#WTTV16: Hilbrandt presenteert nieuwe performance Zeeduivel I

"De meeste bands durven zich niet meer te branden aan gewaagde thema's omdat dat je publiek kan verdelen."

Tekst: Vincent Meininger | Foto's: Denise Janssens ,

De meeste mensen zullen Hilbrandt voornamelijk kennen als band. Met hun debuutalbum Haven traden ze de afgelopen twee jaar veelvuldig op. Maar eigenlijk is Hilbrandt een artistiek platform van popacademiedocent Laurens van der Meulen. Naast de bandvorm maakt hij ook performance art waarin beeld, muziek en dans samenkomen. Zo maakte hij onder andere muziek bij de Friese uitvoeringen van De Meeuw van Anton Tsjechov en Kingdom of Earth van Tennessee Williams. Bepaald niet de minste voorstellingen. Wars van vastomlijnde kaders en conventies, en niet gespeend van een onuitputbare experimenteerdrift, weet deze eigenzinnige Leeuwarder altijd weer nieuwe en verrassende manieren te vinden om zich te uiten. Inhoud gaat bij hem altijd voor vorm. En dit is precies waar Welcome to The Village hem voor heeft gevraagd, inhoud. Op de zaterdagmiddag trekt hij in een omgekeerde processie over het festivalterrein van The Village. Deze performance genaamd Zeeduivel I wordt samen met Hilbrandt-bandlid Kim Dekker en vele vrijwilligers opgevoerd. Iedereen mag meedoen. Vanwaar deze achterwaartse optocht? 3VOOR12/Friesland-schrijver Vincent Meininger stelde hem deze en andere vragen.

Hoe is Welcome to The Village bij jou terecht gekomen?
Laurens: ‘‘Het is eigenlijk zo dat Welcome to The Village, Oerol en Explore the North samenwerken om artistieke inhoud de ruimte te geven op hun festivals. Door de handen ineen te slaan maken zij het mogelijk om dit project samen te ontwikkelen. Ik werd aanvankelijk gevraagd om dit jaar voor Oerol iets te maken, maar dat was te kort dag. Dus nu hebben we het omgegooid en is de eerste uitvoering op Welcome to The Village de tweede op Explore the North en de derde op Oerol.’’

Aha, vandaar het romeinse cijfer I in de titel. Waar verwijst de Zeeduivel dan naar?
Laurens: ‘‘Ze hebben mij als thema ‘onze relatie met de zee’ meegegeven. Vroeger dachten wij bij de zee aan zeemonsters en tegenwoordig denken we vooral aan vluchtelingen die de zee proberen over te steken. Specifiek gaat deze voorstelling over Mouaz Al Balkhi die geprobeerd heeft om van Calais naar Engeland te zwemmen, maar is verdronken en aangespoeld op Texel. Dit heb ik gecombineerd met een verhaal uit het boek Zuidland van P.F. Thomése. Dit verhaal gaat over een groep mensen die door de duinen trekt en een aangespoelde walvis vinden. Omdat ze het beest niet kunnen duiden noemen ze hem Leviathan. Leviathan betekent zeeduivel. Eenieder van de groep interpreteert op zijn eigen manier wat het is wat ze daar aantreffen. Ik stel mij zo voor dat dit mechanisme van iets onbekends binnen je eigen kaders proberen te duiden bij het vinden van Mouaza net zo is gegaan. Opeens ligt er een Syrische jongen in een wetsuit aan de kust van pittoresk Texel. Hierin zie ik de link dat de zee toch weer iets ophoest wat ons vragen stelt. De zee heeft iets duivels in zich, we zullen er nooit in slagen haar te bedwingen. Het zal altijd een gevaarlijke plek blijven, vroeger had je piraten en nu heb je weer piraten.’’

Waarom wilde je dit thema beslist een politieke invulling geven?
Laurens: ‘‘Het gaat mij niet zozeer om de vluchtelingenproblematiek, maar meer over die jonge jongen die het heft in eigen handen heeft genomen door te beslissen het kanaal over te zwemmen.  Ik zou deze performance dan ook niet politiek willen noemen. Het verlangen om het heft in eigen handen te nemen is iets dat veel mensen zullen herkennen, denk ik. Los van de vluchtelingenproblematiek.’’

Eigenlijk vertel je nu het verhaal van iemand anders. Toen er vorig jaar een Syrisch jongetje aanspoelde op de Turkse kust werd dat verhaal tot verontwaardiging van veel mensen, waaronder zijn ouders, breed uitgemeten in de media. Is er bij jou nog twijfel geweest over of je dit verhaal voor een performance moest gebruiken?
Laurens
: ‘‘Er iets was iets in dit verhaal dat mij raakte, maar ik kon daar aanvankelijk niet mijn vinger achter krijgen. Daarom heeft het wel even geduurd. Nu snap ik dat het juist het idee van de zee ingaan om te overleven en niet om te sterven mij zo aanspreekt. Eigenlijk kun je al die andere schillen er wel van afpellen. Het gaat mij niet om de persoon. Ik wil niet iets over hem zeggen of de context van zijn leven.’’

Hoe is het idee van een omgekeerde processie ontstaan?
Laurens
: ‘‘Ik was enorm gegrepen door More Sweetly Play the Dance van kunstenaar William Kentridge. Deze animatie van een macabere optocht van muzikanten en vreemdsoortige figuren was de directe inspiratiebron voor Zeeduivel. Het gaat mij bij onze performance vooral om het moment dat Mouaza aan het strand stond en de beslissing had genomen om het kanaal over te zwemmen. We werken dus naar dat moment terug in de vorm van een omgekeerde processie. Op die manier brengen we hem eigenlijk ook weer tot leven, door terug te gaan vanaf zijn denkbeeldige graf naar dat moment.’’

