Na maanden van voorrondes en halve finales was het op 17 juni zover: de finale van de bands categorie van de Kleine Prijs van Fryslân! De finalisten hebben gestreden om de winst in Iduna. De opvolgers van eerdere winnaars zoals The Homesick, Abdomen, Katie Koss of Lester Blackfield en SSTO zijn inmiddels al een tijdje bekend. Dit jaar was de Kleine Prijs van Fryslân anders dan we gewend zijn - de acts streden in verschillende categorieën: hiphop, bands of singer-songwriter. Het resultaat was dat er in iedere categorie één winnaar was. Het is inmiddels de hoogste tijd om de winnaars van de Kleine Prijs van Fryslân beter te leren kennen. Hiervoor hebben we ze een vragenlijst voorgeschoteld.
De winnaar van de bands is Dan and the Middle Men. Op een stormachtige novemberdag spraken we Dan en zijn Middle Men Faber, Hugo en Max in het café van het Grand Theatre in Groningen.
We duiken er meteen in. Wie zijn jullie en hoe lang spelen jullie al in deze formatie?
Dan: "Roll call, Hugo, jij eerst."
Hugo: "Hoi, ik ben Hugo, ik ben sinds 2020 bassist van Dan and the Middle Men. Ik ben het op één na langst lid van de band. Ik speelde mee op de eerste EP en nu ben ik hier!"
Dan: "Hij is een goeie kerel."
Max: "Ja, hij is een goeie jongen. Ik ben Max, ik ben de new kid. Ik speel drums en ik zit nu bijna een jaar bij de band. Tot nu toe heb ik alleen de drums op Bleeding Heart opgenomen."
Faber: "Hoe lang ben ik er al? Sinds 2021. Toen de eerste EP werd gemaakt, was ik er bij het mixen bij."
Dan: "Het eerste idee voor de band ontstond in 2019. Ik bracht de eerste track in mijn eentje uit, waarbij ik alle instrumenten in mijn kamer opnam. Toen verhuisde ik naar Groningen, omdat mijn vrouw hier kwam studeren. Ik deed het toen nog steeds allemaal alleen, maar toen het 2020-incident plaatsvond, besloot ik in de zomer dat ik wat mensen moest zoeken om de nummers live te kunnen spelen. We hebben een paar verschillende leden gehad, maar uiteindelijk ben ik geëindigd met deze drie fijne heren."
Hoe heb je deze drie dan gevonden?
Dan: "Oorspronkelijk was ik in gesprek met een gitarist genaamd Jesse, en hij kende Hugo. Jesse vertrok uiteindelijk, omdat hij in een andere stad ging studeren en het niet meer haalbaar was. Daarna waren we een tijdje met z’n drieën, met een andere drummer, Sietse, en namen we de eerste EP op. Op een gegeven moment kregen we Faber erbij om extra gitaarpartijen te doen, en op den duur werd hij een volwaardig lid van de band. Toen vond er een wisseling van drummer plaats en zijn we doorgegaan met Max."
Dan and The Middle Men startte dus in 2019 als een soloproject?
Dan: "Ik was al lang bezig met het schrijven van de nummers, maar 2019 is wanneer ik de eerste track uitbracht. Dat was de oorspronkelijke versie van Leaving Home. Deze staat ook op de EP, maar er staat nog een tweede versie op Spotify die ik zelf op mijn kamer gemaakt heb met alles wat ik op het moment aan de praat kon krijgen."
"Al het andere hebben we daarna live opgenomen in onze oefenruimte in Backbone 050. De meest recente EP kwam uit in 2021. Dat was eigenlijk de eerste keer dat we als groep zijn gaan opnemen, in ieder geval ikzelf en Hugo. Er was dus een andere drummer bij betrokken en ik speel zelf alle gitaarpartijen op die plaat."
Wat is de oorsprong van jullie bandnaam? De Dan spreekt voor zich, maar verder?
Dan: "Omdat het begon als een soloproject, was het idee dat The Middle Men een soort ambigu concept was. Ook stond het voor de mensen in de industrie waar je mee te maken krijgt als je muzikant wil worden. Het was daarnaast een beetje een ironische grap, dat ik een solo muzikant ben, maar een soort neppe band achter me heb staan. Uiteindelijk werd het meer dan dat, we kregen daadwerkelijk echte bandleden. Ik noem ze nu oprecht the Middle Men, in plaats van ironisch. Het begon als een grap en is dat nu niet echt meer, het kwam juist wel goed uit."
Wat vinden jullie het leukste aan muziek maken, en samen muziek maken?
