Er heeft weer een nieuwe wisseling van de wacht plaatsgevonden bij Poppodium Het Bolwerk. De oude programmeur Sjors Kiewiet gaat het podium na een periode van drie jaar verlaten. Hiermee is er ook weer ruimte voor een nieuwe programmeur vrijgekomen, die inmiddels is opgevuld door Ype Terwisscha van Scheltinga. We zochten hem op en spraken hem over zijn nieuwe functie en zijn visie op het podium.

Ype (32) zou je naast zijn huidige werk als programmeur van Het Bolwerk ook kunnen kennen van de bands waarin hij als bassist speelt of gespeeld heeft, zoals de metalband Escadron, het poppy Mundo Park en tegenwoordig het gitzwarte Dodecahedron. Hij woont inmiddels in Groningen, maar is opgegroeid in Sneek en heeft een groot deel van zijn vrije tijd doorgebracht in Het Bolwerk en de Popkelder. Hij steekt van wal: “Ik kwam voor het eerst in Het Bolwerk toen ik een jaar of veertien was bij een concert van een hardcore band genaamd Ryker’s. Mijn eerste eigen show in Het Bolwerk was met Escadron in 2004, daarmee speelden we toen in het voorprogramma van Hatesphere.

In de jaren daarna heb met alle andere bands waar ik zelf in speelde of bij inviel ook regelmatig in Het Bolwerk opgetreden. Verder oefende ik in de Popkelder in Sneek, die toendertijd nog naast de watertoren stond, alleen nu helaas niet meer bestaat. Er is inmiddels een nieuwe Popkelder, maar zes jaar lang is er in Sneek geen oefenruimte geweest. De mensen met wie ik daar speelde en naar de concerten in Het Bolwerk ging, vormden een kliek. Dus beide plaatsen waren voor mij belangrijke onderdelen van de muziekcultuur in Sneek uit die tijd. Het is wel bijzonder dat de cirkel nu weer rond is en dat ik nu bij Het Bolwerk werk, na er zo vaak als bezoeker en artiest geweest te zijn.”

Op de vraag hoe hij bij zijn nieuwe functie is gekomen kan hij kort antwoorden: “Ik heb simpelweg op de vacature gereageerd. Ik kende John Schut, de manager van Het Bolwerk al wel, onder meer via een gesprek dat ik met hem heb gehad voor de scriptie die ik geschreven heb voor mijn studie Kunst, Cultuur en Media. Deze ging over de professionaliseringsslag die door een groot aantal van de poppodia is gemaakt, gedurende de afgelopen vijftien jaar. Het Bolwerk is daar een mooi voorbeeld van. Waarschijnlijk kende hij mij daar nog wel van, maar of dat er nu toe heeft geleid dat ik deze baan gekregen heb, weet ik zelf niet. Ik denk dat mijn band met Sneek en Het Bolwerk wel in mijn voordeel heeft gewerkt, maar ik mag aannemen dat ik gewoon vanwege mijn kwalificaties ben aangenomen.”

De programmering voor een podium regelen, brengt niet alleen een hoop vrijheid, maar ook verantwoordelijkheid met zich mee. Zoals bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid om een breed publiek te bedienen. “Er zijn wel mensen die nu op me afkomen met de vraag wat voor metalbands ik ga programmeren omdat ze mij kennen als een echte metalgast. Kijk, je moet wel bedenken dat dit geen metalpodium is, dus ik kan niet alleen maar dat specifieke subgenre gaan programmeren. Ik heb de maatschappelijke taak om verschillende mensen te bereiken en te bedienen, dus daar moet ik rekening mee houden. Ik hoop echter dat ik genoeg tijd krijg om mijn eigen stempel op het podium te kunnen drukken.

Wat ik zelf graag wil, is bands programmeren die echt van toegevoegde waarde zijn. Daarbij denk ik aan bands die een bepaalde relevantie hebben. Geen band die de afgelopen vijf jaar al tien keer in Noord-Nederland heeft gespeeld, maar juist een band die zich op een relevant punt in zijn carrière bevindt. Vorig jaar heeft mijn voorganger Sjors bijvoorbeeld Morbid Angel geprogrammeerd. Die hadden net hun oude zanger teruggehaald en met hem voor het eerst sinds tijden weer een echt death metal album gemaakt. Dat vond ik een interessant moment om zo’n band te programmeren. Helaas ging die show niet door, maar het was een goed idee.”

Vroeger stond Het Bolwerk ook bekend als hardcore-podium, maar hiervan is de afgelopen jaren iets minder te merken geweest. “Ik streef ernaar meer bands in dit genre te programmeren”, meldt Ype stellig. Hatebreed is dit jaar al geweest en Pro-Pain komt nog. Grotere bands zullen al snel naar Leeuwarden of Groningen gaan, dus is bij ons een zekere exclusiviteitswaarde belangrijk.

Je kan boekingen zakelijk regelen, maar als er een specifieke aanleiding is of als een bepaalde verbinding bestaat tussen een band en een zaal, kan dat meewerken. Als ik bijvoorbeeld weet dat een band roots heeft in Sneek dan zal ik dat gegeven gebruiken om een band aan te trekken. Op die manier introduceer je ook maatwerk in het programmeursvak. Waar mogelijk, wil ik dat zeker leveren, omdat ik zelf als muzikant heb ervaren hoe waardevol dat is.”