Na maanden van voorrondes en halve finales, is het op 21 oktober zover: de finale van de Kleine Prijs van Fryslân! Zes finalisten zullen strijden om de winst in Neushoorn. Wie zal eerdere winnaars als The Homesick, Abdomen, Pendants en Katie Koss of Lester Blackfield opvolgen? Om je vooraf alvast een kans te geven kennis te maken met de bands en artiesten, hebben we ze een vragenlijst voorgeschoteld. De tweede finalist die we aan je voorstellen is Ukelise. We spraken Ukelise op een zomerse maandagavond in het Douwe Egberts Café in Leeuwarden.

Wie ben je, waar kom je vandaan en hoe lang ben je al actief als Ukelise?

“Ik ben Elise Smits. Ik kom oorspronkelijk uit Lelystad en ben voor mijn studie verhuisd naar
Leeuwarden. Ik ben begonnen met ukelele spelen toen ik 16 was ongeveer, ik ben nu bijna 23. Ik ben
serieus begonnen toen ik mijn YouTube-kanaal heb opgericht, dat was ongeveer vijf jaar geleden. Ik
had toen best wel podiumangst en ik dacht ‘wat is nou een goede manier om daar overheen te
komen?’, dus ging ik maar online. Dat voelde minder eng. Veel mensen vinden dat juist enger, maar
voor mij was het makkelijker.”

Elise Smits

En nu ben je dus toch aan het optreden.

“Ja, omdat ik dat nog nooit gedaan had, wilde ik er op een laagdrempelige manier mee kennismaken
en dat via de Kleine Prijs. Om ervaring op te doen en me comfortabeler te voelen, maar ook omdat ik
het super leuk vind.”

Hoe gaat het nu met de podiumangst dan?

“Wel beter merk ik, door het gewoon te doen. Ook omdat ik nu een beetje een instelling heb van
‘wat is het ergste dat kan gebeuren?’. Dat het allemaal slecht gaat en je gaat niet door, jammer dan,
maar je hebt het dan wel gedaan. Het lukt steeds meer om het zo te zien. Als een ervaring in plaats
van dat het goed móet gaan.”

Hoe zou je je muziek omschrijven?

“Bedroompop, noem ik het meestal. Laagdrempelige pop die niet draait om hoe goed je opname is,
maar echt om de boodschap, de betekenis en de tekst. Over het algemeen schrijf ik over mijn ervaringen en zet ik die om naar een herkenbare vorm voor andere mensen.”

Hoe heb je de ukelele beter leren kennen?

“Ik schreef altijd al teksten. Gedichten of liedteksten. Dat was vroeger gewoon een manier om mijn
gevoelens er makkelijk uit te krijgen. Als kind deed ik dat eigenlijk al. Mijn zus had een piano en daar
ging ik altijd een paar nootjes op spelen, want dat kon ik niet. Toen kwam de wens om dan wel iets te
kunnen om mezelf te begeleiden bij de liedjes, want de teksten hebben voor mij wel echt voorrang.
Er was een band die ik erg gaaf vond, Twenty One Pilots, en die deden heel veel op ukelele. Zo ben ik
daarop terechtgekomen.”

Je noemde net al Twenty One Pilots als muzikale invloed. Wie zijn verder inspiratiebronnen voor je?

“Taylor Swift is altijd mijn grootste idool geweest, dat hoor je denk ik wel terug in mijn muziek.
Vanwege de manier waarop zij een verhaal vertelt, met een begin, een midden en een eind. Zij
schrijft ook veel over haar eigen ervaringen en emoties en kan het heel persoonlijk maken. Verder
MXMToon, waarschijnlijk minder bekend, maar zij is één van de, toen nog, weinigen die muziek op
ukelele maken en er bekend mee worden. Ook combineert zij het met producing, dat vind ik heel erg
gaaf. Die combinatie is iets waar ik ooit graag meer mee zou willen doen.”

Wat vind je het leukste aan muziek maken?

“Dat is een goede vraag. Misschien zoals ik eerder zei, wat veel artiesten ook wel hebben denk ik, het
uiten van je eigen gevoelens en het kwijt kunnen van je eigen verhalen. Dat je dat een plekje kan
geven. Ik vind het ook erg mooi dat muziek anderen kan helpen. Als ik naar muziek van anderen
luister, is dat iets wat mij rust brengt. Ik vind het heel fijn als ik mezelf in die boodschap kan
herkennen. Ik vind het fijn als mijn muziek dat ook voor anderen kan doen.”

Je hebt het veel over connectie, maar je speelt wel in je eentje. Is dat een bewuste keuze?

