Friesland neemt afscheid van de Thin White Duke in Asteriks

Jan Egbers en Wytse Dijkstra over de betekenis én invloed van David Bowie

Tekst: Theo van der Veer | Foto's: Denise Janssens ,

Het overlijden van David Bowie kwam als een klap in het gezicht aan bij Jan Egbers, voormalig zanger en toetsenist van The Flying Trashcans. Hij ging echter niet bij de pakken neer zitten en benaderde zijn oude bandmaten om een tribute concert te organiseren in Podium Asteriks. Gelukkig waren de heren positief en ook het poppodium reageerde enthousiast. Het resultaat, Play The Wild Mutation: Een lang afscheid van David Bowie.

We hebben afgesproken met Jan Egbers en Wytse Dijkstra, die je allebei nog kent van Flying Trashcans, in Neushoorn Café. Jan heeft zelfs een stapeltje Bowie vinyl meegenomen. Aan de vooravond van Play The Wild Mutation’ willen wij wel eens weten wat David Bowie voor hen en voor de muziek in het algemeen  heeft betekend.

Wat hebben jullie met David Bowie?
Jan: “Ik ben al heel lang fan van Bowie, hij is een van mijn grootste helden. Muzikaal, maar ook als persoon is hij erg inspirerend. Ik was dan ook enorm geschrokken toen ik hoorde dat hij overleden was. Op onze EP staat zelfs een nummer dat geïnspireerd is op een interview van Bowie, over het leven in L.A. De periode tussen Ziggy Stardust en Berlijn (jaren zeventig), waarin hij veel coke gebruikte, is voor mij het ijkpunt. De manier waarop Bowie soul in de rock-’n-roll brengt is ontzettend inspirerend.

Wytse: “Ik ken Bowie nog maar net. Toen Blackstar uitkwam begon ik die te luisteren, een fantastische plaat. Kort daarna is hij overleden en toen viel alles voor mij op z’n plek, de thematiek; heel bizar en indrukwekkend. Nadat Jan met het idee kwam voor een tribute ben ik mij meer in Bowie gaan verdiepen en werd hij heel belangrijk, met name voor de visie die ik heb als muzikant.”


Het idee voor ‘Play The Wild Mutation: Een lang afscheid van David Bowie’ komt bij dus bij Jan vandaan?
Jan: “Ja, en de jongens van de band hadden er ook meteen veel zin in. We hebben daarna veel vergaderd over welke nummers we willen spelen en dat was nog wel even spannend.”
Wytse: “Nu we de nummers kunnen spelen, klinken ze anders en hebben we de set weer aangepast.”
Jan: “We spelen eigenlijk ook alleen maar de nummers die wij mooi vinden en niet alleen de bekende nummers.”

Toen kwam het plan voor een Bowie tribute, was het voor jou meteen duidelijk dat dit met de jongens van Flying Trashcans moest gebeuren?
Jan: “Ja, dat lag voor de hand. Toen we stopten was dat meer om logistieke redenen (Jan studeert in Den Haag, red.) dan dat we op elkaar waren uitgekeken. Op projectbasis kan het dus wel met dezelfde mensen én ook met andere mensen overigens.”

Was je dan niet bang dat jullie reünie afleidt van waar het voor jullie nu om gaat, David Bowie eren?
Jan: “Daar hebben we het over gehad. Wat het ook wordt, het wordt in elk geval geen Trashcans show.” Wytse, twijfelend: “Ja... maar ik denk ook wel dat het juist wél een Trashcans show wordt. Het is óns idee en wíj zijn de basis van dit initiatief, maar inderdaad, we spelen geen Trashcans nummers.”


Jullie gaan louter covers spelen?
Jan: “Ja, werk van Bowie en projecten waar hij aan heeft meegewerkt. Niet alleen de bekende hits dus.”
Wytse: “Vooral de nummers die wíj mooi vinden en die wij bij deze show vinden passen.”

Jan: “Als je de nummers gaat coveren, zit je er heel dicht op en ga je nog meer zien hoe goed het is. Dan ga je de betekenis ervan beter begrijpen, en zie je dat elk woord gemeend is en dat Bowie een hele goede tekstschrijver was.
Wytse: “Toen wij een nummer als Fame speelden merkten we hoe goed het geschreven was. De eerste keer dat we het helemaal perfect uitvoerden kreeg ik daar kippenvel van. Niet omdat wij zo goed zijn, maar omdat het nummer zo ontzettend goed is.”

Zijn er ook nummers gesneuveld, omdat je zie niet kan spelen of omdat ze je te dierbaar zijn?
Jan: “Ja, er zijn wel nummers afgevallen. Omdat het te moeilijk was om te spelen, of omdat het niet in de set past.”
Wytse (stellig): “Ik blijf met mijn poten van Blackstar af. Het is gewoon ook zo’n intense en gevoelige plaat, dat we die ook niet willen coveren.”

