet tot de mogelijkheden te bevinden; alleen pure intensiteit telt. Gaandeweg druppelen sommige bezoekers vroegtijdig de zaal uit, reeds murw geslagen door twee dagen van de betere doom, sludge en stoner. Dan is zulke dramatiek misschien ten overvloede. Aan het einde heeft deze Belgische kerk van troost en verdriet echter ongetwijfeld weer een aantal zielen gewonnen. (WN)