Kiehool knokt zich terug

Opnieuw werken aan naamsbekendheid prioriteit

Jurgen de Raad ,

Kiehool in Burgum is de laatste jaren druk bezig om weer een goed lopend metalpodium te worden. Gedurende het seizoen probeert men wederom, naast andere sociaal culturele activiteiten, minimaal één keer per maand metalbands op de planken te krijgen. Een gezonde, nostalgische hang naar de tijd van Kiehool als vooraanstaand metalbolwerk speelt daarbij geen onbelangrijke rol. Tijd voor een gesprek over de stand van zaken met programmeur Danny Boonstra.

Zou je kort een introductie kunnen geven op je functie en de organisatie?
“Sinds de zomer van 2015 ben ik programmeur bij Kiehool. In die functie, op vrijwillige basis, maak ik deel uit van de concertgroep. Dit is een groep vrijwilligers die meedraait bij de concerten zelf, als praktische back-up, en ook ideeën voor concerten kan aandragen. Aan de basis van die groep staat Kees Koudstaal. Hij runt de gehele ’toko’ wat betreft alle in Kiehool plaatsvindende activiteiten en gaat onder andere ook over de budgettering ervan. In het verleden was hij de grote schakel in de organisatie van Wâldrock [Wâldrock werd vanuit Kiehool georganiseerd]. Kees is dus heel ervaren als het gaat om alles wat erbij de organisatie van concerten komt kijken.”    


Welk doel of ideaal had je voor ogen toen je aantrad als metalprogrammeur? 
“De voorgaande metalprogrammeur, Bert de Vries, heeft mij bij Kiehool gehaald. Bert is nog steeds betrokken bij de concertgroep. Via de oom van mijn echtgenote, hij is eveneens vrijwilliger bij Kiehool, kwam ik destijds met hem in contact. Bert had zodoende weet van mijn voorliefde voor metal en mijn regelmatige bezoek van metalconcerten in Kiehool in het verleden. We spraken zo ook over de verwatering van het aanbod van deze concerten in Kiehool, die rond 2006 een grote vorm had aangenomen. Hij vroeg mij op grond daarvan of ik iets kon en wilde betekenen voor het podium. Jazeker! Ik wilde graag meedenken in een proces, met het doel om Kiehool opnieuw op de metalkaart te zetten. En ik zag en zie in de rol van programmeur een uitdagend speelveld voor het neerzetten van de meer in de middenmoot opererende metalbands. Bands die in het algemeen niet zo bekend zijn bij het publiek, vaak nog aan het begin van hun carrière staan en met enkele cd´s op zak. Zoals Kiehool destijds als succesvol metalpodium dus ook bands liet spelen die nog niet heel bekend waren. Die kant zou ik graag weer op willen!”

Hoe ga je met het beleid van de concertgroep om? Heb je daarin voldoende vrijheid?
“Het beleid van de concertgroep biedt mij als programmeur genoeg ruimte. Ik dien uiteraard wel rekening te houden met het beschikbare budget, dat beperkt is, bij het aandragen van bands bij Kees Koudstaal. In het overleg binnen de groep zijn de lijnen kort, gezien het kleine aantal mensen dat erbij betrokken is. Dat vergemakkelijkt dus zeker de gelegenheid voor iedereen om iets in te brengen. Voor de nadere invulling en vormgeving van de concerten ben ik verantwoordelijk. Daartoe heb ik ook veel overleg met ´oude´ metalrotten Koudstaal en de Vries. En mocht iemand uit de groep iets op poten willen zetten, dan kan ik even zo goed een adviserende rol aannemen en mij wat meer op de achtergrond gaan begeven. Zoals bij de plaatsgevonden Fryske Folk Jûn. Het grootste deel van die productie werd dus gedraaid door een andere vrijwilliger uit de concertgroep.    

Vanuit de gedachte dat Kiehool van origine een metalbolwerk is, mikt de concertgroep ook vrij nadrukkelijk op een doelgroep die het genre toejuicht. Je ziet daarin wel een verandering: de metalscene in Burgum en omstreken is met de jaren aardig geslonken. Dat heeft dus invloed op het concertbezoek van Kiehool. Door die tendens probeer ik dan eveneens liefhebbers buiten de regio aan te trekken in het metalaanbod. Voorzichtig aan werpt het al wat vruchten af. Zo waren bijvoorbeeld in januari bij een avond met black metal bands [onder andere Dystopia en Laster] bezoekers uit Groningen en Winschoten aanwezig.”