Je zegt dat deze performance niet politiek is, maar je inspiratiebron William Kentridge is anders wel een geëngageerde meneer. Thema’s als apartheid en volkerenmoord worden in zijn werk niet geschuwd. Veel mensen zeggen dat hij een kunstenaar met een politieke boodschap is.
Laurens
: ‘‘Hij zegt zelf van niet, maar ik denk dat je wel gelijk hebt. Ik wilde bij deze performance niet met een beeltenis van Mouaza lopen, of hem op een andere manier letterlijk uitbeelden. Het is een vertaling van zijn verhaal en je mag dat ook gewoon mooi of lelijk vinden. Het werk staat in die zin op zichzelf. En dat is eigenlijk wat William Kentridge ook zegt. Hij gebruikt allemaal elementen uit waar hij vandaan komt en als mensen dat gaan duiden zien ze daar allemaal dingen in. Logisch want hij is een Zuid-Afrikaan van Joodse komaf. Het werk van een kunstenaar is altijd autonoom, het staat op zichzelf. En wat het jou zeg, is eigenlijk niet mijn verantwoordelijkheid. Ik kan niet ontkennen dat de context van dit verhaal politiek is, maar de performance zelf is dat in wezen niet.’’ 

Op wat voor manier heb je hier muziek bij gemaakt?
Laurens
: ‘‘Tijdens de optocht wordt muziek gemaakt en gezongen. Met een aanhoudende toon, ook wel een drone genoemd, wordt er een soort soundscape gecreëerd. Verder heb ik de muziek veelal op folk gebaseerd. Simpele akkoorden en een eenvoudige akkoordprogressie dus. Ook het zingen bestaat louter uit klanken er is geen tekst.’’

Kim, dit zingen gebeurt voornamelijk door jou, neem ik aan. Heb je lang na moeten denken om je in dit project te storten?
Kim
: ‘‘Toen Laurens met dit idee bij mij kwam, was er eigenlijk nog maar weinig over het project bekend. Hij kwam dus  met dat boek van P.F. Thomése en het verhaal van Muaza. Ik voelde hier wel meteen iets bij. Dus eigenlijk zonder nog concreet te weten wat het zou worden, stemde ik hiermee in. Ik weet dat Laurens vaak gave projecten maakt.’’    

Dit moet een hele andere ervaring dan een optreden met de band Hilbrandt zijn?
Laurens
: ‘‘Zeker. Wij hebben ook samen in de band gespeeld en ik wil later wel weer met de band het podium op. Maar ik ben nu vooral heel erg geïnteresseerd om de context van het podium te verlaten. Ik denk dat er als band eigenlijk niet zoveel meer valt te zeggen en dat mensen daar ook niet echt op zitten te wachten. Performance art is voor mij nu een beter vehikel om thema's te verkennen en ook wat meer naar de inhoud op zoek te gaan.’’

Waarom valt er in jouw optiek als band niet zoveel meer te zeggen?
Laurens
: ‘‘Zeker de huidige indiepop gaat alleen maar over vorm en weinig over inhoud. Neem nou die aanslag op Bataclan, geen enkele Nederlandse artiest heeft hier iets mee gedaan. Dat vind ik best wel schokkend. Alleen een paar rappers durfden hier iets over te zeggen. De hiphopcultuur kent dus nog wel inhoud. De meeste bands durven  zich niet meer te branden aan gewaagde thema's omdat dat je publiek kan verdelen. Mensen zitten tegenwoordig vooral in een band om beroemd te worden en niet om een boodschap mee te geven. Bands maken muziek die hun ouders ook leuk moeten vinden. Dat was vroeger echt niet zo. Dat risico van verdelen omdat je een niet voor de hand liggend verhaal wilt vertellen, of iets anders wilt dan entertainen, ga ik niet uit de weg.’’

Waarom zouden mensen deze voorstelling moeten zien?
Laurens
: ‘‘Het is een interventie. Het is niet iets dat de sfeer van het festival bevestigt maar juist bevraagt. Dat vind ik wel heel tof, dat je op een festival iets kunt zien dat vragen stelt en anders is. Het is esthetisch een hele schone voorstelling er zit weinig ruis in. Dat vind ik zelf wel altijd heel mooi. Bovendien kun je zelf deelnemen. Ik vind het heel bijzonder dat mensen gehoor hebben gegeven aan ons enigszins vreemde oproep om deel te nemen aan een begrafenisstoet op een festival. Hier ben ik enorm dankbaar voor. Deze performance bestaat bij de gratie van de deelnemers.’’

Wanneer is dit stuk wat jullie betreft geslaagd?
Kim
: ‘‘Ik denk wel dat het heel tof zou zijn wanneer er mensen naar ons toe komen en dat wij echt het gevoel krijgen dat het bij hen binnenkomt. Niet dat ze van een afstand met een biertje in de hand toekijken.’’
Laurens: ‘‘Er zit wel iets bezwerends in deze performance en ik zou het wel gaaf vinden als mensen zoiets hebben van ''hè, wat is dit'', echt die interventie dus. Als het die vraag oplevert in plaats van dat mensen achteloos voorbijlopen, dan is het voor mij al geslaagd.’’

De Zeeduivel is te zien op zaterdag om 12:30 uur in Grootegast.