Hugo: "Wat ik het coolste vind is dat wij alle vier van verschillende muziekgenres houden. Het wordt één grote mix van wat we allemaal leuk vinden. Ik geniet ervan om de muziek die we schrijven live te spelen en te zien hoe het publiek erop reageert, dat is de voornaamste reden dat ik dit doe."
Max: "Toen ik net begon, vond ik het een leuk idee om iemand anders nummers te spelen. Ik zat in een andere band waar we zes jaar lang ons eigen materiaal schreven en nu mocht ik opnieuw beginnen door in deze band te duiken die al veel opnames en partijen heeft. Het was alsof ik weer huiswerk te doen had. En nu zijn we op een punt waar ik, in plaats van alleen bestaande nummers in te studeren, ook meeschrijf met nieuw materiaal. Het is moeilijk, maar ik vind het leuk."
Dan: "In elke band waar ik in speelde, was ik eigenlijk alsnog een soloartiest. Ik schreef alles voor die bands, behalve één metalband. Wat ik erg leuk vind is dat waar ik vroeger graag de volledige creatieve controle had over alles, dit veel beter geworden is in de afgelopen jaren. Hoewel het eerst moeilijk was om andere mensen hun visies en manieren van spelen te vertrouwen. Ik heb het gevoel dat we allemaal een beetje om elkaar heen zijn gevormd, dus we passen in elkaars groeven en ondersteunen elkaar min of meer. We zijn het niet altijd eens over de beste keuzes voor nummers, maar we hebben altijd gezonde gesprekken over wat er in het nummer zou moeten komen."
Hugo: "Maar als we het overal over eens zouden zijn, zou het toch saai zijn geweest."
Dan: "En de volgende opname die eraan komt, wordt de eerste gezamenlijke opname met ons
allemaal, dus het wordt interessant om te zien hoe dat verschilt van de eerste EP. Die bestond grotendeels uit mijn eigen nummers die ik had geschreven voordat ik de band begon."
Hugo: "Ja, we gaan voor de allereerste keer de studio in, een echte studio. Eerst namen we op in de oefenruimte, waar we een matras als geluidsisolatie gebruikten. Het was DIY, en we zijn er nog steeds erg blij mee, maar als we het dan vergelijken met studio-opnames, vinden we dat de volgende stap. Met het geld dat we gewonnen hebben bij de Kleine Prijs, gaan we naar Studio Spitsbergen en gaan we wat fatsoenlijke opnames maken."
Dan: "We gingen dit jaar echt in de werkende band modus. Dit was het jaar waarin we echt van de grond kwamen. We hadden zoveel betaalde optredens en konden veel geld verdienen dat terug ging naar de nieuwe opnames. We kozen voor de studio die we eerst hadden, omdat dat was wat we ons op dat moment konden veroorloven. We hebben hard gewerkt om dit nu te kunnen betalen, wat echt leuk is. De vruchten plukken van je werk."
Hugo: "Als beginnende band grijp je elke kans die je krijgt, het is fijn om te merken dat zich dat
uiteindelijk afbetaalt."
Dan: "Op een gegeven moment, wanneer de kansen elkaar beginnen te overlappen, moet je mensen afwijzen. Dat is een gaaf gevoel, om nee te kunnen zeggen."
Zouden jullie je sound kunnen omschrijven met 1 woord per persoon?
Hugo: "Punchy. Dat is mijn woord. Als we contact hebben met boekers omschrijven we onszelf ook niet als alternative rock, maar als punchy alternative rock."
Dan: "Wide-reaching."
Max: "Ik ben het eens met Dan voor de sound van de band. Voor mijn eigen drumsound, wil ik graag alles groot hebben. Ik denk dat we wel groots klinken soms."
Faber: "Ja, ik ga ook voor groots."
Dan, is er een duidelijk verschil tussen de muziek die je zelf schreef en de muziek die jullie nu samen schrijven?
Dan: "Ik zou niet zeggen dat er een duidelijk verschil is, maar het voelt wel alsof er meer wegen verkend worden en er meer genres zijn om rekening mee te houden. Dingen waar ik zelf niet aan zou denken als ik schrijf, omdat ik een zeker idee in mijn hoofd heb of omdat ik naar een specifieke muziekstijl luister op dat moment. Er is meer invloed op de muziek. Er is dus niet echt een duidelijk verschil, maar ik denk dat het de volgende stap is voor de muziek."
Wie en wat zijn jullie inspiratiebronnen? En waarom?
