#FREEZE16: Dagverslag zaterdag

Uiteenlopend spektakel door enorme variatie in line-up

Tekst: Vincent Meininger, Helen Wittebol, Wybren Nauta, Sannette de Groes | Foto's: Denise Janssens, Jorah Terwisscha van Scheltinga, Oscar Anjewierden, ,

De Likt in een knalrode Speedo, snoeiharde Nirvana covers en MAASK die een nagenoeg leeg café op zijn kop zet. Dit zijn slechts enkele elementen die de zaterdag van Freeze Festival tot een zeer uiteenlopend spektakel maken. Sommige headliners maken vanavond de verwachtingen waar, bij andere valt het publiek nog net niet in slaap. Kortom, er gebeurt teveel om op te noemen. Tijd dus om de balans op te maken.

Exitlight Empire
Esker van de Werken heeft de lat hoog gelegd. Met zijn band Exitlight Empire presenteert hij op Freeze de nieuwe EP Circuitry, zonder enige concessie. Dat wil zeggen dat hij naast zijn band blazers, strijkers, een achtergrondkoortje en de nodige elektronische beats en bleeps heeft meegebracht. De hele rataplan dus. Symbolisch plugt Van de Werken de stekker van het nooduitgangbord dat boven het podium hangt in, waarna de letters van Exitlight Empire fel gaan branden. Hij oogt ontspannen en danst monter over het podium, haalt af en toe een hand door zijn halflange haar, wekt de illusie dat hij heel wat wil zeggen om vervolgens na een paar zuinige woorden toch maar weer te gaan spelen. Want dat is wat hij eigenlijk het liefste doet. Hemelse melodieën over inventief opgebouwde harmonieën, waar invloeden van Radiohead en Muse in doorklinken, worden rijkelijk gelardeerd met blazers en strijkerspartijen. Misschien had het orkest iets dynamischer gekund waardoor er wat meer lucht in het geheel komt, maar dat is een detail. Van de Werken maakt de hoge verwachtingen vanavond wel waar. Enige minpunt: de korte duur van het optreden. Wij wachten dan ook met smart op wat er nog meer uit de koker van deze groeibriljant komt. (VM)
 

The Bongo Club
In een klein lokaal, achter in Neushoorn, staan de vier Zweedse mannen van The Bongo Club klaar om het publiek een half uur lang te verblijden met catchy rock songs en knallende leadpartijen. De vierkoppige band speelt Britse rock in het straatje van The Strokes en Arctic Monkeys, maar gooit er nog even een verdomd lekker poprandje tegen aan. "It's nothing complicated", zeggen ze zelf. Ondanks dat het publiek de eerste paar nummers niet meer dan tien koppen telt, straalt het enthousiasme van het viertal af. Je krijgt precies wat ze beloven: superstrak en supersimpel. Hier is dan ook geen woord van gelogen. Hier en daar wat stoerdoenerij van gitarist Erik Ahlblom, maar dat levert een lekkere balans op in combinatie met de nonchalante houding van bassist Alexander Gustavsen. De onderlinge groepsdynamiek maakt dat de vier heren een energieke en foutloze set neerzetten en de opmerkelijke stem van zanger Jesper Jansson lijkt steeds meer publiek aan te trekken. Tussen neus en lippen door weet Jansson nog te vertellen dat er in 2017 een nieuw album verwacht kan worden. Wat er precies verwacht kan worden, weten ze zelf ook nog niet. "Nothing complicated", in ieder geval. (HW)
 

Indian Askin
Dat de nu-punkers van Indian Askin een feestje kunnen bouwen is niets nieuws. Met festivals als Lowlands, Best Kept Secret en Eurosonic Noorderslag op hun naam, is het echter de vraag of ze het knusse Neushoorn niet allang ontgroeid zijn. Dit is echter niet het geval. Indian Askin is gemaakt voor variatie, blijkt. Vanaf de eerste track knallen de gelikte gitaarpartijen van de Amsterdammers de zaal in. Op muzikaal gebied gebeurt er van alles, echter de performance zelf stelt teleur. De nonchalante en losse houding van het viertal is charmant en eigenaardig, maar daardoor ook afstandelijk. De alledaagse indie-punkers doen het goed, maar de passie die op het podium te zien is komt helaas nog niet verder dan de eerste twee rijen van het publiek. Vanaf halverwege de set besluit frontman Chino Ayala zijn moves in de strijd te gooien en de afstand tussen hem en de menigte voor hem te verbreken. Met dank aan de inventieve jams lopen de songs vloeiend in elkaar over en wanneer de eerste tonen van Really Wanna Tell You voorbij komen komt het publiek eindelijk een beetje los. Indian Askin herpakt zichzelf en zet uiteindelijk een verdomd strakke show neer. De laatste helft van de set is stijlvol, melodisch en heerlijk gestoord, precies wat je verwacht bij Indian Askin. (HW)

