Op Vlieland bestijgen dit weekend weer heel wat muzikale parels het podium. Op Into The Great Wide Open zijn niet alleen een aantal steengoede Nederlandse acts te bewonderen, waaronder Kim Janssen, My Baby en 'ons eigen' The Homesick, maar ook en vooral een heleboel bijzondere internationale acts. Enkelen daarvan reizen de halve wereld over om op het Waddeneiland te geraken. Kikagaku Moyo bijvoorbeeld. Het langharige vijftal uit Tokio bracht in de afgelopen vier jaar maar liefst drie albums en twee EP's uit, waarvan de meest recente, Stone Garden, in april dit jaar verscheen. De band reist met zijn muziek de hele wereld over en runt daarnaast ook een eigen underground label. Bente Hout sprak met drummer Go Kurosawa over de band, hun label en memorabele optredens tot nu toe.

Ik las ergens dat, op het moment dat jullie besloten deze band op te richten, veel van jullie hun instrument nog niet goed beheersten. Sommigen hadden zelfs nog nooit een instrument bespeeld. Hoe kwam het dat jullie alsnog een band wilden beginnen?

“Het maakte ons eigenlijk niet uit dat we onze instrumenten nog niet beheersten. Goede muziek kan prima gecreëerd worden door niet-muzikanten. Naar mijn mening beoordelen mensen muzikanten te vaak op hun technische skills en zou het eigenlijk moeten draaien om hun energie en het primitieve gevoel van geluk dat uit muziek en het maken ervan voortkomt.”

Hebben jullie je daar in het beginstadium nooit door beperkt gevoeld?

“Nee, een gebrek aan technische kennis of het nog niet voldoende beheersen van een instrument heeft ons nooit beperkt. Plus, bepaalde beperkingen maken juist ook dat je creatiever wordt. Je moet dan namelijk omwegen vinden, die je misschien niet gevonden had wanneer een beperking daar niet toe had geleid. Dat is precies wat ik zo mooi vind aan kunst: alles wat om me heen gebeurt kan erin omgezet worden, en op welke manier dat gebeurt maakt niet uit.”

 

 

Wat betekent muziek maken voor jullie?

“Het maken van muziek helpt ons om onszelf en anderen beter te leren begrijpen. Sinds het moment dat Kikagaku Moyo ontstond en we muziek maken, ervaren we alle vijf een hogere sensitiviteit dan we daarvoor ervoeren. We hebben meer aandacht voor onze omgeving, wat we zien, wie we ontmoeten, waar we naar luisteren en wat we lezen. Met muziek kunnen we uiten wat we hebben waargenomen, ik denk dat het dat betekent voor ons.”

Kikagaku Moyo live op Best Kept Secret 2017 Stage Three

In de afgelopen vier jaar hebben jullie vijf platen uitgebracht. Dat is best veel, voor de gemiddelde band. Is er een bepaalde schrijfmethode die jullie toepassen, waardoor jullie zo snel tot zoveel nummers komen?

“Nee, er is geen geheim recept! Eigenlijk zijn de nummers op allerlei verschillende manieren ontstaan. Dit jaar zijn twee van ons, waaronder ikzelf, naar Amsterdam verhuisd. Vanaf nu zal er dus een stuk minder gezamenlijk geschreven kunnen worden. Veel bands zouden het niet fysiek in een oefenruimte kunnen samenkomen als een belemmering zien, maar voor ons vormt het juist een uitdaging. We zijn ontzettend benieuwd hoe het onze muziek zal beïnvloeden.”

Jullie brachten je eerste twee platen uit op Britse en Griekse labels. Daarna zijn jullie je eigen label Guruguru Brain gestart, waar jullie latere releases op uitgebracht werden. Waarom besloten jullie een eigen label op te richten?

“Guruguru Brain is ontstaan vanuit de wens om bij te dragen aan de Aziatische muziekscene. De grootste motivatie was en is het creëren van meer gelegenheid voor mensen om bands te ontdekken met Aziatische roots. Tot nu toe hebben we albums gereleased van bands uit Taiwan, Japan, Indonesië, Pakistan en Vietnam, die één ding met elkaar gemeen hebben: Ze kopiëren geen Westerse muziek, maar hebben een sterke, unieke sound en hun eigen identiteit.”

Is het niet lastig om een label te runnen én in een band te spelen die internationaal zo actief is?

“Ja, dat is best een uitdaging, vooral in periodes waarin we op tour zijn. Maar anderzijds versterken en promoten het label en de band elkaar ook. Het label heeft vooral volgers uit Europa en Amerika, maar ook uit verschillende Aziatische landen, natuurlijk. Die mensen ontdekken via het label vaak ook onze band, en vice versa. Zo breiden we ons internationale netwerk relatief snel uit.”

Jullie treden veel op in Europa en Amerika. Wat is het grootste verschil met spelen in Japan?

“In Japan spelen we meestal in wat meer doorsnee clubs, maar in Europa en Amerika krijgen we vaak de kans om op bijzondere locaties te spelen. We speelden laatst bijvoorbeeld op een bergtop in Zwitserland. Dat was een unieke ervaring. Ik weet nog dat ik tijdens ons optreden uitzicht had over het berglandschap en een aantal watervallen. Dat was zo speciaal, bijna hemels. Die locatie gaf ons zo'n onbeschrijfelijke energie en ik weet zeker dat dat van ons optreden heeft afgestraald.”

Dat klinkt inderdaad heel cool. Is er een festival dat je, vanwege zijn bijzondere locatie, voor altijd bij zal blijven?

“Poeh, we hebben op zoveel buitengewoon mooie plekken mogen spelen tot nu toe. Als ik één festival moet kiezen, kies ik voor Duna Jam in Italië. Daar speelden we op het strand. Vanaf het podium keken we uit op een zonsondergang en zagen we zo nu en dan een walvis zwemmen. Ongelofelijk was dat!”

Wist je dat ITGWO op een klein eiland plaatsvindt dat alleen per veerboot te bereiken is?

“Ja, dat vind ik onwijs tof. We kijken sowieso erg uit naar het festival. Zoals ik eerder vertelde zijn Tomo (frontman, red.) en ik onlangs naar Amsterdam verhuisd, dus wij hopen op het festival ook wat Nederlandse artiesten te kunnen ontdekken!”

 

Wat is het leukst aan internationaal optreden?

“Het 'on the road' zijn geeft ons de mogelijkheid om onze muziek aan mensen over de hele wereld te laten horen, en om mensen samen te brengen, zonder dat er communicatie in de zin van taal aan te pas hoeft te komen. Daarnaast brengen we tijdens het op tour zijn natuurlijk heel veel tijd met elkaar door als band, wat er voor gezorgd heeft dat we een heel waardevolle, onderlinge band hebben opgebouwd.”

Wat is jullie toekomstdroom?

“We hopen ooit een soundtrack te mogen maken voor een mooie film. Een samenwerking met een choreograaf staat ook op ons verlanglijstje. Mocht zo iemand dit interview toevallig lezen en zich geroepen voelen: schroom niet om contact met ons op te nemen!”