Na maanden van voorrondes en halve finales, is het op 20 September zover: de finale van de Kleine Prijs van Fryslân! Zes finalisten zullen strijden om de winst in Het Bolwerk. Wie zal eerdere winnaars als The Homesick, Abdomen, Pendants en Katie Koss of Lester Blackfield opvolgen? Om je vooraf alvast een kans te geven kennis te maken met de bands en artiesten, hebben we ze een vragenlijst voorgeschoteld. De volgende finalist die we aan je voorstellen is stonerformatie Ganos Lal. Wybren Nauta sprak met frontman Dennis van Someren, gitarist Marc de Jong, bassist Rutger Loots en drummer Emiel Prins.

Kunnen jullie beginnen met iets te vertellen over de oorsprong van de band en hoe jullie elkaar hebben leren kennen?

Dennis: “Ik ben het project begonnen in februari 2017 met het idee dat ik een aantal stukken muziek wilde maken in een totaal ander genre. Het moesten eigenlijk nummers worden waarbij ik in plaats van fysiek naar de boksvereniging te gaan soort van mentaal kan boksen met deze muziek. Hier heb ik toen een Ep bij gemaakt die opgepikt is door Stoned Meadow of Doom, een vrij bekend Youtubekanaal in de stonerscene die veel albums van nieuwe artiesten deelt. Hij had me toen aangeraden om het hier niet bij te laten, maar er een volledige band omheen te zetten. Dat was voor mij meteen al een goede motivatie om hiermee door te gaan. Emiel drumde ook al in mijn vorige band, Subspace, en die was meteen enthousiast over het project.”
Emiel: ”Ja, zodra ik die Ep had geluisterd zag ik meteen al potentie in maar qua band waren we nog niet compleet natuurlijk. Ik kende Rutger, de bassist, al aangezien we op D’Drive bij elkaar in de klas zaten. Ik heb hem het toen laten horen en hij was ook al snel enthousiast en kwam er zo dus bij. Die eerste periode van Ganos Lal was sowieso heel fluïde waarbij er een aantal mensen kwamen en gingen.”

Dennis: ”Aanvankelijk zaten we dus met zijn zessen in de band. Ik wilde experimenteren met het idee om een tweede frontman bij de band te hebben, zodat je een hele beweeglijke live performance zou krijgen. Uiteindelijk kwamen we erachter dat dit concept toch niet heel veel toegevoegde waarde had voor de band. Je kreeg al vrij snel teveel meningen in de oefenruimte, dus toen hebben we besloten om met z’n vieren door te gaan.”
“We hadden alleen wel nog een gitarist nodig. Een vriend van ons raadde ons toen aan om eens met Marc te gaan praten, omdat hij ook goed in de band band zou passen. Op dat moment besefte ik me ineens dat ik een dag geleden nog met hem had staan jammen in de Mukkes. Toen hadden we muzikaal meteen een klik met rockabilly, jazz en de doom van Electric Wizard. Het was al snel duidelijk dat we hem er graag bij wilden hebben en sindsdien is de formatie compleet. Vanaf dat moment is het eigenlijk geëvolueerd van een heel persoonlijk project van mij naar iets heel democratisch waar we allemaal wat in kwijt kunnen.”

Hoe zijn jullie stonerrock gaan maken?

Marc: “We komen namelijk eigenlijk allemaal uit andere genres. We hebben Rutger die echt de progman is van de band. Dennis komt meer uit de jazz van origine, Emiel weer iets meer van de hardrock en ik ben zelf meer een bluesman. Zo heb je een heleboel stijlen die bij elkaar komen.”

Je verwacht in eerste instantie niet als je al die invloeden bij elkaar gooit dat het eindresultaat een soort doomy stonerrock zou zijn.

Dennis: “Dat gebeurde dus wel. Bij ons was vanaf het begin de sound al heel belangrijk. We waren ook allemaal onder de indruk toen we voor het eerst een stonerplaat hoorden en we waren er ook vrij snel uit dat we dat zware geluid met ballen als een soort fundament wilden gebruiken voor de band. Zelfs een jazzakkoordje klinkt superdik als je maar genoeg de low end van het geluid pakt.”
Marc: “Ik denk dat veel band die doom of stoner maken in nederland ook heel erg hameren op dat etiket. Wij zijn juist heel erg bezig met onze eigen interpretatie ervan en dat maakt het lastig onszelf te vergelijken met andere bands in het genre. We willen namelijk niet alleen maar de zwaarste band ter wereld te zijn. “

'Ik denk dat veel band die doom of stoner maken in nederland ook heel erg hameren op dat etiket. Wij zijn juist heel erg bezig met onze eigen interpretatie ervan.' - Marc

Ganos Lal

Zijn er nog specifieke bands die als inspiratiebron dienen voor jullie sound?