Amber Arcades
Kersvers in muziekland en Amber Arcades heeft met een toer door de UK en een Amerikaanse tournee als voorprogramma van Nada Surf, al een paar interessante buitenlandse avontuurtjes achter de rug. Er ontstond dit jaar veel geroezemoes in binnen- en buitenland na de release van debuutplaat Fading Lines bij het Londense independent platenlabel Heavenly Recordings. 3FM bombardeerde single Fading Lights afgelopen juni tot Megahit. Kortom, het Utrechtse Amber Arcades is heerlijk op dreef. Annelotte de Graaf, het brein achter de band, blijft stoïcijns onder dit tumult. In een ruimzittende trui komt ze timide het podium op schuifelen met een cap strak op het hoofd. Geleidelijk deint het publiek mee op de melancholische golven van haar lijzige stem en laat ze ons wegdromen. Het publiek raakt langzaam op drift. En nadat we bijna in slaap zijn gesust, worden we voorzichtig wakker geschud met meer uptempo werk als Turning Light. Ook Which Will van Nick Drake, uitgevoerd in een Arcades-jasje met in reverb doordrenkte gitaren, misstaat de band niet. Naast deze puike cover wordt er ook wat nieuw werk met het publiek gedeeld dat net zo donker en dromerig klinkt als het eerste album Fading Lines. Hopelijk kunnen we de komende jaren van hen blijven genieten nu het buitenland zo lonkt. (VM)
 

Tobi Vail
“Een goede coverband geeft zijn eigen twist aan de nummers”, is een veelgehoorde misvatting over coverbands. Dit leidt er vaak alleen maar toe dat je simpelweg de greatest hits voorgeschoteld krijgt, maar dan met een aantal willekeurige effecten of in een totaal ongepaste stijl. En ook vanavond zit niemand op een funky uitvoering van Smells Like Teen Spirit te wachten. Gelukkig hebben ze dat bij Nirvana coverband Tobi Vail goed begrepen. In plaats van alle verplichte hitjes af te gaan, zetten ze meteen de toon door te openen met Territorial Pissings, een van de hardste en meest onverbiddelijke nummers van Nevermind. Meteen valt op hoe goed de band het lawaaiige gitaargeluid weet neer te zetten. Bij vlagen klinkt het zelfs een stuk steviger dan Nirvana zelf. Dit is niet geheel verwonderlijk aangezien ze de rustigere nummers allemaal links laten liggen en juist volledig de zware kant van Nirvana induiken. Dit levert als hoogtepunt een uitstekende versie van Rape Me op, waarbij zangeres Eva van Netten even getergd als Cobain de microfoon in schreeuwt onder een muur van gitaren. (WN)
 

HAEVN
Halverwege de avond wordt er in de grote zaal plaatsgemaakt voor HAEVN. De band bestaat, officieel gezien, uit enkel producer en songwriter Marijn van der Meer en filmcomponist Jorrit Kleijnen. Live spelen ze echter in een vijfmansformatie. De energie die Indian Askin een klein half uur geleden de zaal in blies zwakt af en maakt plaats voor de warme, dromerige sound van de hypnotiserende popliedjes van HAEVN. In de afgelopen anderhalf jaar heeft het duo drie hits uitgebracht en deze worden door het zwijmelende publiek dan ook zachtjes meegezongen. De filmische melodieën van de nieuwe nummers mogen er ook zeker zijn. De heldere stem van Van der Meer is herkenbaar en weet de strakke beats te verzachten. Hij vertelt een echte nachtschrijver te zijn, wat herkenbaar is door de zware elementen in de tracks. Richting het einde van de set wordt er nog even een cover ingezet. Wicked Game van Chris Isaak is onherkenbaar maar ook een veilige keuze, want veel variatie is er niet. Zonde, want de heren hebben overduidelijk meer in huis dan dat ze laten zien. Slimme trucjes waardoor de alledaagse popnummers een futuristisch randje krijgen zijn zeker aanwezig, maar zouden nog veel verder uitgebreid kunnen worden. Ondanks dat HAEVN zich er zonder enige inspanning makkelijk vanaf maakt, werkt het. Soms is rust gewoon heel fijn. (WN)
 