Hugo: "Mijn inspiratie, ook op het gebied van stage presence, komt van kijken naar bassisten van bands als Gojira en Red Hot Chili Peppers. Dat zijn goede bassisten, maar ook nog met een hoop energie en rage op het podium. Qua sound zou ik Rage Against the Machine, Queens of the Stone Age en Royal Blood zeggen. Als ik schrijf, heb ik altijd hun sound in mijn achterhoofd, maar probeer ik er mijn eigen versie van te maken door ook mijn eigen dingen toe te voegen."
Dan: "Ik probeer zo veel mogelijk als Chris Cornell te klinken, maar dat gaat niet gebeuren. Ik hou ook erg van soul zangers, zo is Aretha Franklin één van mijn all-time favoriete zangeressen. Iedereen die zo’n sound heeft waar het klinkt alsof diegene los gaat en alles eruit laat, maar eigenlijk alles onder controle heeft en precies weet wat diegene doet, terwijl je de emotie ook nog hoort en het zonder moeite lijkt te gaan, inspireert me. Dat is wat ik probeer te doen in mijn zang."
Max: "Het schrijfproces inspireert mij veel. Soms is er een idee dat we vaak spelen en herhalen en dan verandert iemand iets. Dan verkennen we dat en herhalen we dat en zo gaan we door tot het een paar weken later een volledig ander nummer is geworden. Dat houdt het interessant, dat gevoel van ‘wat gaat er nu gebeuren?’. Hetzelfde geldt voor gigs, want zo nu en dan verandert iemand tijdens een optreden iets of doet iemand, vaak ikzelf, iets geks en dan na afloop zeggen we ‘dat was cool’ of ‘doe dat maar niet weer’. Zo blijven dingen veranderen en wordt het nooit saai, want het is nooit twee keer dezelfde show."
Faber: "Ik heb een hoop verschillende invloeden, maar ik hou vooral van experimentele noise. Dit probeer ik stiekem in onze muziek te verwerken, zonder dat het de overhand krijgt. Ik voeg een kleine beetje vuilige, rare shit toe."
Hugo: "Ik word ook erg geïnspireerd door bands die recentelijk groot zijn geworden. Ik kijk naar bands als Cloudsurfers, Ramkot en Magnetic Spacemen en dan kijk ik naar hoe zij gegroeid zijn, hoe ze zichzelf uiten op social media en hoe ze de release van nieuwe muziek aanpakken."
Dan: "Ja, er zitten twee kanten aan het muzikantschap. Je hebt de schrijfkant, maar dan is er ook de kant van het laten werken als een band. Er zijn hardwerkende bands die dat erg goed doen op het moment."
Terug naar de Kleine Prijs van Fryslân. Wat heeft jullie bewogen hieraan mee te doen?
Dan: "Max."
Max: "Ik was al, laten we zeggen, intiem bekend met de Kleine Prijs, dus toen ik zag dat de inschrijvingen weer geopend waren dacht ik, waarom niet. Op z’n minst halen we er een optreden in de voorronde uit en die ervaring is altijd goed, en ik geloof dat ik gezegd heb dat we op z’n best de halve finale zouden halen en wat exposure zouden krijgen. Mijn persoonlijke motivatie was dat ik de Kleine Prijs al twee keer heb verloren, dus ik wilde het nog één keer proberen en er anders mee stoppen. De Kleine Prijs is een erg goede manier voor kleine bands om zichzelf te laten zien."
Hugo: "Als iemand me om advies zou vragen voor beginnende bands, zou ik ze 100% aanraden aan band contests mee te doen. Het helpt zo veel met je bereik om deel te nemen, ook om dit tegen podia te kunnen zeggen als je contact met ze opneemt."
Faber: "En het is een kans andere bands te bekijken."
Dan: "Hoeveel optredens hebben we eraan over gehouden?"
Hugo: "Stuk of zeven, ook op festivals."
Dan: "Ah ja, de optredens die we hebben gewonnen en die we kregen via de mensen die ons hebben zien spelen."
Max: "Het is een win-win, want er is geen risico in deelnemen aan de Kleine Prijs. Op z’n minst treed je een keer op en…"
Faber: "Daar leer je van."
Max: "En als je verliest is het ‘Oké, ik heb opgetreden en wat coole mensen ontmoet en ik probeer het volgend jaar opnieuw’. Mocht je dan ooit verder komen, is de wereld van jou, dan mag je een hoop coole dingen doen."
Hugo: "En om uiteindelijk te winnen, dat was echt wild voor ons. Spelen in Iduna was voor mij al een winst, want daar heb ik van kinds af aan van gedroomd. Toen ik veertien was en net leerde bassen, ging ik 500 meter verderop naar school en ging ik daar naar veel concerten. Dus op dat podium staan was al zo cool en om dan ook nog te winnen, was echt ‘wow’."