“Dat is eigenlijk gewoon zo gelopen. Misschien komt het omdat ik schrijf vanuit mijn eigen verhalen
en dat de voorrang geef in plaats van hoe het arrangement verder klinkt. Ik had het altijd wel leuk
gevonden om in een band te spelen, maar het is er gewoon niet echt van gekomen. Iedereen heeft
altijd al een bandje en een zangeres is het enige wat elke band al heeft en niet nodig heeft. Dus ja,
vooral gemak, denk ik.”

Je bent nu ook te vinden op TikTok. Wat kun je hierover vertellen?

“YouTube was een eerste stap voor mij om over mijn podiumangst heen te komen en wat te delen.
Dat waren voornamelijk covers. Dat ging best wel goed, maar het is best wel lastig om dan je eigen
nummers ook bij het publiek te krijgen, want mensen klikken daar niet zo snel op. Op TikTok werkt
het algoritme heel anders en krijgen mensen je video gewoon te zien. Plus het is makkelijker, kortere
video’s, het voelt wat creatiever dan een cover op YouTube.”

Waar zit dan het verschil in met de liveoptredens die je nu voor de Kleine Prijs doet?

“Live zie je het publiek en heb je meer die connectie en interactie tussen de nummers door. Je moet
opeens gaan praten tegen het publiek en vertellen over je nummers. Op TikTok praat je tegen een
camera en doe je het tot het goed gaat. Of in ieder geval goed genoeg. Je hebt zo veel kansen als je
wil en op het podium moet je er het beste van maken. Het is ook lastiger om een ervaring neer te
zetten dan in een filmpje. Dan luisteren ze omdat het mooi is, maar mensen gaan naar een concert
omdat het ook leuk moet zijn om er live bij te zijn. Het moet iets toevoegen.”

Wat staat er komende tijd – naast het spelen van de finale – nog meer op het programma?

“Werken aan materiaal, een nieuwe setlist voor de finale bedenken. Hopelijk binnenkort ook
eindelijk opnemen en uitbrengen, want dat is al een tijdje iets wat ik heel graag wil, maar het is
lastig, omdat ik er zelf weinig kennis over heb en om een ruimte te vinden waar dat kan. Ik heb nu
iemand waar ik waarschijnlijk in ieder geval één of twee nummers kan opnemen en dus eindelijk iets
kan uitbrengen. Daar gaat de focus op liggen.”

Waar wil je uiteindelijk naartoe werken als artiest?

“Ik ben er heel erg mee bezig om dat uit te zoeken. Ik dacht eerst voornamelijk dat ik dat online-
gedeelte wilde uitbreiden, daar voornamelijk wat groter in zou willen worden, maar ik merk wel nu ik
meedoe aan de Kleine Prijs dat ik het live ook wel echt heel erg leuk vind. Het voegt wel echt iets
extra’s toe. Ook omdat ik altijd zeg dat de connectie, het persoonlijke en het herkenbare belangrijk
voor me zijn. Dat behaal je wel sneller live dan door een scherm. Ik ben een balans aan het zoeken
tussen die twee dingen. Uiteindelijk wil ik, net zoals elke artiest, geld kunnen verdienen met mijn
muziek.”

Een praktisch doel dat ik vaker heb gehoord. Maar als je mag fantaseren over wat je echt zou willen bereiken, sky is the limit, wat zou dat zijn?

“Ja, daar denk je niet echt over na. Gewoon kunnen leven van wat ik doe vind ik al een sky is the
limit. Van je hobby je werk maken is wat iedereen wil denk ik. Dat je niet daarnaast nog een baantje
hoeft te hebben, maar dat dat echt is wat je kan doen en delen met een groot publiek. Dat zou ik wel
gaaf vinden. Om shows te kunnen doen, daar een connectie te kunnen vinden met het publiek en dat
mensen echt meezingen met je liedjes en ze dat geweldig vinden. Dat mensen fan van je zijn zoals ik
fan ben van Taylor Swift.”

Wat heb je tot nu toe uit je deelname aan de Kleine Prijs kunnen halen?

“Voornamelijk die zekerheid op het podium. Ik heb het ook een beetje gedaan als oefening voor mijn
afstuderen aan de Academie voor Popcultuur, waar ik een eigen show moest organiseren. Ik vroeg
me af hoe ik überhaupt eigenlijk op een podium sta en hoe ik die interactie zoek. Daar was dit een
hele goede eerste stap voor. Ook het zekerder worden van mijn kunnen, dat ik wel echt wat heb toe
te voegen. Vanwege de feedback die ik hoorde en omdat er mensen naar me toe kwamen die het tof
vonden wat ik doe, mijn stem mooi vonden en me aanmoedigden door te gaan. Tuurlijk zeggen
familie en vrienden dat je liedjes leuk zijn, maar het is wel heel anders om dat ook van buitenaf mee
te krijgen.”