Marc: “Ik haal heel veel inspiratie uit het geluid van Sleep, en dan met name het gitaargeluid van Matt Pike. Dat is dus vooral heel veel fuzz, heel veel lagen en veel mid. Vroeger gooide ik gewoon altijd de bas op stand tien waardoor ik nooit op het podium te horen was. Uiteindelijk werd ik wat volwassener en kwam ik erachter dat mids ook erg belangrijk zijn voor dat geluid. Dat is wel de sound waar ik echt op doel, dat oldschool 90’s geluid op Dopesmoker waar de gitaren lekker doorronken.”

Dennis: “Voor mij was het ook erg belangrijk dat er naast het puur harde aspect er ook een dromerige kant aan de de muziek zit. We hebben hier en daar melodische passages door onze nummers heen die heel direct beïnvloed zijn door Zeppelin uit de 70’s. Voor de rest blijft Electric Wizard een grote invloed, de woede ervan, de smerigheid. Zeker voor iemand die van oorsprong meer van 70’s jazz hield, vond ik die band zo vuig dat ik überhaupt niet eens kon bevatten dat zo’n band bestaat. Vocaal gezien kreeg ik ook al vrij snel te horen dat het een beetje aandeed als  Rage Against The Machine, dus als mensen me vragen de band in vijf seconden te beschrijven zeg ik ook vaak: een soort Rage Against The Machine maar dan met een stonersound.”

Wat voor effecten gebruiken jullie allemaal om je sound compleet te maken?

Dennis: “We gebruiken veel phasers op de gitaren.”
Marc: “Ja, een fuzz en de phaser zijn inderdaad belangrijke onderdelen. Verder heb ik altijd wel een delay aanstaan bij de wat dromerige stukken.”
Rutger: “Distortion, distortion en nog eens distortion. Hier en daar heb je wat cleanere stukken, dus dan staat hij even uit. Daarnaast gebruik ik een blowtorch pedaal, dat is een afgeschreven baspedaaltje, waarbij je soort fuzzy distorted geluid krijgt dat nog het meeste klinkt als een heel boos gezoem.”
Dennis: “Qua pedalen gebruik ik de klassieke combinatie van de Small stone en de Big muff als phasers en Electric wizard gebruikte  altijd de Hyperfuzz en daarvan gebruik ik een soort kloon. Ik gebruik graag dingen die ik wel eerder heb gehoord, maar in de compositie wil ik er dan op een andere manier mee omgaan. Zo heb je onbewust nog wel een herkenbaar geluid, maar klinkt het even anders.”
Emiel: “Qua drums gebruik ik vrij warme donkere bekkens en uiteraard de crash of doom. Verder gebruik ik Tingsha cimbalen, dat zijn een soort kleine bellen aan een touwtje die je om het statief kan wikkelen. Als je die raakt krijg je een vrij hoog resonant geluid. Het is een beetje een Aziatisch, Tibetaans geluid dat erg mooi past in de wat rustigere stukken om het nummer wat open te breken. Ik gebruik ze niet heel vaak, want als iedereen vol gas geeft komen ze er niet uit, maar ze voegen op het juiste moment wel veel toe.”
Marc: “Bij onze laatste single, Once upon a time in the desert, hadden we al iets meer een Oosterse vibe, dus sluiten die tingsha’s daar eigenlijk heel mooi op aan.“

In jullie teksten komen veel verschillende fantasierijke thema’s aan bod, waar haal je hiervoor je inspiratie vandaan?

Dennis: “In de lyrics gaat het inderdaad over heel veel verschillende dingen. Ik ben zelf een groot science fiction fan en bijvoorbeeld in het nummer Against The Machine heb ik het over het idee dat er te zijner tijd een vorm van kunstmatige intelligentie komt die zich tegen ons zal keren, deels geïnspireerd door Battlestar Galactica. Onze single is dan weer geschreven vanuit het perspectief van de duivel die ergens in de woestijn huishoudt. Toen ik dat nummer schreef keek ik ook veel Lucifer, dus daarnaar zitten ook een aantal verwijzingen in. Een beetje verwijzen naar popcultuur, mythologie of oude boeken en geschriften is sowieso iets wat ik leuk vind om te doen in mijn teksten.“
Marc: “De belangrijkste verwijzing is denk ik wel Twin Peaks met het nummer Fire Walk With Me.”
Dennis: “Ja inderdaad, in de artwork gebruik ik ook een hoop rood als verwijzing naar het rode gordijn in de Black Lodge van Twin peaks. Daarin spelen we ook weer een beetje met ideeën van een onderwereld en de dualiteit tussen leven en dood, goed en kwaad. Dat zijn thema’s die eigenlijk steeds terugkomen.”

