Stilzitten zit er niet bij voor olijke duo Peter van Beets en Roel Meijer. Na deelname aan de Kleine Prijs en de Popronde met Boyakira, heeft inmiddels het hele land kennis kunnen maken met hun absurditeit omtrent paarden en clowns. Nu is het echter weer tijd voor Abdomen waarbij ze tegenwoordig op bas versterkt worden door Ate Kamsma van Psychotic Lumberjacks. Het is net een jaar geleden dat debuutplaat Emetophobia verschenen is, maar nu is het volgende wapenfeit er alweer in de vorm van de nieuwste EP Rash waarop ze de luisteraar weer een flinke portie herrie voorschotelen. Niet dat we iets anders van deze heren gewend zijn natuurlijk.

“No vision, no mindset, in pursuit of nothing.” De toon van deze nieuwe EP wordt meteen bij opener Rash al gezet, waar de razernij nog als vanouds aanwezig is. Overstuurde gitaren buitelen over elkaar heen en vormen een muur van lawaai die aan weerszijden belegerd wordt door jachtige drums en de getergde uithalen van Van Beets. Een randje venijn is het trio niet onbekend, maar op Emetophobia vormde dit altijd de omlijsting van springerige opzwepende garagerock in de lijn van bands als Iguana Death Cult en Canshaker Pi. Dit venijn lijkt nu echter door elk nummer te zijn heengetrokken waardoor elke vorm van jeugdig optimisme plaats heeft gemaakt voor paranoia en nihilisme.

Dit blijkt des te meer op Carbon Dioxide waar het tempo enigszins omlaag geschroefd wordt waardoor zinnen als 'Carbon dioxide filling my lungs, I've never felt so alive' niet langer als gefrustreerde rebellie klinken, maar meer als een soort einde-van-de-wereld cynisme. Dit is een trend die zich naar het einde van de plaat alleen maar verder doorzet tot afsluiter Unwanted uitmondt in een kolkende zee van lawaai. Dit slotstuk voelt als een laatste uithaal, groots van gebaar, maar uiteindelijk tevergeefs. Na alle woede en razernij is de geschreeuwde boodschap op het eind namelijk duidelijk, “I still hurt”.

Op Rash heeft Abdomen een duidelijke focus gevonden. Hun typische noisey garagerock.blijft nog steeds intact, maar klinkt bozer en venijniger dan ooit. Ook qua productie klinkt de plaat een stuk gruiziger en lo-fi dan zijn voorgangers. De absurde humor  is alleen nog in zijn meest cynische, verwrongen vorm aanwezig, maar het moge in elk geval duidelijk zijn dat er weinig meer te lachen valt. Rash belichaamt tegelijkertijd een soort gekanaliseerde woede tegen alles wat er mis is met de wereld als de zucht van acceptatie dat er uiteindelijk weinig aan te veranderen valt.