In de eerste helft jaren negentig (bandoprichting in 1989) wist de Friese equipe van Ancestral Sin knap wat zielen te winnen in de plaatselijke metalscene en konden de mannen vervolgens ook op goede nationale erkenning rekenen. Niet in de laatste plaats door de van het podium afspattende, goed verpulverende mix van hardcore (punk) en thrash metal, die qua snelheid nog nader werd/wordt ingetrapt met een dosis grindcore. Eentje waarbij de invloeden van aartsvaders als Heresy, Slayer en Napalm Death uitgekookt en effectief zijn verweven. In 1996 was het dan over en uit. Vier jaar geleden werd de draad weer opgepakt. Eind april kwam de nieuwe langspeler Social Hate Speech uit. Hoogste tijd nu dus voor een nadere onderwerping ervan.

Bij de aanblik van de cover van Ancestral Sins nieuweling Social Hate Speech – en met die veelzeggende titel – , weet je bij voorbaat al dat de roemruchte met punk ingegeven thrashcore kletterende band van weleer weer op goed venijnige toon van zich af gaat schoppen. Namelijk de beeltenis van opgestapelde schedels, met in de oogkassen diverse social media icoontjes geplaatst, zet de boel maatschappijkritisch op donker en scherp. Een beeld dat nog meer spreekt op de hoes van de gelimiteerde lp die de band, naast de uiteraard digitale versie, heeft uitgebracht. Een release die overigens langer moest wachten wegens grondstoffentekort. Het album zelf is reeds in augustus vorig jaar vastgelegd en telt, op een enkel oud nummer na; Why Do You Hate Me, zestien overwegend korte en compacte rampetampers.

Met een kleine aanloop barst de plaat los met titelnummer Social Hate Speech. Het is een direct in het gezicht smijtende dosis hardcore punk, opgepookt met grindende blastbeats. De verbolgenheid spat ervan af; haat zaaiend geprevel van populisten gaat goed aan de kaak. ‘’A one-way debate. On this platform for háááte!’’ De knijpende en striemende schreeuwzang van vocalist Jacob Hanenburg geeft die typische, lekker opgefokte punk-woede af.

Door naar de volgende geëngageerde bottenbreker: More Of The Shame. Het gas erop. Met meer doorrazende riffs en een omslag naar een lekker prikkende hardcore groove. Over die dikwijls weinig moraal dragende, zakkenvullende CFO. Ja, Ancestral Sin roert zich. Herkenbare, pijnpunten dragende topics als sociale ongelijkheid, milieuproblematiek of discriminatie gaat men op dit album ook geen moment uit de weg. Mooi, hoor.

De vaart binnen de tracks blijft doorgaans hoog, maar op scherp afgewogen momenten is er de schakel naar midtempo. Dat is geregeld van korte duur en wisselt meer dan eens met een versnellende stoot thrash of grind, zoals in het wispelturige The Apathist. Dergelijke afwisseling is helemaal treffend voor de bands opgefokte protestkarakter. Verloopt ook soepel. Maar nummer Release Peace komt dan evengoed met een catchy en tevens leuk eigengereid midtempo, die een zekere punkrockfeel afgeeft. Het is tezamen kenmerkend voor de dynamische songwriting op het album.

Verder dan, met de verbolgenheid en het onder vuur nemen van de verderfelijke kanten van de mensheid. Over hoe die zijn planeet en haar bronnen veeleisend opsoupeert en ermee ten gronde richt, in het verbeten doorknallende Paracide, met weer zo’n groove stampend riffje. Xenofobie, demagogie, polarisatie; Ancestral Sin gaat andermaal ferm de barricade op in respectievelijk Narcissus Borealis‘’Shit in – shit out!’’; een wederom heerlijk krachtig fulminerende Hanenburg – , Demon In The Demagogue en Wrong Side Of Right. En weer die fel kritische, bijtende tekstthematiek. Het ligt de band verdomd goed, gekoppeld aan de ziedende, opruiende en enerverende thrashcore.

In de staart van de zo’n zevenentwintig minuten tellende exercitie van Social Hate Speech zijn er met Western Paradigm en Dark Matter nog enige ademmomenten te vinden. Eerstgenoemde kent grotendeels een prettig stoïcijns doorlopende midtempo riff (doet wat aan Helmet denken). Terwijl die laatste (en met bijna vierenhalve minuut de langste albumtrack) gloomy slepend, hangend in een enkele riff, en middels meerdere samples van onder andere Gandhi, Einstein en Hitler een rake duistere ‘optekening’ is van de staat van de mensheid. En daarmee een sterk passend slotakkoord van de plaat vormt.

'Nooit met een belerend vingertje maar wel goed met de vinger op de zere plek'

Het eindoordeel mag zijn dat dit ongenaakbare rammende Ancestral Sin - na onder meer zijn eerder uitgekomen demo’s, een split en EP’s - een zeer straf en energiek eerste volledige studio-album heeft losgelaten. Een pot furieuze en wispelturig heen en weer bewegende, grindende thrashcore die de muzikale spanning er lekker in weet te houden. Geheel aansluitend bij die scherp verkondigende maatschappijkritische noten. Trouwens nooit met een belerend vingertje maar wel goed met de vinger op de zere plek. De zang is hierin dan meer ééndimensionaal te noemen. Het tekstgoed wordt, daar tegenover stellend, met zoveel gif en branie uitgespuugd, dat het als gegoten zit in het muzikale geweld. Tel ter afronding nog de goed passende crispy en directe maar gebalanceerde albumproductie erbij op. Dikke comeback!