Nu de hele culturele wereld op z'n gat ligt door de maatregelen om het coronavirus een halt toe te roepen en onze naasten in de samenleving te beschermen, moeten we het creatieve brein aanspreken om in deze nare situatie toch mooie initiatieven op te zetten. Popfabryk doet al vrij snel na de intelligente lockdown een oproep aan Friese makers in de popcultuur om een idee in te dienen, waarbij het de uitdaging is om alleen of in groepsverband - maar dan zonder fysiek contact - een eindproduct te presenteren. Op de site van 3VOOR12/Friesland worden de eindproducten gepresenteerd en vertellen de deelnemers hoe het idee tot stand is gekomen en de weg naar het resultaat. Idee nummer zeven werd gemaakt door singer-songwriter Zippora Tieman in samenwerking met de Noorse muzikant Kjetil Stavø Høvig en vriendin Elin Espe Stensvand.
ThuisLab
Ik ben Zippora Tieman. Parttime muzikant en parttime outdoor verkoper, maar in mijn hartje altijd muzikant geweest. Met de luxe van een vaste baan bracht de quarantaine in eerste instantie niet veel ZZP-stress met zich mee, maar omdat ik flink verkouden en hoesterig was, mocht ik niet werken en bijna niet de deur uit.
Dus waren die eerste weken wel erg stil en alleen. Ik heb me een beetje afgesloten voor alles wat online ineens op ons allemaal afgevuurd werd, maar toen om mij heen een heleboel vrienden en bekenden met hun mooie ThuisLab projecten bezig gingen, begon er bij mij ook inspiratie te borrelen.
Er ontstonden meerdere ideeën, waarvan één er voor mij uit sprong. Tussen mijn eigen liedjes, die voornamelijk Nederlandstalig zijn, zit één Noors liedje. Een duister liedje over hoe de dood eruit ziet als een nare man die je komt halen voor een levenslange vakantie. Maar hoe kom ik nou weer bij Noors? Daarvoor gaan we twaalf en een half jaar terug in de tijd.
Noorwegen
Op mijn zeventiende, vers van de havo, verhuisde ik voor een jaar naar een volkshogeschool vlak buiten de Noorse stad Bergen, om daar een jaar het hoofdvak muziek en theater te volgen. Daar woonde ik op campus met twaalf meiden in een huisje. Eén daarvan was Elin Espe Stensvand, die het hoofdvak schrijven volgde en het heel leuk vond om mij te helpen met het leren van de taal. Ik was de enige buitenlandse, dus moest ik alles in het Noors zien te volgen. Niet gemakkelijk als zeventienjarig meisje, maar wel een bewuste uitdaging die ik mezelf had gegeven.
In de jaren na Åsane, hebben Elin en ik veel contact gehouden en elkaar af en toe opgezocht. We hebben het altijd veel gehad over het verschil tussen de gereserveerde Noren en de directe, en in Noorse ogen soms botte Nederlanders. In de eerste weken van onze quarantaine, hadden we dagelijks contact over hoe het was om thuis te werken of ziek te zijn in deze tijd. Bijzonder hoe in tijden van isolatie mijn sociale contacten eigenlijk alleen maar zijn versterkt, weliswaar online.
Ik heb wel vaker het idee gehad om meer Noorse liedjes te maken, maar dat blijkt, ondanks dat ik de taal uitstekend beheers, toch moeilijker dan gedacht. Ik ben goed in spreektaal, maar beeldspraak is heel andere koek. Mooie zinnen vormen, synoniemen vinden die lekker klinken. Zo is het idee ontstaan om samen met Elin iets te gaan schrijven. En het leuke is, haar man Kjetil Stavø Høvig, is muzikant.
Het proces
Zo zijn we begonnen aan onze online schrijfsessies, geïnspireerd op de vele gesprekken over de verschillen tussen onze thuizen. Het was even inkomen, want alle drie waren we dit niet zo gewend. Ik schrijf het liefst alleen, zodat mijn creatieve gedachtestroom niet onderbroken wordt. Elin had nog nooit liedtekst geschreven en Kjetil en ik kennen elkaar nog niet zo goed. Maar, eenmaal op gang, ontstonden er mooie zinnen en ideeën.
Het mooiste moment was wel dat Elin met een Noorse zin kwam. Toen ze die in Google Translate naar het Nederlands had vertaald, bleek dat te rijmen op het refrein dat ik in het Nederlands had geschreven. Uiteindelijk hebben we beide vertalingen gebruikt.
In de tussentijd had Kjetil een gitaarpartijtje bedacht dat we als basis hebben gebruikt. Door steeds stukjes in te spelen en op te sturen kon ik melodieën verzinnen, die ik dan weer opnam en terug stuurde voor een vervolg. Zo verliep het uiteindelijk redelijk vlekkeloos.
Het resultaat: Over alt og ingen steder
Voor de presentatie wilde ik eigenlijk een stop-motion clip maken. Al snel bleek dat ik de juiste software niet had, en kwam eigenlijk het tegenovergestelde idee dat ik uiteindelijk gebruikt heb. Ik wilde voor het Nederlandse publiek de rode draad van het verhaal duidelijk maken met, jawel, een rode draad. Wie dat idee verzint met een kat in huis is of een optimist, of houdt van een uitdaging, maar het is gelukt! Daarbij moet ik wel zeggen dat het aanbod van collega muzikant Timo de Jong om het uiteindelijk allemaal aan elkaar te plakken, enorm welkom was. Dat heeft mij uren geknip en geplak gescheeld.
En zo was daar ineens mijn tweede Noorse liedje met video, over dwalen in leegte en verdrinken in drukte. En naast een heel tof resultaat, want dat kan ik nu wel met trots zeggen, heeft het ook nog een week lang leuke gesprekken en een mooi proces opgeleverd met Elin en Kjetil. Ondanks dat ik haar maar eens in de zoveel jaar zie, betekent de vriendschap met Elin heel veel voor mij. Daarom vind ik het extra mooi om dit samen te hebben gedaan.
ThuisLab is een initiatief van Popfabryk, in samenwerking met 3VOOR12/Friesland. Makers uit de Friese popcultuur mogen een plan indienen en moeten een product aanleveren die op onze site wordt gedeeld en waarbij de maker(s) tekst en uitleg geeft over het idee en de voortgang van het project. Wil je meer muziek van Zippora luisteren en haar volgen, ga dan naar haar Facebookpagina.