Misschien ligt het aan het feit dat de Finse opener Ember Falls minder publiek trekt dan het Nederlandse The Charm The Fury een dag eerder, ofwel de rijen zijn compleet opgelost doordat het terrein een uur eerder geopend is. Een kleine tros toeschouwers staat in de motregen te kijken naar deze opener op de zaterdag. Uitgedost met schmink en roze kostuums maakt deze band power metal met een modern randje. Een jonge band, want zij bestaan pas sinds 2015 en dat is helaas ook te merken. Er wordt aardig gezongen en alleraardigst gespeeld, maar het ontbreekt deze band rigoureus aan een eigen smoelwerk. De elektronische uitstapjes, de mierzoete poprefreinen, de afgezaagde synths; nergens is Ember Falls te betrappen op een memorabel optreden. Wellicht dat het met veel touren en schrijven nog wel goed gaat komen. (MS)
Op dag twee van Into The Grave moeten de metalheads vroeg uit de veren, want met een overvol programma gaan de deuren al om 11 uur in de ochtend open. Afscheid nemen van Textures, de terugkeer van een zwaar mishandelde Pro-Pain frontman op het podium en het spectaculaire en zeer strak spelende Amon Amarth zijn maar een paar elementen en momenten die deze tweede festivaldag kleur geven. Verslaggevers Jurgen de Raad en Merijn Siben geven hun oordeel over alle acts van de dag, wederom gecomplementeerd met beeldmateriaal van de dames Ymkje Veenstra en Femme von Steel.
Ember Falls
Pro-Pain
Vorige maand was zanger/bassist Gary Meskil van Pro-Pain nog het slachtoffer van een brute roofoverval. Begin augustus hebben de Amerikaanse hardcore metalveteranen de Europese tour alweer opgepakt, door het wonderwel vlotte herstel van de zwaargewonde frontman. De hardcore metal van de genrepioniers is er één die nog steeds stevig meetelt. Dat is vanmiddag ook zo duidelijk als wat. De gekante en rake New York hardcore die ze tegenwoordig maken, snijdt nog even diep als het debuutalbum Foul Taste Of Freedom uit 1992. Met een moordgeluid slaat de formatie zich hard en meedogenloos door de set heen. Heerlijk zagende riffs en staccato ritmiek beuken op je in, met groovy tempo´s die een groot aantal hoofden en ledenmaten van al veel aanwezigen goed in beweging zet. En met een Meskil die zich ten volle geeft (inclusief zijn dik raspende strot), alsof er vorige maand niets met hem is gebeurd. Pro-Pain is vroeg op de dag een geweldige knaller. (JdR)
Textures
Het kan maar zo zijn dat je de Tilburgse metaltechneuten van Textures vanmiddag voor het laatst aan het werk ziet. In mei van dit jaar besloten de mannen om persoonlijke redenen te gaan stoppen. Het laatste optreden is op 2 december in podium en ´thuishonk´ 013. Textures´ innovatieve metal is niet gelijk makkelijke kost om te ondergaan. Tuimelende, messcherpe riffs sluiten naadloos aan bij de vaak neurotisch rondbatsende polyritmiek van drummaniak Stef Broks. Knap, hoe verbetenheid, melodie en catchy cleane vocalen – soms wat lijkend op die van Faith No More´s Mike Patton – eigenlijk allen hand in hand gaan met die complexe ritmiek à la Meshuggah. Toch zouden iets meer doorvloeiende stukken met een tikje minder breaks en nog meer variatie in de zang (overwegend redelijk monotone grunts) het songmateriaal hier en daar grotere ademruimte kunnen geven. Neemt niet weg dat Textures bij elkaar genomen een uitstekend optreden neerzet. (JdR)
Sodom
Naast Kreator en Destruction kun je Sodom zien als één van de grote thrash metalbands uit Duitsland. De thrash van het trio kent duidelijke invloeden van bands als Motörhead en Venom en gaat doorgaans, om het zo te zeggen, iets directer op zijn doel af dan bijvoorbeeld Flotsam and Jetsam en Metal Church die gisteren op het Into The Grave-podium stonden. De Teutoonse sloopmachine van zanger/bassist en boegbeeld Tom Angelripper en zijn twee companen denderen met vrijwel onaflatende kracht over het gulzige publiek heen. De lompe thrash raakt tot in elke vezel met effectieve rampetampers van onder meer Sodoms thrashklassiekers Persecution Mania (1987) en Agent Orange (1989). Ook is er aandacht voor het vorig jaar uitgekomen album Decision Day, dat meer technische fratsen en melodie laat doorschemeren. Sodom staat voor de tweede keer op het podium van Into The Grave en speelt andermaal de boel prachtig aan gort. (JdR)
Whitechapel
Het sextet uit Knoxville, Tennessee is vandaag de dag een grote in de internationale deathcore-scene. De typisch Amerikaanse spierballenmetal van Whitechapel wordt met veel gewicht en machtsvertoon gepresenteerd. Met drie gitaristen in de gelederen die op hun zeven-snarige gitaren een behoorlijke zwaarte aan lage toonhoogtes produceren. En dat is zeker lekker om enige tijd op mee te deinen. Maar het gaat echter al gauw vervelen (zeker bij optekenende scribent), daar de passerende songs nogal inwisselbaar blijken te zijn en ook vrij zielloos klinken. De zware sound en het luide volume overschaduwen de muzikale inhoud van de songs te veel en daar helpt de eentonige, bijna continu ´in het rood´ zittende brulzang ook zeker niet bij. Het spel van de vijf instrumentalisten is verder zo strak als maar wezen kan, maar het voorkomt dus niet dat de show van Whitechapel uitmondt in een aardig vermoeiende aangelegenheid. (JdR)