Wat zijn jullie ambities als band?

Dennis: “Die hebben momenteel niet echt een grens. We zijn momenteel echt shows aan het regelen via onze booker, Jouke Grit. We willen zoveel mogelijk voorprogramma’s spelen voor andere bands en uiteindelijk echt doorbreken in de scene en vanaf dan gewoon zoveel mogelijk touren en zorgen dat onze muziek gehoord wordt.”
Emiel: “Jouke betekent ook een heleboel voor ons. Hij regelt een heleboel shows voor ons en is eigenlijk ons vijfde bandlid. Hij is niet onze officiële manager, maar soms gedraagt hij zich wel zo, in positieve zin natuurlijk.”
Marc: “Hij is een beetje een beheerder van de hype zeg maar. We hadden even een korte periode dat we wat rustiger aan deden en dan was Jouke altijd degene die zei: Jongens, kom op, schouders eronder en doorpakken.”

Op welk moment zouden jullie dan zeggen dat jullie dat succes bereikt hebben, bij internationale tours of bijvoorbeeld een festival als Roadburn?

Dennis: “Roadburn is inderdaad iets wat heel goed bij ons past. Een eerste grote stap zou iets als Into the Void zijn."
Marc: “Daarna zouden ook festivals als inderdaad Roadburn of Desertfest geweldig zijn. Mijn jongensdroom zou wel echt zijn om te mogen openen voor Sleep.”
Dennis: “Rock am Ring zou voor mij echt het absolute hoogtepunt zijn.”
Emiel: “We hebben ook al wat shows staan dit najaar waarbij we al wat voorprogramma’s spelen, zoals met Kaleidobolt in December in Iduna en met Old Man Lizard in Lola.”
Rutger: “Eerst waren het ook vooral hele lokale shows, maar nu openen we al echt voor bands die al een naam hebben in de scene, dus dat is ook een mooi bewijs voor onszelf dat we al stappen aan het zetten zijn.”
Emiel: “We hebben wel de ambitie om er echt iets van te maken. Ik zie het ook als een soort klein bedrijfje. We zijn er momenteel allemaal serieus mee bezig en uiteindelijk willen we gewoon zoveel mogelijk touren.”

Wat was voor jullie de vetste show tot zover?

Dennis: “We hadden in de zomer een show in Neushoorn en de dag erna een show op een studentenfestival in Groningen. Toen waren we op die tweede dag zo lekker warm gespeeld dat ik dat wel onze beste show tot dusver vond qua intensiteit. Er waren niet per se heel veel mensen, maar alles liep gewoon lekker.”
Emiel: “Voor mij was het die eerste dag in Neushoorn die het lekkerst ging. In de grote zaal speelden we toen een showcasefestival van D’Drive waar we de afsluiter waren en dat was heel cool optreden.”
Marc: “Ja, voor mij ook. Maar voor ons was denk ik de eerste grote stap Eurosonic. Op dat moment had ik het gevoel dat we echt ergens stonden en sindsdien ben ik de band wel echt serieus gaan nemen. We hebben toen maar twintig minuten gespeeld, maar het deed echt iets met me omdat we ook omringd waren door veel andere vette bands. Ik denk dat dat voor ons alle vier wel geldt.”
Emiel: “Iets als Popronde zijn we ook zeker van plan. Daarvoor moeten we nog wel een aantal stappen zetten om ervoor in aanmerking te komen, maar het staat wel op de planning. Het is aan de ene kant niet iets dat heel direct aansluit bij de scene, maar het kan wel voor een hoop exposure zorgen als je veel geboekt wordt.”
Rutger: “Gigs zijn gigs.”

INFORMATIE

De finale van de Kleine Prijs van Fryslân vindt dit jaar plaats in Het Bolwerk. In Sneek strijden Delore, Ganos Lal, Noorderlicht, The Wabe, All Over Again en Boyakira om de prijzen en de eer.