Hoe vertaal je de waarde van het roemruchte metalverleden van Kiehool naar het heden? 
“Het aansprekende metalverleden van Kiehool is een mooie fundering om op verder te bouwen. Illustrerend daarvoor waren de nostalgische uitlatingen van oudere bezoekers, in april, bij het hier neergezette Metalslag. We hadden toen onder meer My Minds Mine staan, een band die veel in Kiehool heeft gespeeld. Veel metalfanaten van de oude garde lieten weten hoe tof het is dat er hier weer metalconcerten plaatsvinden. Je hoorde ze over hoe leuk en goed het was destijds. Een belangrijk aanknopingspunt, die spirit van toen. Een spirit die ook mooi bewaard is gebleven in de aanblik van Kiehool anno nu: de zaal en het podium zien er nog hetzelfde uit als zo´n 20 jaar geleden.”

Je bent zelf natuurlijk een groot metalliefhebber. En, je maakt het ook nog eens. Heeft dat allemaal een merkbare invloed op je functie?
“Ik heb, mag ik zeggen, een behoorlijk brede smaak van metal. Die loopt uiteen van prog- en death- tot blackmetal en djent [subgenre van progmetal] aan toe. Hierdoor ken ik meerdere bands. Daarvan zijn er een aantal die ik ken via mijn netwerk als muzikant [Danny is actief in Dimaeon en Disintegrate]. Die kennis en contacten geven voordelen als metalprogrammeur zijnde, je weet je weg met social media e.d. er vrij vlot in te vinden. “


Welke zaken zijn zoal bepalend voor hoe het metalaanbod in Kiehool er uitziet? 
“Vanuit de concertgroep streven we naar een divers aanbod van metalbands. Je houdt daarbij rekening met zowel de jonge als oudere liefhebbers.

Aan het einde van het concertseizoen maak ik met de concertgroep de balans op. Het is eveneens een voorbereiding op het nieuwe seizoen. Je kijkt dan naar wat er aan bands voorbij is gekomen, welke concerten succesvol waren en wat er zo mogelijk terug zou kunnen keren. Metalslag was bijvoorbeeld een groot succes en zal waarschijnlijk weer terugkomen volgend seizoen. En in verband met de diversiteit zullen er opnieuw aparte avonden worden georganiseerd met respectievelijk death- en blackmetal en grindcore. Sowieso zullen die avonden geopend worden door een Friese metalact. We zijn wat dat betreft ook zeker een platform voor metal uit de provincie.  

Ik zou ook graag wat willen proberen met een andere stijl of stijlen binnen de metal. Misschien iets met technische metal. Kijken hoe het uitpakt. Een nog bredere programmering zou mooi zijn, je moet daarin soms ook de uitdaging durven aan te gaan.”

Tot slot: kun je een beeld schetsen van de nabije toekomst?
“We zullen de lijn die we als metalpodium hebben uitgezet door moeten trekken, willen we uiteindelijk weer op een met het verleden vergelijkbaar niveau komen. Dat heeft tijd nodig. Voor nu is het daarom heel belangrijk om verder te werken aan naamsbekendheid. Dat mensen weten dat er weer leuke dingen op metalgebied in Kiehool gebeuren en de concerten komen bezoeken. Met alleen flyeren in het dorp en daar wat omheen kom je er niet meer. Ik werk dan ook aan een netwerk waarbij ik op zijn mínst Friesland probeer af te dekken. Zo heb ik contacten in plaatsen als Harlingen en Dokkum die concertposters her en der ophangen. Verder maak ik onder andere gebruik van internetagenda’s of benader ik platforms als Lords of Metal en Zware Metalen voor het eventueel schrijven van een concertrecensie.

Misschien vindt volgend jaar maart/april Burgum Deathfest in Kiehool plaats. Door ongelukkige omstandigheden, als het gelijktijdig in de buurt spelende Peter Pan Speedrock, kon dat onlangs helaas niet doorgaan. Maar we wisten met bands van allure op die bill [zoals Diabolical en Leng Tch´e] wél de interesse te wekken van meerdere boekingsbureaus, die bands kwamen aanbieden. Het is een positief ding, met het oog op de toekomst! Dat boekers ook naar jou toe komen! Het zou in die zin nog meer leuke, exclusieve optredens kunnen gaan opleveren.”