De Likt
Dat Freeze Festival houdt van variatie en verrassingen is de afgelopen jaren vaker duidelijk geworden. De Likt is een rasecht Rotterdams trio en vanaf de eerste minuut op het podium wordt er duidelijk dat stilstaan niet wordt toegestaan. Vijfenveertig minuten lang knalt de brute electro rap door de Arena. Frontman Jordy Dijkshoorn heeft geen zin in een subtiele opbouw en ramt grof de ene na de andere rap eruit. Het trio, aangevuld met producer John van Beek en Giorgi Kuiper, heeft meer energie dan ooit. Met het zweet op zijn voorhoofd weet Dijkshoorn een aaneenschakeling van woorden het publiek in te spuwen. Niet alleen het rappen gaat vloeiend; zijn sporadische zanglijnen zijn loepzuiver en zijn flamboyante persoonlijkheid zorgt voor een gigantisch feest. Halverwege haalt Dijkshoorn eindelijk even adem, om vervolgens de eerste crowdsurf sessie op te eisen. Kort hierna gaat de lange leren jas uit en gehuld in een knalrode, leren Speedo surft hij schaamteloos verder. Als in trance doet het publiek precies wat Dijkshoorn van hen vraagt en wanneer het laatste nummer is afgelopen blijft de menigte vragen om meer. Is het een typische Freeze act? Nee, maar leuk is het wel. (HW)
 

Manu Armata
De kleine zaal genaamd 148 ligt in de verste hoek van Neushoorn. Toch hebben mensen de weg gevonden en is de zaal lekker vol wanneer de jongens van Manu Armata verschijnen. De keiharde hardcore komt goed binnen, en zorgt direct voor een opzwepende sfeer. De New York sound spat ervan af, alleen dan net iets sneller. In de kleine zaal staat het geluid op een respectabel volume waardoor de muziek goed afgemeten klinkt. De heren uit Harlingen weten goed op het publiek in te spelen waardoor er nooit sprake is van een saai moment. Er zijn veel bekenden van de band in de zaal die de New York hardcore enorm waarderen en de grootte van de zaal zorgt voor een intieme sfeer. (SdG)
 

Eins Zwei Orchestra
Het is de afgelopen jaren relatief stil geweest rondom de Utrechtse formatie Eins Zwei Orchestra. De band stond altijd garant voor stevige indierock die hier en daar wat flirtte met shoegaze. Deze randjes lijken op de nieuwste plaat Hope Sign Community echter flink te zijn weggepoetst en hebben plaats gemaakt voor meer bombastische indiepop. Tijdens opener Turn Around valt dit meteen goed te horen. De instrumentatie is nog steeds vrijwel gelijk als voorheen, alleen blijven de gitaren en synthesizers veel meer binnen de perken. Het levert nummers op die prima wegluisteren, maar echt spannend wil het niet worden. De nummers hebben veelal wel opzwepende refreinen, maar met een hint van galm als enige restant van de shoegaze-invloed, houd je simpelweg vrij doorsnee indiepop over. En dat is nou net een genre waar we de afgelopen jaren al meer dan genoeg van hebben gehoord. Afsluiter Tiananmen Square weet nog wel te boeien met zijn weelderige melodie, maar dit is niet genoeg om de rest overeind te houden. (WN)
 

Cornered
Na het ophangen van de bandvlag (wat nog een enorme opgave blijkt te zijn) is het de beurt aan Cornered. De band gaat al erg lang mee en staat altijd garant voor een interessante avond.  Het kleine zaaltje staat nog niet echt vol wanneer het los gaat maar daar heeft Cornered geen erg in. Zanger Niels begint direct als een malle aan de set en betrekt het publiek er goed bij. Toch loopt het niet helemaal lekker, het geluid is slecht afgemeten dus de gitaarsolo’s zijn niet te horen en de muziek is zo slecht versterkt dat er een muur van geluid op het publiek afkomt waar weinig definieerbaars aan is. Niels gaat ondanks zijn frustraties gewoon lekker door en stopt al zijn energie in het optreden. (SdG)
 

Lional
Tijd nu voor een band uit de Highlands of Scotland. Al bij aanvang wordt het duidelijk dat deze heren kwaliteit leveren. Elk nummer is zorgvuldig gearrangeerd en klinkt alsof er goed over nagedacht is. De teksten van de nummers dragen hier ook aan bij. De sound van de band is een mix van alternatieve rock en popmuziek. De riffjes en zanglijnen maken het echt popmuziek en daarmee ook aanstekelijk. Het aanwezige publiek in het Neushoorn Café geniet zichtbaar maar is niet uitbundig. De sfeer van de muziek doet ook sterk denken aan een andere band, The Kaiser Chiefs. Lionel is een band die opvalt en gespot is door grote platenmaatschappijen, nu is het wachten op nieuw materiaal. De zaal staat wel vol, maar mensen lijken nog niet overtuigd. (SdG)
 