Life of Agony
Enige maanden terug is Life of Agony´s eerste studio album in twaalf jaar tijd uitgebracht, genaamd A Place Where There´s No More Pain. De grote tussentijdse verandering is dat op de langspeler niet meer de man Keith Caputo te horen is, maar de vrouw Mina Caputo. Die transformatie zorgt ervoor dat je vanavond een minder luid en hoger zingende Mina hoort, in tegenstelling tot de volumineuze, diepe stem van de eerdere Keith. Maar, o wee, wat is Mina fijn bij stem. In de lagere zangpartijen krijgt ze af en toe prima bijval van de achtergrondvocalen van gitarist Joey Z en bassist Alan Robert. Life Of Agony komt met een grotendeels lekker nostalgische set op de proppen. De New Yorkers knallen krachtig en fris tracks van onder andere het alom geprezen debuut River Runs Red (1993) het publiek in. En man, wat laat die bijzondere combi van de doomy hardcore, groovy metal en de nog immer gekwelde zang van Caputo zich nog goed smaken, met prijsschietende nummers als River Runs Red, This Time en Underground. De Amerikanen lijken nog weinig van hun glans verloren te hebben. Het optreden van vanavond staat in ieder geval als een huis! En op basis van enige langskomende recente nummers, ziet het ernaar uit dat het kwartet nog wel even vooruit kan. (JdR)
Overkill
Thrashfanaten worden elk jaar op hun wenken bediend bij Into the Grave. Met Flotsam & Jetsam, Metal Church en Sodom op de affiche is dat ook deze editie het geval. Verreweg van verbazingwekkend, want de pijlsnelle ritmes en pakkende meezingers die deze stijl kenmerken zijn uitermate geschikt voor een metalfeestje. En weinig bands die dat meer belichamen dan Overkill, een band die snoeihard thrasht sinds het prille begin in de jaren tachtig en ook op Into the Grave hun stempel kunnen drukken. Vanaf opener Mean, Green, Killing Machine is het dan ook direct een grote chaos aan crowdsurfers en moshers. Bij frontman Bobby 'Blitz' Ellsworth is er geen middenweg, want sinds het begin van de band is zijn snerpende gekrijs een verworven smaak. Desondanks zal niemand ontkennen dat hij een bevlogen entertainer is, met zijn grote glimlach en geanimeerde anekdotes. Naast klassiekers als Rotten To The Core, Elimination en Fuck You eindigt de band zelfs met een cover van Neerlands trots Golden Earring (Radar Love). Een uitstekende conclusie waarmee de band weer een spoor van blauwgebeukte lijven en verrekte nekspieren achterlaat. (MS)
Arch Enemy
Het overwegend Zweedse Arch Enemy (anno nu met bandleden uit Canada en de VS aan boord) is al jaren een gevestigde naam binnen de melodieuze death metal. De band rond gitarist Michael Amott (ex-Carcass) flikt het sinds de start in 1996 albums af te leveren die een uitgekiende mix zijn van gepolijst en toegankelijk klankvoer en brute stootkracht. In een zinderende show die uitpuilt van songs die als een avontuurlijke achtbaanrit op en neer gaan, komen meer gedateerde heavy metal en moderne death metalbarrages in een perfecte samenvloeiing bij elkaar. Proef zo het avontuur in track Ravenous, dat mooi illustreert hoe open, ruimtelijke stukken vol melodie gebalanceerd samenhangen met krachttoeren van compacte, ziedende death metal. Stralend middelpunt bij Arch Enemy vormt brullende schoonheid Alissa White-Gluz. Zij beschikt over een soortgelijk grunt-´actieradius´ als haar voorgangster Angela Gossow, zij het iets minder laag. Alsnog een indrukwekkende strot, allemachtig... Alles valt op zijn plek bij deze show van Arch Enemy. Het is een in al zijn facetten wervelende interactie van licht, fraaie lasers en geluid. Ook nog eens aangedikt met spuwende rook en vuursalvo´s op het podium. Misschien is het soms allemaal wat gelikt in uitvoering en presentatie. Maar toch verdomd goed, hoor. (JdR)
Amon Amarth
Amon Amarth heeft vele verrassingen in petto, wanneer de opbouw wat uitloopt. De melodieuze deathmetalgigant heeft het podium namelijk opgesmukt met een enorm vikingmasker. Dat het een vermakelijke show wordt, blijkt al gauw wanneer de band start met het oudje The Pursuit Of Vikings en het publiek de kenmerkende riff mee neuriet. Het geluid is verrassend goed en dat mag ook wel, want Amon Amarth is een band die uitblinkt in de collectieve prestatie; frontman Johan Hegg kan prima grommen, de gitaristen staan bekend om hun memorabele melodieën en de ritmesectie pompt en stoot met mathematische precisie. Met veel vuurkracht, rookmachines en zelfs enkele vervaarlijke vikingacteurs weten zij een mooi theater neer te zetten. Ook de setlist maakt duidelijk dat deze band weet hoe je ondanks een deathmetalbasis regelrechte hits kan schrijven. Van First Kill tot Deceiver Of The Gods, Cry Of The Blackbirds en Guardians Of Asgaard. Tijdens toegift Twilight Of The Thundergods staat er zelfs een enorme zeeslang op het podium die door Hegg wordt afgeweerd met een hamer. Met dit optreden laat Amon Amarth zien dat je met hard werken, een consistente sound en investering in je liveshow het kan maken in het metalwereldje, en dat verdient respect. Kortom, een spetterende afsluiter van Into the Grave 2017. (MS)