Naast het tribute concert ben jij, Wytse, ook nog de initiator van de Bowie sessies?
Wytse: “Ja, maar dat heeft hier overigens niks mee te maken. Het staat los van elkaar, maar versterkt elkaar ook weer.”
Jan: “Toen we het plan hadden hebben we Peter (Dijkstra, programmeur Podium Asteriks, red.) gebeld. Die was erg enthousiast en we hebben toen gekeken hoe we het breder kunnen trekken. Vandaar ook dat het vormgeverscollectief Cowboy Killers meedoet.”

Het doel van Bowie Sessies is niet simpelweg het coveren van Bowie begrijp ik, maar het samenwerken, toch?
Wytse: “Ja, ik wilde het breder trekken. Er valt meer uit te halen dan een bandje een cover laten spelen, opnemen en online gooien. Bowie was multidisciplinair en die disciplines wilde ik bij elkaar gooien door kunstenaars samen te laten werken. Zo heeft dat concept zich ontwikkeld. Het levert interessante ontwikkelingen op die mooi zijn om te laten zien.”

Jan: “Dat was ook een talent van Bowie. Hij vond telkens weer nieuwe mensen om mee te samenwerken. Of het nu William S. Burroughs was of Nile Rodgers.”


Het bijzondere aan Bowie is dat hij altijd met z’n tijd mee ging en dan ook wel weer, geheel tegen de stroom in, een single van tien minuten (Blackstar) uitbracht.
Wytse (afwegend): “Ja, en nee. Het feit is dat híj bepaalde wat er gebeurde. Hij was natuurlijk zo’n trendsetter, met name in de jaren zeventig en tachtig, dat hij de trends bepaalde. Nu ook weer met Blackstar, niemand doet dat. Het zou mij overigens niks verbazen dat er over een tijdje meer singles van tien minuten worden uitgebracht, omdat Bowie dat ook deed. Aan de andere kant is het omgekeerde ook wel waar, dat het júist Bowie is die dit doet. Hoe krijgt hij dat dan voor elkaar?”

Misschien kon hij het doen omdat hij omdat hij David Bowie was?
Jan: “Ik denk dat hij tegen het einde van zijn leven ook niet zo geïnteresseerd was in wat het publiek vond van wat hij maakte. Hij maakte gewoon wat hij wilde maken.”
Wytse: “Dat is de kracht van Bowie, hij weet precies wát hij wilde en met wie hij wilde samenwerken.”
Jan: “Hij heeft ook met Nile Rodgers gewerkt, iemand die daarvoor veel gelikte hits heeft gemaakt. Toch vond niemand het erg dat Bowie met hem werkte, alsof men vond dat Bowie ook wel eens een gelikte plaat mocht maken.”

Iemand met een hoge gunfactor?
Wytse: “Ja, als je documentaires over, en interviews met hem bekijkt is het een hele aardige jongen.”
Jan, lachend: “Al hoor ik nu ook wel een hoop mensen zeggen dat ze als kind wel een beetje bang voor hem waren, vanwege zijn extravagante uiterlijk.”

Jan: “Hij  is natuurlijk ook iemand die genres heeft gemaakt. Hij heeft (mede) aan de basis van de glamrock gestaan en new wave is niks meer dan jongens die David Bowie zijn gaan luisteren en dat begrepen. David Sylvian (Japan) en John Foxx (Ultravox) doen gewoon David Bowie na.
Bowie was ook iemand die als een van de eersten duidelijk de scheiding aanbracht tussen hem en zijn alter ego’s.”
Wytse: “Het biedt wel een bepaalde artistieke vrijheid. Je kunt je alter ego na verloop van tijd achter je laten, maar dat kan ook weer verwarrend zijn.”


Hij creëerde deze alter ego’s om vrijheid te genereren, maar uiteindelijk werd hij zijn alter ego?
Wytse: “Dat ook natuurlijk, ik zou mij voor kunnen stellen dat dit verwarring schept, met name voor hemzelf.”
Jan: “Elke artiest op een podium is op een bepaalde manier een creatie. Veel mensen proberen dezelfde persoon te zijn, ook naast het podium en dat levert vaak problemen op.”

Bij Bowie was het ook duidelijk. Wanneer hij weer een nieuw alter ego creëerde dan ging dat gepaard met uiterlijk vertoon (kostuums en imago), hierdoor blijft het wel overzichtelijk, toch?
Wytse: “Bowie werkte dat natuurlijk tot in de details uit, de kleding die hij droeg, de albums die hij schreef en opnam. In alles leefde hij dat karakter en dat maakte het zo geloofwaardig.”
Jan: “Bowie was ook enorm geïnspireerd door theater.”

Zijn jullie zelf ook een beetje David Bowie geworden de afgelopen weken?
Wytse (lachend): “In elk geval Bowie fanboys.”