Dan: "Ik speelde al zeven of acht jaar in bands voor ik naar Nederland kwam en alsnog was dit één van de grootste shows die ik ooit heb gedaan, dus dat voelde echt als een stap vooruit."
Jullie zeggen al een aantal optredens te hebben gekregen via de Kleine Prijs. Wat hebben jullie verder uit jullie deelname kunnen halen?
Hugo: "Iets waar we erg blij mee zijn is de coaching die we krijgen van Friesland Pop. We krijgen nieuwe perspectieven op waar we aan moeten werken. Zo maken we nu een twee-jaren-plan. Wat ook erg cool is, is dat locaties ons nu vaker benaderen. Het label ‘Winnaar van de Kleine Prijs’, maakt ons opeens veel interessanter."
Dan: "Mijn vrienden geloven nu dat ik echt een muzikant ben."
Max: "Mijn vader gelooft eindelijk in me."
Waar willen jullie uiteindelijk naartoe werken? Wat is jullie huidige doel?
Hugo: "Voor mij is het om op zo veel mogelijk coole festivals en locaties te spelen. En om door Europa, en op termijn de wereld, te reizen, maar voor nu is het om op coole locaties te spelen voor mensen die onze muziek heel tof vinden. Het hoeft geen Ziggo Dome te zijn. Want we hebben een paar grote shows gedaan, maar de meest memorabele is voor mij nog steeds Jack’s Music Bar in Zwolle, waar circa 150 man in paste. Er was daar zo veel energie en het publiek genoot ervan, dat is waarom ik muziek maak. Ik droom ervan dat veel vaker te kunnen doen in de toekomst, het liefst elke dag."
Max: "Ik wil gewoon spelen."
Dan: "Ik denk dat de droom van elke artiest is om dat punt te bereiken waar je van de kunst je carrière en leven kunt maken. Ik weet niet hoe realistisch dat is met hoe de dingen nu zijn en de muziek die wij maken, we zijn geen pop act. Maar als het je in staat stelt het leven te leiden dat je wil, met creativiteit en de kans naar al die plaatsen te gaan, dan no regrets."
Als jullie mogen fantaseren over wat jullie echt willen doen of bereiken, the sky is the limit, wat zou dat dan zijn?
Hugo: "Dit is een lastige, want ik heb altijd gedroomd, maar op een realistische manier. Dan ga ik voor de wereldtour, om verschillende staten in Amerika te bezoeken en te kunnen optreden voor vrienden die ik daar heb gemaakt. De wereld zien met onze muziek, dat is iets dat ik graag zou doen."
Faber: "Ik heb zin om te doen wat we al doen. Meer succes maakt me niet echt veel uit. Het is leuk, maar ik vind dit ook al leuk om te doen."
Max: "Ik denk niet dat ik blijer zou zijn op wereldtour dan met wat we nu doen, ik denk dat ik net zo blij zou zijn. Het is cool om naar Amerika te gaan en het culturele aspect daarvan, maar als het om optreden gaat, maakt het me niet zo veel uit waar de zaal is. Zodra de deuren sluiten, is dat waar je bent. Dan maakt het niet of het in Kansas is of in Drenthe."
Hugo: "Zo lang de zaal maar vol staat."
Max: "Zo lang de zaal vol is en de mensen zich vermaken."
Dan: "Mijn absolute droom is om mensen die ik nog nooit heb ontmoet mijn nummers mee te zien zingen. Als dat zou gebeuren, kan ik gelukkig sterven. Als mensen die we kennen naar shows komen en meezingen is dat fantastisch, maar stel je voor dat je naar Duitsland of Frankrijk gaat en er is geen enkele kans dat je deze mensen ooit hebt ontmoet, maar ze kennen het nummer op de één of andere manier… Ik weet niet hoe ik daarmee om zou gaan, ik zou kunnen gaan huilen jongens, dat jullie het weten."
Wat staat er op jullie programma de komende tijd?
Hugo: "In december gaan we druk bezig met schrijven, begin januari spelen we een paar shows en we gaan ons best doen om op zo veel mogelijk festivals te spelen."
Dan: "We gaan niet alleen schrijven, we hebben opnamesessies gepland. Eind maart of begin april gaan we wat goed materiaal uitbrengen. Een paar singles, misschien een videoclip. We gaan zien hoe ver we komen met het Kleine Prijs prijzengeld."
Max: "En we gaan meedoen aan de Grote Prijs van Nederland."
Dan: "Ja! Daar heeft Friesland Pop ons voor genomineerd als winnaars van de Kleine Prijs, dus volgend jaar doen we ook mee aan de Grote Prijs. Dat wordt cool."