Larry Gus
De headliner van de avond moet het eerst doen met een slecht gevulde zaal. Jammer voor de programmeur die dacht een top act neer te kunnen zetten. Wat ook zo is, ware het niet dat de bezoekers van Freeze de zaal niet kunnen vinden. Degenen die de zaal wel hebben kunnen vinden zijn getuige van een zeer bijzondere show. Larry Gus heeft een enorm podium gekregen voor zijn minimale act. Het enige wat er op het podium staat is een bas, een snaredrum en hijzelf. Alle elementen zouden beter tot zijn recht komen in een kleinere zaal. Desondanks weet hij er toch wat van te maken. Gus lijkt compleet op te gaan in zijn eigen wereld. Hij komt over als een erg introvert persoon, want er is weinig interactie met het publiek. Zelf gaat hij compleet los op zijn eigen muziek en weet hiermee uiteindelijk ook mensen mee te krijgen. (SdG)
 

MAASK
Het is al laat op de avond en in de schaduw van Larry Gus staat daar dan de laatste act. Het café is nagenoeg leeg en het lijkt een saaie bedoeling, totdat Joost Maaskant (a.k.a. MAASK) begint te praten en van het publiek eist om naar voren te komen. Het aanwezige publiek is gewillig en komt ook naar voren. Vooraan zijn de kunsten van MAASK ook het beste te zien. Alles wat je hoort is Maaskant, het enige dat gemaakt is zijn de effecten over de samples die hij zelf produceert. Wanneer Niels Amperse van Cornered verschijnt is de act helemaal compleet. De onvoorspelbaarheid maakt het enorm interessant. MAASK begint rustig met wat hiphop beats maar eindigt met harde house, waar menigeen die de gabberperiode heeft meegemaakt op los gaat. Alles wat Maaskant doet met zijn stem is zichtbaar. Daardoor slaat de act enorm aan en op het eind van de avond staat het café dan ook vol en is de teleurstelling groot zodra het feest voorbij is. (SdG)
 

20-Something (Brückenbauer + Dat Schilt)
Aangezien deze editie alweer het twintigjarig jubileum van het festival betekent, is er ook de gelegenheid om op deze twintig jaar terug te kijken. Hiervoor hebben de mannen van Brückenbauer en Dat Schilt de handen ineengeslagen om een aantal nummers uit deze periode te vertolken. Geen onlogische keus, de leden van Brückenbauer spelen al sinds het begin in verschillende formaties op het festival. Het begin leunt dan ook sterk op deze beginperiode met nummers van Meindert Talma, Girls On Top en Pale. Daar blijft het echter niet bij. Versterkt door een extra zangeres nemen ze even gas terug en spelen ze een akoestische versie van Ik Bin Su Eil, wat uiteraard op de nodige waardering van het publiek kan rekenen. Maar hiermee zijn we nog niet klaar met Aart Lus & Ed Lip. Na een korte pauze neemt Dat schilt het over van Brückenbauer. Gehuld in witte lakens beginnen ze een a capellaversie van Mien Peukn die vervolgens ontaardt in een soort stampende housevariant. Verder tonen ze dat ze naast hun gebruikelijke gitaargeweld ook prima nummers kunnen coveren van The Cool Quest en Luie Hond. Al met al een prettige chaos met de nodige variatie. (WN)

Radar Men From The Moon
Het is niet direct een van de namen waar je aan denkt bij Nederlandse bands die internationaal succesvol zijn, maar het Eindhovense Radar Men From the Moon is binnen de neo-psychedelische rock een band van formaat. Getekend op het toonaangevende Fuzz Club Records spelen ze al jaren op festivals door Europa. Oftewel we hebben te maken met psychedelische rock van de bovenste plank. De meeste nummers komen van de nieuwe plaat Subversive II waar ze wederom veel gebruik maken van uitgesponnen nummers met herhalende ritmes met een zekere groove. Hierbij zijn de krautrock invloeden duidelijk hoorbaar en zit de band duidelijk in hetzelfde schuitje als een band als Föllakzoid. De Eindhovenaren spelen echter meer met het contrast tussen hun noisy gitaren en synths en de groovende bas en drums. Gedurende de set voeren ze gestaag het tempo een beetje op alsof je een lange trek door een woestijn maakt en steeds dichter bij een oase komt, maar hem nooit helemaal bereikt. Het is echter niet alleen maar meer van hetzelfde. Tegen het eind weten ze nog te verrassen met het melodieuze Rapture en krijgen de effecten nog even de vrije hand, met een overweldigende muur van lawaai als slot. (WN)